Tekst André Twigt
Foto SM Gerben van Es | video SGT Ruud Mol
Met 16.000 man en duizenden tonnen pantserstaal op de mat doet Cold Response ronduit Koude Oorlog-achtig aan. Het scenario, het aantal van 15 deelnemende landen en de massale aanwezigheid van land-, luchtmacht en vloot verraden dat in Noorwegen meer aan de hand is dan zomaar een doorsnee-oefening.
Op de website staat het niet met zoveel woorden. Maar Cold Response – editie 2016 – is vooral een signaal niet aan de achterdeur van het NAVO-verdedigingsgebied te morrelen. Met een massale presentie op de noordflank brengt het bondgenootschap die boodschap helder over. Herleven oude tijden? “De Russen hebben hun belangstelling voor grote NAVO-oefeningen nooit onder stoelen of banken gestoken”, begint majoor Laurens Reinders. Vanwege sterke vermoedens over Russische nieuwsgierigheid in het Hoge Noorden, wordt alle deelnemers met klem verzocht verdachte figuren en dito voertuigen in het manoeuvregebied meteen te rapporteren. “Op spionage zijn de Noren ronduit fel”, aldus de commandant 43 Brigade Verkenningseskadron (43BVE).
Vrieskou
Met 2 verkenningspelotons en een groep genieverkenners van 11 Pantsergeniebataljon vormt Reinders de hoofdmoot van de landmachtbijdrage aan Cold Response. Eveneens present zijn de Bravo Batterij van het VuursteunCommando en een afvaardiging van 43 Herstelcompagnie. Laatstgenoemde heeft werk genoeg. Kachels, elektronica, maar ook de aandrijving van de rups- en wielvoertuigen lijden onder de vrieskou, met klachten tot gevolg. De Fennek-pantserwagen houdt zich uitstekend in de sneeuw. Onafgebroken kan de Noorse Noordelijke Brigade steunen op de bereden verkenningen van de huzaren. Die extra hulp is dringend gewenst. Het vrij klassieke staal-op-staal-scenario strekt zich uit over een gebied van maar liefst 70 vierkante kilometer.
Artilleriebarrages
Neergestreken in een witte wereld op dik 2 uur rijden ten noorden van Trondheim bereiden de verkenners zich voor op één van de betere opdrachten, vindt opvolgend pelotonscommandant wachtmeester-1 Spiros: het vertragen van amfibische eenheden door middel van luchtaanvallen en artilleriebarrages. Om te weten te komen waar de vijand aan land gaat, houdt 43BVE zometeen enkele kustgebieden 120 kilometer verderop onder waarneming. Voor de coördinatie van de vuursteun stuurt Reinders een Fire Support Team van 45 Pantserinfanteriebataljon mee. Door vacatures bij 43BVE nemen dergelijke teams de vuuropdrachten voor hun rekening.
Verliezen
Na enkele dagen is het zover. Aan land gebrachte Amerikaanse, Britse en Nederlandse zeesoldaten stoten meteen door. Bij het plaatsje Steinkjer komen ze binnen bereik van de artillerie. Hier worden ze met enkele barrages van ‘Bravo’ tot staan gebracht. Wiel- en rupsvoertuigen sneuvelen. De verlangde vertraging is een feit. De vijand moet zich hernemen, waardoor de Noordelijke Brigade een betere verdediging kan inrichten.
Vooruitgang
“Binnen de Noordelijke artillerie zijn wij de enigen die 50 kilometer ver schieten”, vertelt tweede luitenant Yoep van Eekelen. Dit enorme bereik maakt het voor de brigadecommandant mogelijk de vijand vanaf grotere afstanden aan te grijpen. “Zijn eigen M109’s (pantserhouwitser, red.) hebben een bereik van ‘slechts’18 kilometer”, aldus de pelotonscommandant.
De Noren blijken eveneens te spreken over de bereden verkenningen die 43BVE over honderden kilometers uitvoert. Vooral de accurate vijandmeldingen en de mogelijkheid tegenstanders in de diepte te ‘slaan’, maken indruk. Reinders: ”We hebben hier als landmacht een fraai staaltje van ons kunnen gegeven. En we hebben veel geleerd. Deelname aan Cold Response? Een regelrechte aanrader!”