02

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 06

Terugblik op missie in Oekraïne met… (2/2)

…adjudant Eric, vakspecialist A Forensische Opsporing

Het Forensisch- en Opsporingsteam van de KMar heeft in Oekraïne onderzoek gedaan naar mogelijke oorlogsmisdaden voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. De KMar heeft, met ondersteuning van specialisten van andere krijgsmachtdelen, een bijdrage geleverd aan het veiligstellen en onderzoeken van bewijsmateriaal. Voor het verzamelen van bewijsmateriaal zette de KMar specialisten in op het gebied van zowel technische als tactische opsporing. Adjudant Eric is vakspecialist A Forensische Opsporing en vertelt over zijn ervaringen.

“Na een opwerkperiode van ongeveer 3 weken reisden we namens de brigade Recherche met 3 verschillende specialismen af naar Oekraïne. Naast een externe patholoog waren er vanuit de KMar tactische rechercheurs om getuigenverklaringen op te nemen van de lokale bevolking. Ook zetten we digitale rechercheurs in voor het onderzoeken van gegevensdragers. En daarnaast was er een club van Forensische Opsporing voor het veiligstellen van sporen en sporendragers voor nader dactyloscopisch onderzoek of voor DNA. Daar maakte ik deel vanuit als Coördinator Plaats Delict Unit. Ik gaf terugkoppeling aan de forensisch coördinator, die onze bevindingen toevoegde aan het grotere onderzoeksplaatje en vervolgens rapporteerde aan het Internationaal Strafhof.

“Na een opwerkperiode van ongeveer 3 weken reisden we namens de brigade Recherche met een drietal verschillende specialismen af naar Oekraïne.”

We werkten in Oekraïne in opdracht van het Internationaal Strafhof. Dat bepaalde de prioriteiten, waar we werden ingezet en hoe we op de betreffende locatie met onze kennis en kunde ons steentje bij konden dragen. Hoewel het veiligstellen van sporen in beginsel altijd hetzelfde is, waren de omstandigheden waaronder we moesten werken vanwege de situatie natuurlijk wel anders. Een plaats delict wordt in Nederland bijvoorbeeld meteen afgezet en verzegeld en wij zijn daar zo snel mogelijk aanwezig voor een forensisch onderzoek om bewijsmateriaal te verzamelen. Dat verliep nu anders. Daarnaast werken we in Nederland normaliter altijd samen met de tactische en digitale rechercheurs, maar die collega’s werden op verzoek van het Strafhof op andere locaties ingezet.

De rol die we uiteindelijk als FO vervulden was anders dan gebruikelijk. Zo was het niet onze taak om zelf sporen veilig te stellen. Onze hoofdtaak was uiteindelijk om op verzoek van het Strafhof 2 jonge lokale politieagenten, die nog in opleiding waren, te assisteren en adviseren. We hebben ze zo goed mogelijk geïnstrueerd hoe ze sporen en sporendragers moeten veiligstellen, verpakken en administratief verwerken en ze zo stap voor stap aangeleerd en opgeleid op welke manier ze forensisch werk moesten uitvoeren. Daar waren ze hartstikke blij mee. Zo hebben we dat gedaan in de provincie Chernihiv. Daar hadden Russische militairen in een kelder van een gebouw dorpelingen vastgehouden. Toen die werden verjaagd hebben ze sporen en sporendragers achtergelaten in de vorm van kledingstukken, gevechtslaarzen, noodrantsoenen, sigarettenpeuken en plastic flessen.

“Onze hoofdtaak was uiteindelijk om op verzoek van het Strafhof 2 jonge lokale politieagenten, die nog in opleiding waren, te assisteren en adviseren.”

De onderlinge samenwerking met de andere Nederlandse collega’s was fantastisch. Dat heeft ons team echt goed gedaan. Ieder specialisme heeft bij een inzet zijn eigen belangen en verantwoordelijkheden en dat kan er dan voor zorgen dat zaken soms stroef lopen. Maar daar was nu geen sprake van. Alles ging in goed overleg. Dat was echt top aan deze missie. Ik moet ook zeggen dat ik erg blij was met de aanwezigheid van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie, die onze veiligheid waarborgden en continu aan onze zijde stonden. Dat heeft ons wel een veilig gevoel gegeven.

Op televisie leek het alsof heel Kiev aan puin was geschoten, maar dat was echt niet het geval. De buitenwijken van de stad en met name de omringende steden zijn zwaar getroffen. Je ziet kapot geschoten voertuigen en gebouwen en hoort van de inwoners indrukwekkende verhalen. Ik vind het moeilijk om iets te zeggen over de dreiging. Iedereen beleeft dat op een andere manier. We hebben geen Russische soldaten gezien, maar in totaal hebben we wel zo’n 10 uur in schuilkelders doorgebracht en sommigen zelfs 40 uur in totaal, per keer variërend van een kwartier tot soms wel 3 uur. Soms ging het luchtalarm meerdere keren in een nacht. Dat is best wel intensief. Als je dat voor de eerste keer meemaakt, gaat je hart wel sneller kloppen. Maar daar bleef het gelukkig bij, we hebben geen inslagen gehoord.

“De buitenwijken en omringende steden van Kiev zijn zwaar getroffen. Je ziet kapot geschoten voertuigen en gebouwen.”

Ik denk dat onze missie zeker geslaagd is. Ik vind dat we er niet voor niets zijn geweest en als team het maximale eruit hebben gehaald onder de omstandigheden waarin we moesten werken. Ik sluit deze missie met een goed gevoel af. In de provincie Chernihiv hebben we tientallen sporen kunnen laten veiligstellen, foto’s laten maken en er zijn metingen verricht. We hebben erop toegezien dat dat op de juiste wijze gebeurde. De externe patholoog heeft een belangrijke bijdrage geleverd en de tactische rechercheurs hebben veel getuigen kunnen horen. Ook hebben onze digitale rechercheurs goed werk verricht voor de Oekraïense autoriteiten. Die waren erg blij met hun expertise op het gebied van het ontgrendelen van bijvoorbeeld telefoons. Ik heb persoonlijk weer veel geleerd, vond de missie een grote uitdaging en ben blij dat ik hier deel van heb mogen uitmaken.”

Tekst: Robert den Hartog | Foto’s: FO-team Koninklijke Marechaussee