Tekst Ingmar Kooman
Foto MCD, archief KCT | video: MCD, archief KCT

Militaire Willems-Orde eerbetoon aan commando’s

Van hitte en stof in Afghanistan naar kille miezerregen in Den Haag. Het contrast tussen de operaties in Afghanistan en de ceremonie op het Binnenhof kon bijna niet groter voor het Korps Commandotroepen. Bij de uitreiking van de Militaire Willems-Orde op 15 maart stonden de groene baretten voor één keer vol in de schijnwerpers.

Met de ridderslagen voor de majoors Marco Kroon (2008) en Gijs Tuinman (2014) zou je bijna vergeten hoe uitzonderlijk de toekenning van Nederlands hoogste dapperheidsonderscheiding is. Ga maar na: de laatste keer dat een militair beloond werd wegens ‘uitstekende daden van moed, beleid en trouw’ was in 1955. In totaal zijn 9 Nederlandse en 2 buitenlandse eenheden gedecoreerd. De laatste eenheid die de Militaire Willems-Orde ontving, was de Poolse Luchtlandingsbrigade in 2006. Bijna 60 jaar nadat voor het laatst een Nederlandse eenheid de decoratie aan haar vaandel mocht hechten. Die eer ging in 1947 naar de Onderzeedienst.

Uitzonderlijk

Nu dus het Korps Commandotroepen. De elite-eenheid is van maart 2005 tot september 2010 – met uitzondering van 2008 – onafgebroken ingezet in Afghanistan. Uitzonderlijke inzetten, waarvoor leden van het Korps Commandotroepen of onder de vlag van het KCT opererende militairen zijn onderscheiden met:

2x Militaire Willems-Orde

3x Bronzen Leeuw

12x Bronzen Kruis

6x Kruis van Verdienste

Driemaal kregen commandanten van het KCT het Ereteken van Verdienste in Zilver. Twee keer ontving een commandotroepencompagnie het Bronzen Schild. 

Gewoon

Hebben de operators jaar in, jaar uit ‘gewoon’ hun werk gedaan, of was hier toch structureel sprake van uitzonderlijk optreden? Het Kapittel der Militaire Willems-Orde toetste de KCT-operaties van de commando’s daarom aan de criteria moed, beleid en trouw en concludeerde het laatste. Niet toevallig, want deze criteria sluiten naadloos aan bij de kernwaarden die de groene baretten vanaf hun Elementaire Commando-opleiding ingepeperd krijgen.

‘Zo nodig neemt iedereen extra risico’s om te voorkomen dat maatjes wat overkomt’

Waarden waarnaar de commando’s dus ook onder de zwaarste operationele omstandigheden handelen. Zowel bij Taskforces Orange, Viper als 55 zijn de commandoploegen veelal op zichzelf aangewezen. Het SF-optreden zoals het ooit bedoeld was: diep in vijandelijk gebied zelfredzaam en zelfstandig handelen én daarover altijd verantwoording kunnen afleggen. De acties van een enkele commando kunnen immers strategisch grote gevolgen hebben. Speciale operaties vragen dan ook om speciale mensen. De mannen van de Taskforce blijken keer op keer uit het juiste hout gesneden. Mensen die voor elkaar door het vuur gaan, ongeacht de kleur van de baret. 

Extra risico’s

Kapitein Joep maakte dat in zijn uitzendingen met Orange, Viper en 55 meer dan eens letterlijk mee: “In penibele situaties zal niemand schromen om zichzelf kwetsbaar op te stellen om zijn maatjes te ondersteunen. En zo nodig neemt iedereen zelf extra risico’s om te voorkomen dat zijn maatjes iets overkomt.” 

‘Ik heb niet het gevoel van; he he, we krijgen eindelijk erkenning’

De toekenning van de Militaire Willems-Orde laat Joep niet met extra veel trots terugkijken op zijn uitzendingen. Hij gaat gewoon op dezelfde voet verder, lacht hij nuchter. Dat hoor je van meer (oud-)operators. Waardering voor de ‘erkenning’, maar de ‘MWO’ zet hun wereld niet op hun kop. Vaandrig Bart maakte als medic deel uit van Viper en Taskforce 55. Voor hem maakt het de cirkel rond. “Niet alle operaties zijn belicht zoals de operaties waarvoor Gijs Tuinman en Marco Kroon zijn geridderd. Daarbuiten zijn ook een heleboel bijzondere dingen gebeurd. Ik zie de Militaire Willems-Orde als een waardering voor al het werk dat wij hebben uitgevoerd.” 

“Ik heb niet het gevoel van; he he, we krijgen eindelijk erkenning”, zegt sergeant-1 b.d. Wouter. Hij was forward air controller in Viper en Taskforce 55. “We weten wat we daar gedaan hebben en daar zijn we heel trots op. Als KCT hoeven we niet per se op een voetstuk te staan. Ik vind het heel mooi dat het Korps de Militaire Willems-Orde heeft gekregen. Maar ik hecht persoonlijk meer waarde aan mijn herinneringen en het gevoel dat we samen hadden toen we uit de missie kwamen.”

Jeanine Hennis-Plasschaert | Minister van Defensie

“Moed, beleid en trouw. Het klinkt zo prachtig. De werkelijkheid is minder mooi. En verre van makkelijk. Wat doe je als kogels links en rechts inslaan? Als een collega getroffen wordt? Ga je erop af terwijl het kogels regent? Een behouden thuiskomst was de afspraak. Wat is het beste? Het beste voor de operatie? Voor de andere eenheden? Voor je collega’s verderop?

Terwijl zij onder vuur lagen, moesten onze special forces het overzicht behouden, een stap vooruit denken en in een split second verstrekkende beslissingen nemen. Ongeacht de persoonlijke consequenties. Eerst komt de missie, de opdracht is heilig. Dan komt het team. En als laatste de commando zelf. Niet hij maakt het verschil, maar zijn bijdrage aan het team en de opdracht. Wat voor velen ondenkbaar en onhaalbaar is, is voor de special forces het devies.”