Versoepelingen zorgen voor meer uitzonderingen
Het Europees inreisverbod voor reizigers uit landen buiten de Europese Unie is momenteel nog steeds van kracht. De EU-maatregel werd in maart 2020 afgekondigd vanwege het toenemende aantal besmettingen door het coronavirus. Voor KMar-collega’s werkzaam binnen de grenspolitietaak zorgde en zorgt het inreisverbod nog steeds voor behoorlijk wat extra werk. Want naar mate de versoepelingen en het aantal reizigers toenemen, stijgt het aantal uitzonderingsgevallen op de geldende regelgeving.
Focuste de grenswachter in het pré-corona tijdperk zich aan de grens op de identiteit, het visum, het doel en de duur van het verblijf en de middelen van een reiziger, vanaf het instellen van het EU-inreisverbod is daar een controlestap voorgekomen. Wat de KMar-collega’s aan de grens namelijk als eerste te weten moeten komen is of de reiziger, die Nederland en dus de EU wil inreizen, wel een essentiële reden heeft om zijn reis te maken en tot de lijst met uitzonderingen behoort. Het speciaal opgestelde Handelingskader Weigeringen, waarvan de operationele collega de laatste versie kan raadplegen via de KMar Operationele Werkplek Activiteiten (KOWA), ondersteunt daarbij.
‘We hebben het Handelingskader Weigeringen al flink wat keren aangepast’
Handelingskader Weigeringen
Kapitein Jack Hoeberichts is één van de 4 coördinatoren Grenspolitietaken. Hij werkt bij de sectie Grenspolitietaken van de afdeling Operaties van het Landelijk Tactisch Commando en is vanaf het begin nauw betrokken bij het opstellen, bijhouden en delen van het Handelingskader Weigeringen. Hoeberichts ‘vertaalt’ voor de operationele collega’s het beleid dat het cluster Grensmanagement (Staf CKMar) samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken, Infrastructuur en Waterstaat, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de directie Migratiebeleid van Justitie en Veiligheid maakt. Zo weten de collega’s voor wie het inreisverbod geldt en hoe ze vervolgens moeten handelen.
“Aan ons de taak om de collega’s duidelijke handvatten te geven, zodat ze de juiste beslissingen kunnen nemen”, legt Hoeberichts uit. En dat levert volgens hem behoorlijk wat extra werk op. “In eerste instantie kregen we een pakket met regels, maar al snel kwamen er uitzonderingen op de maatregel voor bijvoorbeeld bepaalde beroepsgroepen of familiebezoeken bij ziekte, overlijden of bevalling en zelfs een tijdelijke regeling voor langeafstandsgeliefden. We hebben het handelingskader al flink wat keren aangepast, soms ook op basis van informatie die wij van de operationele collega’s ontvingen. Zij zagen trends ontstaan en vroegen ons om duidelijkheid.”
‘Wat is een essentiële reis en wat niet? Individuele zaken kunnen altijd net iets afwijken’
Flexibiliteit en inlevingsvermogen
“Het almaar groeiende aantal uitzonderingen en de wijzigende lijst met (on)veilige derdelanden heeft flink wat van de flexibiliteit en inlevingsvermogen van onze collega’s gevraagd”, realiseert Hoeberichts zich. “Wat is een essentiële reis en wat niet? Individuele zaken kunnen altijd net iets afwijken. En dat resulteerde zo nu en dan weleens in onduidelijkheid en telefoontjes en het nodige uitzoekwerk. Gelukkig staan we goed in verbinding met de collega’s en ondersteunen we elkaar goed. We hebben de situatie kunnen managen, mede omdat het aantal reizigers ook flink was afgenomen. Toch hebben we al meer dan 2.000 reizigers de toegang tot de EU geweigerd.”
