06

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 03

‘Voorzichtig doorzochten we het dichtbegroeide bos’

Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.

Op een donkere herfstavond in november waren wachtmeesters-1 Thijs en Rob van de brigade Oostgrens-Midden druk bezig met een MTV-controle langs de A12. Rob als commandant van de locatie en Thijs als dynamische controleur op de motor. Terwijl Thijs vlak bij de controlestrook reed, zag hij in zijn ooghoek een auto die zijn aandacht trok. De auto had donkere ramen en een Duits kenteken. Hij ging er meteen achteraan en haalde het voertuig in. Terwijl hij voor de auto reed, sloeg die ineens af naar een tankstation. Thijs was de afslag al voorbij. Bij de eerstvolgende afslag maakte hij rechtsomkeert om direct naar het tankstation bij Babberich te gaan.

Thijs zag een auto die zijn aandacht trok en ging er meteen achteraan.

Was het voertuig nog bij het tankstation?

Thijs: “Toen ik bij het tankstation aankwam, zag ik dat de bestuurder aan het tanken was. Ik zag ook allerlei oogjes achter de ramen van zijn auto. Ik heb snel mijn collega’s geïnformeerd voor assistentie, want dit zou best eens interessant kunnen worden. Maar zij waren zelf druk met andere zaken op de controlestrook.

Op een gegeven moment stapten de inzittenden uit de auto. Wat nu? Ze stonden buiten met elkaar te praten. Uit het niets begon de bestuurder tegen hen te schreeuwen, waarna zij het op een lopen zetten. Ik hoorde niet wat hij zei, want het was in een onbekende taal, waarschijnlijk Arabisch. Ik telde 7 mensen die keihard wegrenden en over een nabijgelegen hek klommen, een bos in. Ik drukte meteen de noodknop van de porto in om de meldkamer te informeren. Het ging om 6 mannen en 1 tiener. Ze droegen allemaal een rugtasje, waarschijnlijk ging het om vreemdelingen.”

"Ik drukte meteen de noodknop van de porto in om de meldkamer te informeren."

Wanneer konden jullie ondersteunen Rob?

Rob: “In eerste instantie was het niet helemaal duidelijk wat er speelde bij Thijs en wij waren zelf druk. Maar later riep Thijs door de porto dat er 7 mensen wegvluchtten, dus toen was het helder dat er wat moest gebeuren. Waren het vreemdelingen, criminelen? Dat was nog onbekend. We zijn met spoed in de auto naar Thijs gereden.”

Hoe was de situatie bij het tankstation?

Thijs: “Ik riep ondertussen tegen de wegrenners in het Engels dat ze terug moesten komen, maar daar reageerden ze niet op. Met het fluitje uit mijn motorpak heb ik hard gefloten om hun aandacht te trekken. Het hele tankstation keek op, maar dat maakte geen verschil voor de mensen die op de vlucht waren geslagen.

Ik heb vervolgens eerst de bestuurder van de auto in de boeien geslagen op verdenking van mensensmokkel. Ik heb de boeien vastgemaakt aan een hek, zodat hij geen kant op kon. Toen kwam Rob kwam ter plaatse en ook onze teamleider tweede luitenant Hielke, de Officier van Dienst. Samen maakten we een plan van aanpak. Hoe konden we die groep mensen vinden?”

Rob: “Via de meldkamer vroegen we een helikopter met warmtebeeldcamera aan, om hen van boven te kunnen lokaliseren. Maar het weer was daar te slecht voor. De camera zou niets zien vanwege laaghangende bewolking, dus dat viel af.”

Met het fluitje uit mijn motorpak heb ik hard gefloten om hun aandacht te trekken.

Wat hebben jullie toen besloten?

Thijs: “We besloten het bosperceel af te zetten. Inmiddels waren meerdere marechaussees en politieagenten ter plaatse gekomen om te assisteren. We hebben ze in koppels neergezet op strategische posities rondom het bos, dat best nog groot was. En dichtbegroeid. Ook hebben we een speurhond aangevraagd. De Landelijke Eenheid had een hondenbegeleider met speurhond beschikbaar die kon worden ingezet. Toen die eenmaal ter plaatse waren, trokken we op linie door het dichtbegroeide bos, achter de hondengeleider met hond aan.

