01

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 09

Opnieuw Forensisch- en Opsporingsteam naar Oekraïne

‘Dichter op het front en langer in het gebied’

Dichter op het front en langer in het gebied. Deze week is er opnieuw een Forensisch- en Opsporingsteam (FO-team) naar Oekraïne vertrokken om onderzoek te doen naar vermeende oorlogsmisdrijven voor het Internationaal Strafhof (ICC). Het gemixte team is groter dan de vorige keer en heeft toestemming om in een omvangrijker gebied te opereren om het onderzoek voort te zetten. Detachementscommandant van de FO-missie in Oekraïne, majoor Angelo, spreekt van een “stevige missie”.

Majoor Angelo, detachementscommandant

Net als in mei 2022 bestaat het FO-team uit personeel van de Marechaussee, compleet gemaakt met experts van andere defensieonderdelen. Het gaat operationeel onder andere om digitale en forensische rechercheurs, BSB, communicatie- en intell-specialisten, een forensisch arts en EODD’ers (Explosieven Opruimingsdienst Defensie). Er zijn deze keer meer specialismes toegevoegd - zoals medisch en chemisch specialisten - en het aantal mensen is uitgebreid. “Dit team kent een unieke samenstelling met al die verschillende entiteiten, zeker in deze omvang.” Het team wordt ondersteund door verschillende support-experts om het werk voor langere tijd vol te houden. Majoor Angelo constateert dat iedereen enorm gemotiveerd is om er een succes van te maken. “We zijn er van overtuigd dat we daar als team van meerwaarde zijn en het verschil kunnen maken.”

Voorbereiding

In de afgelopen periode heeft het FO-team zich uitgebreid voorbereid op de inzet, die een stuk langer duurt dan de vorige. “We hebben een speciaal voor deze inzet opgezette missie-oriëntatie gevolgd op de School voor Vredesmissies van Defensie, met onderdelen als ammunition awareness en informatie over Oekraïne”, vertelt de detachementscommandant. “Daar hebben we als Marechaussee zelf nog een zogenoemde integratie-oefening aan toegevoegd, onder leiding van de BSB, waarin de teamleden alvast met elkaar en met elkaars expertises hebben kennisgemaakt. Het is winst dat we dat voor vertrek konden doen. Vorige keer was er vooraf weinig tijd, en moest het team nog gesmeed worden in het operatiegebied.”

Tijdens een integratie-oefening zijn verschillende (mogelijke) onderzoekscenario’s beoefend van een plaats delict in Oekraïne.

Realistische scenario’s

Tijdens de integratie-oefening zijn verschillende (mogelijke) scenario’s beoefend uit het operatiegebied. Zoals het onderzoeken van lichamen op vermeende oorlogsmisdrijven, het spreken met ooggetuigen en het verzorgen van gewonden na een calamiteit of incident. “We hebben realistisch kunnen oefenen, waardoor we elkaars expertise goed in beeld hebben”, blikt de majoor terug. “We hebben goed leren samenwerken met dit gemengde gezelschap en prioritering kunnen aanbrengen. Ook hebben we leren accepteren dat de omstandigheden voor onderzoek nooit ideaal zullen zijn. Soms heb je misschien maar een uur de tijd vanwege de veiligheid of vanwege een afgelegen locatie.”

Om op het ergste voorbereid te zijn, zijn enkele worst case scenarios geoefend. “Het is daar nu in het gebied best spannend”, beaamt Angelo, “maar dat hoort erbij”. Hij is als detachementscommandant eindverantwoordelijk voor de hele missie en het team, waarbij hij ondersteuning krijgt van een security manager van de BSB en een crime scene manager van de brigade Recherche.

Tijdens de integratieweek treft het FO-team op een fictieve plaats delict een overleden persoon aan die vastgeketend is aan een buis. De forensisch onderzoekers en arts stellen vast of de doodsoorzaak wel of niet natuurlijk is, plus onderzoeken de bijbehorende sporen.
Tijdens de integratie-oefening trainen marechaussees de verzorging van een gewond geraakte collega.
Een arm om een familielid van een slachtoffer heen slaan als troost. Het FO-team oefent niet alleen het onderzoeken van fysieke sporen, maar ook het spreken met ooggetuigen, naasten van slachtoffers en wijkbewoners.

