‘Nooit eerder op deze schaal mensen opgeleid voor artikel 4’
De oorlog in Oekraïne heeft ook gevolgen voor de inzet van de Koninklijke Marechaussee. Het aantal Nederlandse inzetten aan de oostflank van het NAVO-gebied is toegenomen, en dus ook het aantal marechaussees dat daar de militaire politiezorg voor zijn rekening neemt. En dat zijn er ineens best veel. “We hebben in de afgelopen jaren niet eerder op deze schaal collega’s opgeleid voor inzetten in het buitenland.”
“Voordat Rusland Oekraïne binnenviel, waren al collega’s van ons werkzaam bij de inzet enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen voor de militaire politiezorgtaak. Maar sinds de Russische inval zijn een aantal zaken in een stroomversnelling geraakt”, vertelt adjudant Eddie Cijvat, senior medewerker van de sectie (Inter)nationale en Militaire Politietaken (IMPT). De telefoon van Cijvat staat sindsdien roodgloeiend. “Onze inzetten in het buitenland zijn in een maand verdubbeld. Dat is echt veel. Normaal gesproken hebben we doorlopend 3 à 4 artikel 4-missies in het buitenland per jaar. Nu zijn er in een maand tijd meerdere bijgekomen. Dat heeft een behoorlijke impact.”
Een overzicht van de huidige inzetten aan de oostflank van de NAVO waarvoor de Marechaussee de militaire politiezorg levert:
LITOUWEN
Enhanced Forward Presence (eFP).
Marechaussee: 4 marechaussees voor artikel 4.
Nederland neemt sinds 2017 met ongeveer 270 (maximaal 350) militairen per rotatie deel aan eFP. Nederland vormt momenteel een battlegroup samen met framework nation Duitsland, België, Noorwegen en Tsjechië. Hoewel de samenstelling van de battlegroups regelmatig verandert, vormt Duitsland samen met Nederland sinds 2017 de kern van de eFP-bijdrage in Litouwen. De vooruitgeschoven aanwezigheid in Litouwen dient als geruststellende maatregel voor Litouwen en ter geloofwaardige afschrikking van Rusland. Daarnaast verstevigt de Nederlandse bijdrage de samenwerking met Duitsland als belangrijke strategische partner.
BULGARIJE
Air Policing ‘Guardian Lightning’
Marechaussee: 2 marechaussees voor artikel 4.
Nederland levert 2 F-35’s inclusief ondersteunend personeel voor Air Policing-taken voor de periode april-mei 2022. De vliegtuigen zullen vanuit Bulgarije Quick Reaction Alert-taken uitvoeren en zijn direct inzetbaar voor het onderscheppen van onbekende vliegtuigen boven het NAVO-verdragsgebied.
SLOWAKIJE
Enhanced Vigilance Activity (eVA) BAMDTF (Binational Air Missile Defence Task Force)
Marechaussee: 2 marechaussees voor artikel 4.
De Nederlandse inzet in Slowakije bestaat uit 1 Patriot-luchtverdedigingseenheid. Die zal worden ingezet om het NAVO-verdragsgebied en de bevolking te beschermen tegen inkomende raketten. Ontplooiing van de Nederlandse Patriot-eenheden vergt de inzet van ongeveer 150 Nederlandse militairen. Met het oog op het waarborgen van het eigen voortzettingsvermogen duurt de inzet in principe 6 maanden. De inzet vindt plaats in de omgeving van de luchtmachtbasis in Sliac, in centraal Slowakije, onder aansturing van de NAVO.
En wie weet volgt er meer. Dat is momenteel lastig te voorspellen, maar de Marechaussee moet daar wél op voorbereid zijn. Zo moeten er mensen worden opgeleid, en moeten verbindingsmiddelen en andere noodzakelijk materieel worden ‘geprept’. Bovendien is het streven om de marechaussees in het buitenland na 3 of 4 maanden af te lossen, dus de pool moet flink worden uitgebreid. Daarom is het aantal klassen van de opleidingen Artikel 4 Politiewet (buitenlandmodule) en Algemene Militaire Basisvaardigheden (AMBV) op het Opleidings-, Trainings- en Kenniscentrum van de Koninklijke Marechaussee (OTCKMar) niet alleen verhoogd, maar ook de klassen zelf zijn groter geworden.
Grotere vraag
Het Landelijk Tactisch Commando bepaalt hoeveel collega's de verschillende brigades aanleveren. Daarbij moeten soms snel keuzes worden gemaakt, vertelt Cijvat. “Er wordt bij wijze van spreken vrijdag een uitvraag gedaan, en maandag moet er een antwoord worden gegeven.” De collega’s voor Bulgarije konden nog uit de pool van de Snelle Interventiemacht worden gehaald. Dat zijn mensen die stand-by staan voor calamiteiten, waar dan ook ter wereld. Maar om versneld en structureel aan deze grotere vraag te kunnen voldoen, moet de Marechaussee meer mensen volledig hebben opgeleid. “Een opwerktraject voor een missie duurt normaal gesproken enkele maanden, dus daar kunnen we niet snel genoeg mee beginnen”, legt Cijvat uit.
Puzzelen
Indirect hebben deze missies ook impact op de planning voor de deelname van artikel 4-marechaussees aan internationale oefeningen en adaptaties. Jaarplanningen, kwartaalplanningen; zaken worden voortdurend omgegooid. “We plannen normaal gesproken ver vooruit, maar nu hebben we ineens met vele veranderingen te maken. In razend tempo worden zaken geannuleerd, verplaatst, of anderszins aangepast. We varen momenteel op een weekkoers. Het betekent veel puzzelen en inspringen op nieuwe situaties. Ik heb het nog niet eerder zo hectisch meegemaakt als nu.”
En er komt best veel bij kijken om mensen op pad te sturen. De sectie IMPT stelt in elk geval alles in het werk om het mogelijk te maken. “We gaan bij andere krijgsmachtdelen langs en staan in nauw contact met allerlei partijen zoals de Chief Operations, Bureau Buitenland Missie en LSO KMar bij de Defensiestaf. En indien mogelijk gaan we ook mee op verkenning. Zoals in Bulgarije. We hebben daar onder meer gekeken naar de ligging van de werklocaties, het verblijf, de aanwezigheid van een ziekenhuis en contacten gelegd met de lokale politie en autoriteiten. Als er zaken ontbreken, proberen we dat op te lossen.” De sectie IMPT zet alles op alles om het mogelijk te maken. “We doen het maximale om onze collega’s goed voorbereid op pad te sturen.”