We hadden allemaal een reflecterend hesje aangetrokken, om elkaar niet kwijt te raken in het ondoorzichtige bos. De hond blafte flink, dat hoorde je door het hele bos. Hij leek een spoor op te vangen. Het was pikkedonker en we zagen alleen onze directe omgeving met onze lampen. We gingen voorzichtig voorwaarts, we waren scherp. We wisten namelijk niet wat voor mensen we zouden aantreffen en of ze gewapend zouden zijn.”

“We besloten het bosperceel af te zetten.”
“Meerdere marechaussees en politieagenten waren ter plaatse gekomen om te assisteren.”

Zagen jullie de groep ergens?

Rob: “We hebben ze zelf niet meer in het bos gezien. We hoorden van collega’s dat ze na verloop van tijd met hun handen in de lucht het bos zijn uitgelopen. Helemaal aan de andere kant. Ze boden geen verzet, luisterden gedwee en ze waren behoorlijk verkleumd. Collega’s die daar postten, hebben hen naar de brigade gebracht waar ze gehoord zijn als getuige van mensensmokkel.

De mannen hadden hun telefoons vernield om eventueel bewijs van smokkel uit te wissen. Maar een deel van hen bevestigde tijdens het verhoor toch dat het mensensmokkel betrof. Ze waren ongedocumenteerd en geen familie van de inzittenden. Ze kwamen uit Syrië en hadden geld betaald voor een reis naar een beter leven. Tijdens de doorzoeking van de auto vonden we een geldbedrag dat overeenkwam met het bedrag dat de Syriërs zeiden dat ze hadden betaald.

Omdat het al laat was, hebben de gesmokkelden de nacht doorgebracht op de brigade. Er is een ambulance gekomen om te controleren of ze niet onderkoeld waren geraakt, maar dat bleek niet het geval. De volgende dag zijn de Syriërs naar het asielzoekerscentrum in Ter Apel gebracht voor een asielaanvraag. Daar zijn ze de asielprocedure ingegaan.”

We trokken op linie door het dichtbegroeide bos.

En de bestuurder?

Thijs: “De bestuurder is een heel ander verhaal. Hij komt ook uit Syrië, maar heeft een Duitse verblijfsvergunning. De verdachte is na arrestatie overgedragen aan de recherche in Zevenaar, waar hij is verhoord en waar onder meer zijn telefoon is doorzocht.”  

Hoe kijken jullie terug op deze zaak?

Thijs: “Mensensmokkel komt vaker voor in de grensregio, maar deze zaak was extra bijzonder omdat er zoveel mensen in één voertuig zaten en omdat ze wegrenden. Dat is ongebruikelijk. Meestal werken ze mee. Ze bevestigden later dat ze het bos in waren gerend omdat de bestuurder dat tegen hen had geschreeuwd.”

Rob: “Ook de samenwerking met zoveel collega’s is bijzonder. Iedereen pakte snel zijn taak op en deed wat ‘ie moest doen. Samen hebben we de casus zo tot een mooi einde gebracht. Terug op de brigade tijdens het eerste koffietje zeiden we tegen elkaar dat we trots waren dat we de zaak samen op deze manier hadden afgehandeld.”

Wat is de status van het onderzoek naar de verdachte?

Thijs: “Zijn dossier ligt inmiddels bij het Openbaar Ministerie. De verdachte zit nog steeds vast, dat is best uitzonderlijk. Meestal worden vermeende mensensmokkelaars na enkele dagen vrijgelaten om hun proces in vrijheid af te wachten. Ditmaal heeft de man daar echter geen toestemming voor gekregen vanwege het hoge aantal van 7 gesmokkelden in een relatief kleine auto en omdat zijn getuigenis niet geheel strookte met de onderzoeksbevindingen. Hij moet nog voor de rechter verschijnen. ”

Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl.

Tekst: kapitein Henny de Boer | Foto’s: korporaal Gregory Fréni