08

Dit artikel hoort bij: Landmacht 10

Landmacht onmisbare partner

Tekst ELNT Rosalien van Damme
Foto KPL-1 Jurjen Rozeboom en KPL-1 Zadrach Salampessy

Landmachters ondersteunen Alert 2014

Van een watersnoodramp tot een stadsbus die een verzorgingshuis binnenrijdt: alles is mogelijk in het scenario van Alert 2014. Meer dan 600 landmachtmilitairen dragen met kennis en materieel een steentje bij tijdens deze rampenoefening, begin november in Midden-Nederland.

Burgers en militairen slaan de handen ineen om slachtoffers te evacueren, noodhulp te verlenen en dijkdoorbraken te dichten. Het succes van de operatie hangt voor een groot deel af van de samenwerking met civiele partners, omdat militairen tijdens een nationale inzet onder civiel gezag vallen.

“De brandweer, politie, reddingsbrigade en het Rode Kruis: ze hanteren allemaal verschillende procedures”, zegt majoor Hermen de Haan, officier veiligheidsregio IJsselland. “Het is daarom belangrijk om op de hoogte te zijn van elkaars werkwijzen. Zo komen we niet voor onnodige verrassingen te staan als de nood echt aan de man is.” 

Oefenen is noodzakelijk. Dat blijkt wel uit het recente natuurgeweld in het buitenland. Verwoestende overstromingen troffen afgelopen jaar Frankrijk en Servië. De Haan: “Laten we hopen dat zoiets niet in Nederland gebeurt, maar je kan maar beter voorbereid zijn.” Als Nederland erom vraagt, staan binnen 8 uur 800 militairen klaar om te helpen bij een nationale ramp. Binnen 48 uur kan dat aantal zelfs aanzwellen tot 3000 man garandeert de krijgsmacht.

Behalve mankracht brengt Defensie ook heel wat bijzonder materieel op de mat. Zoals het mobiele veldhospitaal van 400 Geneeskundig Bataljon. In samenwerking met civiele ziekenhuizen behandelde het veldhospitaal zo’n 90 slachtoffers tijdens de oefening. “Bij binnenkomst van de patiënten heerste er eerst chaos, daarna werd het gecontroleerde chaos, wat uiteindelijk leidde tot rust”, zegt Heidi Plas, algemeen commandant van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Twente. “De samenwerking met de krijgsmacht verliep soepel en de patiënten konden adequaat worden geholpen.” 

Ook speciale eenheden van de Explosieven Opruimingsdienst, duikers van de genie en reservisten van 43 Gemechaniseerde Brigade waren in groten getale aanwezig om civiele organisaties te ondersteunen.  Bekijk hun inzet in de fotocarrousel. 

Militairen van 105 Geniecompagnie Waterbouw arriveren met pontondelen. Vanaf de pontons kunnen de hulpverleners van de brandweer en reddingsbrigade zich makkelijk ontfermen over de slachtoffers.

De Explosieven Opruimingsdienst maakt een explosief onschadelijk.

Het veldhospitaal van 400 geneeskundig Bataljon is in 3 dagen opgebouwd. En bestaat uit ongeveer 40 tenten, 20 containers, een legeringsgebied en een eetzaal.

Het verbindingsprogramma Purple NECtar is een groot succes, volgens majoor Hermen de Haan, officier veiligheidsregio IJsselland. De techniek maakt het mogelijk om overzicht te krijgen tijdens een grootschalige oefening. Militairen dragen namelijk een smartphone op de man, waarmee ze direct worden aangestuurd. Zo krijgt de commandocentrale de juiste eenheid, op het juiste tijdstip op de juiste plek.

Meer dan 240 militairen van het Korps Nationale Reserve voeren dijkinspecties uit.

101 CBRN verdedigingscompagnie schiet te hulp bij een chemische ramp. Een ontsmettingsstraat wordt ingericht, waarna ze onder meer een brandweerauto, een ziekenauto en een vliegtuigtrap ontsmetten.

Samen zelfredzamer

Brigadegeneraal Martin Wijnen, commandant van 43 Gemechaniseerde Brigade (43 Mechbrig) en Stephan Wevers, commandant van de Brandweer Twente, ondertekenden tijdens Alert 2014 een convenant voor een nauwere samenwerking. 43 Mechbrig stelt per 1 december een projectofficier ter beschikking aan Twente Safety Campus. In dit centrum ontwikkelt een team van veiligheidspartners oplossingen die de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven vergroten en het veiligheidsbewustzijn verhogen. De projectofficier gaat Twente Safety Campus 2 dagen in de week versterken.