Dit deed de Koninklijke Marechaussee
Na bijna 20 jaar Nederlandse militaire aanwezigheid loopt de NAVO-missie in Afghanistan op zijn eind. De afsluiting van een hoofdstuk voor de krijgsmacht an sich, maar zeker ook voor de Koninklijke Marechaussee. Een greep uit de taken die KMar-collega’s door de jaren heen vervulden.
Militaire politiezorg
Daar waar Nederlandse militairen werken, zijn vrijwel altijd marechaussees aanwezig. Zij vervullen ook in het buitenland een militaire politietaak en behandelen overtredingen en eventuele misdrijven.
Bij alle grote (deel)missies in Afghanistan was zo’n MP-detachement voor militaire politiezorg ter plaatse. Zowel in Baghlan (2004-2006), Uruzgan (2006-2010), Kunduz (2011-2013) en Mazar-e-Sharif (2015-heden). De grootte van het detachement liep uiteen, afhankelijk van de omvang van de missie als geheel.
Het omvangrijkste MP-detachement maakte deel uit van de Task Force Uruzgan waar het grootste Nederlandse kampement, Kamp Holland in Tarin Kowt, zich bevond.
Opleiding en training
Begin 2005 start de KMar in de provincie Baghlan met het verzorgen van politietraining. De marechaussees worden ingezet als onderdeel van het Provinciaal Reconstructie Team (PRT); een speciale militaire eenheid die helpt bij de wederopbouw van het land.
Een KMar-instructiegroep verzorgt basale politietrainingen voor de lokale politieagenten. Denk aan schietinstructies, benaderingstechnieken, een stukje recht en verkeers- en opsporingstechnieken. Later sluit, naast de politie, ook lokaal gevangenispersoneel aan bij de trainingen.
De inzet in Baghlan loopt een jaar later af, het moment dat Taskforce Uruzgan wordt opgericht, een Nederlandse militaire operatie in de Afghaanse provincie Uruzgan die zal lopen tot en met 2010.
Ook hier verzorgt een PRT de politietrainingen. Aanvankelijk gebeurt dat binnen de omheining van de kampen, maar vanaf 2008 worden door zogeheten Police Mentor(ing) Teams (PMT’s) ook trainings- en begeleidingstrajecten buiten de poort gegeven. Samen met infanteristen van de landmacht ondersteunt de KMar lokale politie in opbouw naar hun taak.
In 2011 start de ISAF-trainingsmissie in Kunduz. Een groep van 50 marechaussees wordt uitgezonden om met collega’s van de Nederlandse Politie lokale agenten te trainen. Dat gaat zowel om initiële opleidingen als begeleiding in het veld.
Met de afloop van de missie in Kunduz, in 2013, stoppen ook de politietrainingen. Althans, in het veld. Op hoger niveau blijven KMar-collega’s betrokken bij het opzetten en plannen van verschillende opleidingen en trainingen.
Staf
Naast de 2 hoofdtaken, militaire politiezorg en training, wordt KMar-personeel gedurende de hele Nederlandse bijdrage in Afghanistan in diverse andere hoedanigheden ingezet. Bijvoorbeeld binnen staven.
Zo had de commandant van het PRT in Baghlan al een liaison police in zijn staf als adviseur politiezaken. Een rol die ook binnen andere (deel)missies door marechaussees werd ingevuld.
Daarnaast waren in het kader van de NATO Training Mission-Afghanistan (NTM-A) KMar-officieren werkzaam in de staf van de Combined Training & Advisory Group-Police (CTAG-P) in Kabul. Zij hielden onder andere toezicht op alle politieopleidingen.
Dit is slechts een greep uit de grote groep KMar-officieren die in Afghanistan zijn ingezet. Ook in meer algemene functies en andere deskundigheden waren ‘blauwe’ collega’s actief, bijvoorbeeld op juridisch gebied of als gender advisor.
BSB
Tot slot was ook de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten nauw betrokken bij de missies in Afghanistan door het verzorgen van VIP-begeleiding voor bezoekende militaire en civiele autoriteiten.
Een bijzonderheid daarbij was dat de Nederlandse generaals die de functie van commandant Regional Command South vervulden (generaal-majoors Van Loon in 2006-2007 en De Kruif in 2008-2009) door de BSB werden beveiligd.
Op de Wapendag van de KMar in 2013 is aan 6 leden van de BSB een groepswaardering (waarderingsspeld in brons) uitgereikt voor hun optreden tijdens een incident in Afghanistan in mei 2012.
NAVO in Afghanistan
Nederland zet in Afghanistan al bijna 20 jaar militairen in. Aanleiding daarvoor zijn op 11 september 2001 de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten, waaronder op het World Trade Center in New York. Een dag later verklaart de NAVO artikel 5 van het handvest van de organisatie van kracht: een aanval op een van de leden, is een aanval op allen.
In totaal zond alleen Nederland al 30.000 militairen naar het Aziatische land om een bijdrage te leveren aan de vrijheid van een ander. Zij voerden onder meer patrouilles uit, spraken met dorpsautoriteiten tijdens zogenoemde shura’s, trainden militairen en vochten. Inmiddels is besloten dat NAVO-missie Resolute Support stopt. De laatste Nederlandse militairen komen naar verwachting in juli thuis.