x

Nieuwe doctrine Air Manoeuvre

Het nieuwe Handboek Air Manoeuvre Tactics is uit. De leidraad beschrijft de huidige air manoeuvre doctrine en vervangt de Leidraad 6, die ruim 10 jaar meeging. Het handboek biedt inzicht en houvast voor iedere commandant en staf die één of meerdere inzetvormen van air manoeuvre moet beheersen.

“Actualisatie van de doctrine was hard nodig”, meent luitenant-kolonel Frank Grandia, projectleider en auteur van het handboek. “In de afgelopen jaren is er ontzettend veel veranderd. Zo zijn we overgegaan op een ander besluitvormingsmodel en is de doctrine rondom land- en luchtoperaties doorontwikkeld. Bovendien is in Irak en Afghanistan veel ervaring opgedaan met air manoeuvre. Daarnaast is binnen het Verbrede Operationele Concept van 11 Air Manoeuvre Brigade meer nadruk komen te liggen op inzet met tactische transportvliegtuigen.”

In het handboek wordt dieper ingegaan op de verschillende inzetvormen van air manoeuvre: air assault, air attack (rotary wing), airmobile, air landing en airdrop (para). Verder komen de kenmerken, toepasbaarheid en achtergronden van luchtmobiele operaties uitgebreid aan bod.

Geïntegreerde aanpak 
Aangezien bij dergelijke inzet vrijwel altijd sprake is van een joint operatie, is het handboek in nauwe samenwerking tussen landmacht en luchtmacht ontwikkeld. Grandia: “Overigens is het handboek waardevol voor iedere commandant en staf die met air manoeuvre te maken krijgt. Want ook niet- luchtmobiele eenheden kunnen worden ondersteund door gevechts- of transporthelikopters.” Voor opleiders, schrijvers van opleidings- en doctrinepublicaties en voor internationale partners is de materie eveneens nuttig. Daarom komt later dit jaar een Engelstalige versie beschikbaar. De leidraad is te vinden op intranet en is gecodeerd als LAND-CA-03.

Meer informatie? LandWarfareCentre@mindef.nl

x

Terreinvoertuig commando’s getest in Mali

Beproevingsanalisten van de landmacht hebben samen met het bureau Groundmobility van het Korps Commandotroepen de VECTOR getest in Mali.

De gebruikerstest van het nieuwe Special Forces-voertuig is noodzakelijk om te kijken hoe het zich houdt onder operationele omstandigheden. In eerste instantie is de VECTOR getest op Kamp Castor, naarmate de week vorderde werd het voertuig steeds zwaarder beladen. Tot slot mocht de VECTOR mee op een meerdaagse patrouille van de commando’s. De eerste resultaten zijn gunstig: de stof en hitte leverden weinig problemen op. Met deze bevindingen gaat TNO de volgende beproeving in. Foto: KCT

x

Zelda in aangepaste vorm van start

Iedereen heeft de afgelopen maanden wel iets van het project Zelda meegekregen. Een project dat gevolgen heeft voor CLAS-medewerkers op het gebied van loopbaanbegeleiding, functietoewijzing en het toewijzen van loopbaanopleidingen. De veranderingen gelden voor nagenoeg iedereen en moeten in ieder geval een deel van de bestaande onvrede wegnemen. 

Om de voorgenomen veranderingen bekend te stellen, gaat de Directeur Personeel en Organisatie van het CLAS, brigadegeneraal Fris van Dooren, vanaf 20 april het land in voor een aantal voorlichtingen. De data en de locaties volgen spoedig. In de voorlichting wordt op hoofdlijnen uitgelegd wat er voor wie gaat veranderen. Ook is er mogelijkheid voor vragen. Eind april volgt dan de (uitgestelde) folder op het huisadres met een overzicht van de wijzigingen.

ebola

Ebola-cursus voor medisch personeel

Nederland gaat 3 zogeheten bio aeromedevac-teams formeren. Deze krijgsmachtbreed samengestelde ploegen kunnen straks patiënten met zwaar besmettelijke ziekten repatriëren. Midden maart volgde één van de teams een ‘ebola-cursus’ in Italië

Het Nederlandse medisch en ondersteunend personeel deed op een vliegbasis nabij Rome de eerste praktijkervaring op met de speciale isolatiesystemen die bij bio aeromedevacs worden gebruikt. Vanuit de landmacht volgden verpleegkundigen van 420 Hospitaalcompagnie en het Centraal Militair Hospitaal de cursus. 

Beschermd 
Elk contact van de patiënt met de buitenwereld moet worden uitgesloten. Daarom reist een (mogelijk) besmet persoon in een soort couveuse. Ook in het militaire transporttoestel zit de patiënt in een dergelijke plastic behuizing. Alle procedures in een patiëntenverplaatsing staan in het teken van isolatie. Het 10 tot 13 personen tellende team draagt quarantainekleding. 