Nu de zomerperiode voor de deur staat en de versoepelingen verder lijken toe te nemen, zal ook het aantal reizigers aan de grens stijgen. “Dat is positief, maar maakt het werk voor nu een legpuzzel. De uitzonderingen nemen namelijk toe. We zien uit naar dat alle maatregelen worden teruggedraaid, het werk aan de grens weer als vanouds kan worden uitgevoerd en het handelingskader niet meer nodig is. Eerst hopen we op een kantelpunt in de regelgeving: dat de eisen voor toegang eenduidiger en eenvoudiger worden. Bijvoorbeeld dat andere partijen checken of reizigers beschikken over een geldige PCR-test of digitaal corona-certificaat. Dat maakt het werk al een stuk makkelijker.”
Hoe zij het werk aan de grens het afgelopen jaar hebben ervaren...
Wachtmeester Rutger, brigade Zuid-Holland
“De coronamaatregelen hebben vorig jaar het werk dat onze brigade aan de grens uitvoert sterk beïnvloed. Geen vluchten meer op Rotterdam-The Hague Airport en een flinke afname in het aanbod van reizigers op de maritieme doorlaatposten Hoek van Holland en Europoort. Ook het aantal inklimmers, dat via de haven illegaal naar Groot-Brittannië wilden reizen, liep terug. Daarvoor in de plaats nam het aantal weigeringen vanwege het EU-inreisverbod wel toe. Dat was wel even schakelen. De regelgeving wijzigde vaak. Soms moesten we de helft van de ferrypassagiers de toegang tot de EU ontzeggen. Soms leidde dit tot onduidelijke situaties en discussies met de reizigers, maar het Handelingskader Weigeringen bood uitkomst.
Persoonlijk vond ik dat het werk aan de grens vanwege corona minder uitdagend was. Ik werk nog niet lang bij de brigade, maar was vorig jaar voorbereid op de zomerdrukte. De vrijgekomen capaciteit heeft de brigade benut om de informatiepositie binnen de militaire politiezorg, de kleinere jachthavens en ondermijning te vergroten en de contacten met ketenpartners te versterken. Ik was erg blij dat we die mogelijkheid kregen. Momenteel zien we het aantal reisbewegingen en inklimmers weer toenemen. Ik verwacht dat we binnen de kortste keren weer op volle sterkte aan de grens werken. Het wordt nog een uitdaging om dit te combineren met de werkzaamheden waar tot voorkort de focus op lag. We zullen daar een oplossing voor moeten vinden.”
Wachtmeester-1 Wesley, brigade Grensbewaking
“Ik werk op Schiphol bij het team Dedicated Gate Control dat gate controles uitvoert bij zogenoemde risicovluchten. De focus ligt daarbij onder andere op illegale migratie, mensenhandel en -smokkel, documentfraude of het onderkennen van mogelijke asielzoekers. Voor ons, als mobiel (of flexibel) team binnen de brigade grensbewaking, daalde het werkaanbod vanwege de coronamaatregelen. Er was minder werk. Als we stuitten op reizigers, die geen uitzondering vormden op het EU-inreisverbod, pikten we die er bij de gate uit. Dat scheelde werk voor de collega’s in de balie. Ook controleerden we de coronatestbewijzen op echtheid en richtten we ons vaker op vluchten en reizigers die we voorheen minder snel zouden controleren. Dat leverde soms mooie zaken op.
De coronamaatregelen hebben er in de eerste periode voor gezorgd dat ik een tijdje op afroep thuis heb gezeten ter beschikking van de brigadecommandant. Aan de ene kant een mooie gelegenheid om e-learnings en trainingen te volgen en je kennis op peil te houden. Aan de andere kant miste ik het werk, de collega’s en de sociale contacten wel heel erg. Ik ben blij dat we nu weer zien dat het aantal reizigers en interessante zaken begint toe te nemen en dat er door de versoepelingen steeds meer mogelijk is. De grootste uitdaging - en daar werken we nu al hard aan - is om er achter te komen of gedurende de coronamaatregelen ook onze doelgroep zijn werkwijze heeft aangepast. Aan ons de taak om er klaar voor te zijn als het straks echt weer als vanouds druk is op de luchthaven.”