Tekst KAP Jaap Wolting
Foto SGT-1 Eva Klijn
Militair verpleegkundigen essentieel aan boord van Karel Doorman
Onwennig? Dat was het slechts de eerste zeemijlen. Algemeen Militair Verpleegkundigen (AMV’er) van 400 Geneeskundig Bataljon stapten in november aan boord van het Joint Support Ship (JSS) Karel Doorman. De missie? Hulpgoederen voor de strijd tegen ebola naar West-Afrika brengen.
‘Landmachters mission critical’
Het landmachtpersoneel speelt een belangrijke rol. Samen met de medische dienst van de marine zorgt het ervoor dat het risico om besmetting aan boord te krijgen geminimaliseerd wordt. Als de Karel Doorman in een Afrikaanse haven aanlegt, staan de genezeriken op scherp. Iedereen die het schip op wil, mag pas na grondige checks aan boord... of juist niet. In het uiterste geval kan iemand op het JSS in quarantaine worden verpleegd. Hoe het voelt om als landmachter geen vaste grond onder de voeten te hebben? Het verhaal van 2 AMV’ers met zeebenen.
Sergeant-1 Jacques Verstege, junior AMV’er
“Of ik ooit eerder gevaren heb? Ja, met zeilschepen en motorbootjes. Niet met het nieuwste en grootste schip van de Nederlandse marine. Toch heb ik geen last van zeeziekte. Een klein beetje na vertrek uit Den Helder, dat was alles. Het leven aan boord bevalt me eigenlijk wel. De eerste 2 weken waren we vooral ontzettend druk met oefenen. Stel iemand aan boord raakt besmet met ebola, dan zijn wij ervan. Door experts van het Centraal Militair Hospitaal zijn we vooraf uitstekend geïnformeerd. Daarnaast hebben we ons bekwaamd in quarantaineverpleging. Als het moet, kunnen we mensen geïsoleerd behandelen. Ik ben niet bang om zelf ebola te krijgen. Ten eerste weet iedereen aan boord hoe we de risico's kunnen minimaliseren en ten tweede kom ik zelf niet in contact met Afrikanen. Ik kom dit schip niet af.
Voor het thuisfront is het veel moeilijker. Mijn vader is vrij nuchter, maar mijn moeder stond niet bepaald te juichen toen ik haar vertelde van mijn taak in West-Afrika. Zelf vind ik het mooi dat de Karel Doorman een ‘tweede run’ gaat doen. Ik wil nog niet naar huis, want ik heb me ingesteld om een paar maanden op uitzending te gaan.”
‘Niet bang om ebola te krijgen’
Sergeant-1 Esther Witte, junior AMV’er
“Ik vind het leuk en tegelijkertijd apart om aan boord te zijn van de Karel Doorman. Wat me tijdens deze bijzondere missie opvalt, is het verschil in structuur in vergelijking met de landmacht. Daarnaast hangt er een andere sfeer. Misschien komt dat doordat je met meer mensen op een klein oppervlakte zit. Collega's zijn meer betrokken bij wat de ander doet. In Ermelo ben je individueler bezig. Aan boord zoek je elkaar vaker op. Ik heb het in ieder geval erg naar mijn zin en probeer zoveel mogelijk te integreren met het marinepersoneel. Of ik bang ben om ziek te worden? Nee, totaal niet. Alle regels om de risico's te minimaliseren worden opgevolgd. Iedereen weet precies wat wel en niet mag. Het beste voorbeeld is de uitvoering van de zogenaamde no touch policy. Het personeel dat in de havens van boord gaat, mag geen fysiek contact hebben met de ontvangers op de kade. Het meest positieve aan deze uitzending is de samenwerking met andere eenheden en de wederzijdse collegiale interesse. Mijn thuisfront is trots dat ik dit werk doe. Ze moedigen me aan en volgen de Karel Doorman in het nieuws.”
Operatie Tricolette
De Karel Doorman bracht de afgelopen weken 1.200 ton hulpgoederen voor de strijd tegen ebola naar West-Afrika. Het JSS - met haar 204,7 meter de grootste en nieuwste telg van de Koninklijke Marine - legde aan in 3 havens: in Sierra Leone, Guinee en Liberia.
Behalve vlootpersoneel voeren mariniers van het 13th Raiding Squadron en de Surface Assault & Training Group mee voor de beveiliging. Militair verpleegkundigen van de landmacht zorgden voor de gezondheid van het personeel. In de ogen van commandant kapitein-ter-zee Peter van den Berg zijn de landmachters "mission critical".
Het enorme schip was voor vertrek uit Europa maximaal beladen met onder meer ambulances, vrachtwagens, mobiele laboratoria, beschermende kleding en inrichting voor veldhospitalen. Nog voordat de Karel Doorman Monrovia binnenliep, besloot het kabinet om het JSS een tweede bevoorradingsronde te laten doen. De bemanning viert de kerstdagen dus in West-Afrika.