Verkenning

In de voorbereiding is de majoor met een klein team op verkenning geweest naar Oekraïne om de reis zo goed mogelijk voor te bereiden. “Die missie verliep enorm goed”, blikt de majoor tevreden terug. “We hebben die uitgevoerd om een gemeenschappelijk beeld van en gevoel bij het gebied te krijgen. We hebben onder meer routes verkend, de verschillende werklocaties vastgelegd, ziekenhuizen bekeken en met ICC’ers gesproken, om te kijken of bepaalde wensen en verwachtingen ter plekke uitvoerbaar zijn.”

Luchtalarm

Onderweg zagen de teamleden kapotte gebouwen en kraters in wegen. Ook hoorden ze menig luchtalarm loeien. “Er was sprake van een optrekkende beweging van Oekraïense troepen. Dat betekende dat de Russen als tegenreactie veel raketten afgeschoten. Het was goed om dat alvast als ervaring mee te nemen. Vaak keken we elkaar even aan: voelen we ons er senang bij om door te gaan? En dat was altijd het geval.”

Verder voelde het verkenningsteam zich erg welkom bij de lokale bevolking, die ze onderweg tegenkwamen op plekken als hotels en tankstations. “Oekraïners staken een duimpje op of gaven een high five om aan te geven dat ze blij waren met onze aanwezigheid. Ik heb me daar tussen de mensen geen moment onveilig gevoeld.”

Onderweg zagen de teamleden kapotte gebouwen en kraters in wegen (archieffoto eerste FO-missie naar Oekraïne).

Richting het front

Een goede voorbereiding is natuurlijk geen overbodige luxe in een hoog risicogebied, mede omdat het FO-team dit keer in andere regio’s aan de slag gaat dan tijdens de eerste reis. “We gaan met het grootste deel van het team meer richting het front. We willen naar plekken gaan waar recent gevechten hebben plaatsgevonden. Dan hebben we meer kans om het verschil te maken, omdat de plaatsen delict vaak nog vers en minder verstoord zijn.”

De grootste uitdaging wordt “elke dag opnieuw het verschil maken, in niet ideale omstandigheden”. Deze missie doet volgens de majoor een groot beroep op de flexibiliteit en creativiteit van de teamleden. Denk aan urenlang schuilen in kelders vanwege luchtalarmen en rakketten, en aan lange dagen buiten werken in de kou. Daarbij is het voor de onderzoekers zaak om voortdurend scherp te blijven op het vinden van sporen, en voor de verschillende beveiligers op het verkleinen van risico’s.

De grootste uitdaging wordt “elke dag opnieuw het verschil maken, in niet ideale omstandigheden” (archieffoto eerste FO-missie).

Betrouwbare bewijslast

Wat ze verwachten aan te treffen? “Dat is niet te voorspellen. We weten nu nog niet precies waar we naartoe zullen gaan en wat we daar zullen vinden. Het is maar net waar het ICC het zwaartepunt wil leggen, en wat er in zo’n gebied is gebeurd. Het zou bijvoorbeeld kunnen gaan om massagraven, moorden, martelingen, verkrachtingen of raketinslagen op burgerdoelen; alles in relatie tot vermeende oorlogsmisdrijven.”

De kans dat het team niet-verstoorde plaatsen delict zal aantreffen is dit keer groter dan de vorige keer. “De omstandigheden zijn nooit ideaal, maar omdat we langer blijven en in een groter gebied kunnen bewegen, is de kans op het bijdragen met betrouwbare bewijslast groter. We kunnen zowel sneller als op meer verschillende plaatsen delict aanwezig zijn.”

Tekst: kapitein Henny de Boer | Foto’s: sergeant-majoor Cristian Schrik en archief Mediacentrum Defensie