De ‘ebolacursus’ is de aanzet naar de daadwerkelijke opleiding van 3 Nederlandse bio aeromedevac-teams. Defensie schaft hiervoor ook een aantal eigen isolatiesystemen aan. Deze zijn in de toekomst inzetbaar vanaf vliegbasis Eindhoven met C-130 transportvliegtuigen.

x

Eeuwconcert Fanfare Korps Nationale Reserve geslaagd

Nee, zo’n spektakel als de Nacht van de Militaire Muziek was het niet, maar toch wist de Fanfare van het Korps Nationale Reserve (FKNR) in het Amersfoortse theater De Flint te boeien. Speciaal voor het eeuwfeest van de Nationale Reserve nam dirigent Harrie Wijenberg de bezoeker mee op een muzikale reis langs korpsgebeurtenissen.

Zo werd met historisch beeldmateriaal stilgestaan bij 1939, het jaar waarin Nederland mobiliseerde. De Vrijwillige Landstorm (de voorloper van de Natres, red.) bestond destijds uit 90.000 vrijwilligers. Veel van hen leverden in de meidagen van 1940 een bloedige strijd.

Voor het concert werd de oorspronkelijke, door Max Carré geschreven, Landstorm Marsch gearrangeerd door componist/arrangeur Rob Balfoort. De FKNR speelde deze mars in een historische bezetting. De Natres bestond afgelopen augustus 100 jaar.

Mortieren kijken op ’t Harde

Wie wil weten hoe het met de prestaties van de mortierpelotons 81 mm is gesteld, komt op 11 en 12 mei naar het Artillerie Schietkamp in ’t Harde. Daar vindt voor de 3e keer op rij de Menno van Coehoorn schietwedstrijd plaats. De wedstrijdleiding nodigt alle actief dienende militairen uit naar de competitie te komen kijken.

De krachtmeting om de Zilveren Mortier werd tot 1994 gehouden op legerkorpsniveau voor de mortieren 120 mm. In 2012 werd de wedstrijd een nieuw leven ingeblazen, maar dan voor vuurmonden 81 mm van de landmacht. De organisatie is in handen van het Schiet Instructie Controleteam (SICT) Mortieren in nauwe samenwerking met het Vuursteuncommando. Uiteraard staat de competitie centraal, maar ook is er gelegenheid voor infanteristen om nader kennis met elkaar te maken. Winnaar van 2014 was 11 Infanteriebataljon Luchtmobiel. Wie o wie neemt dit jaar de wisseltrofee mee naar huis?   

x

Majoor promoveert op besluitvorming Afghanistan-missie

Majoor Mirjam Grandia is gepromoveerd op 'Deadly embrace? The decision paths to Uruzgan and Helmand'. Ze verdedigde haar proefschrift succesvol aan de Universiteit Leiden. Dat gaat over de besluitvorming die leidde tot militaire inzet in Afghanistan.

Grandia onderzocht de deelname van Nederland en het Verenigd Koninkrijk aan de stabilisatiemissie in Zuid-Afghanistan. Wat gaat er vooraf aan het daadwerkelijk lanceren van een militaire operatie? Wie houden zich bezig met de besluitvorming over de inzet van militaire middelen?

Om dat zo nauwkeurig mogelijk te reconstrueren, interviewde ze vrijwel alle militaire en civiele betrokkenen. Grandia bracht tijdens haar 4 jaar durende promotieonderzoek enkele maanden door in Engeland. Haar wetenschappelijke onderzoek maakte deel uit van het programma 'Changing Character of War' aan de Universiteit van Oxford. Het was de eerste keer dat een Nederlandse militaire promovendus deelnam aan een onderzoek.

Alsnog erkenning voor WOII-veteraan

75 jaar na de mobilisatie en de Meidagen van 1940 heeft de 96-jarige Charles Struijk alsnog het Mobilisatie Oorlogskruis gekregen. Hij kreeg de onderscheiding uit handen van minister Jeanine Hennis-Plasschaert op het ministerie in Den Haag.

Struijk zat bij de verbindingsdienst als telegrafist bij destijds het zogenoemde Hoofdkwartier Veldleger in Zeist. Tussendoor onderhield hij enkele maanden met postduiven de verbinding tussen de Territoriaal bevelhebber Zuid-Limburg in Maastricht en Den Haag.

Op het moment dat de Nederlandse troepen zich van de Grebbeberg terugtrokken, moest Struijk het hoofdkwartier in Zeist onklaar maken door onder meer de telefoonkabels door te zagen. Als laatste soldaat verliet hij het hoofdkwartier om in Gouda terecht te komen. Daar zag hij de Duitse vliegtuigen overkomen, onderweg voor het bombardement op Rotterdam. Met zijn karabijn verschoot hij zijn totale munitievoorraad van 5 kogels op deze vliegtuigen. Na zijn pensionering begon Struijk meer na te denken en te praten over zijn oorlogstijd. “Dat vergeet je nooit meer. Het was ook een avontuurlijke tijd. Je deed eigenlijk maar wat. Je moest overleven.”