04

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 07

Hoe zij informanten over de streep trekken

2 runners vertellen hoe zij te werk gaan

Normaal gesproken stellen zij de vragen en maken zij de notities en de verslagen. Maar deze keer zijn de rollen omgedraaid. Opperwachtmeesters S. en R. - vrouw en man, beiden 42 jaar - werken als runner bij het Team Criminele Inlichtingen van de brigade Recherche van de Koninklijke Marechaussee. Kort samengevat benaderen ze potentiele informanten en onderhouden daar contact mee om criminele inlichtingen in te winnen voor rechercheonderzoeken. Het duo geeft een inkijkje in hun werkzaamheden en vertelt waarom zij vinden dat ze de mooiste baan hebben die er is. Anoniem uiteraard.

Dat S. en R. hun verhaal alleen naamloos willen vertellen heeft een goede reden. De criminelen die zij indirect najagen zijn niet van het kaliber snoepjesdief, maar maken zich schuldig aan zware vergrijpen, zoals migratiecriminaliteit en drugssmokkel. Als de identiteit van een runner bekend is in de onderwereld, kan dat ongewenste gevolgen hebben voor een informant. Een link tussen beide partijen moet dus koste wat kost worden voorkomen. R.: “Klanten (informanten, red.) willen alleen praten als ze volledig anoniem blijven. We opereren dus heimelijk en dat is niet om stoer te doen. Het is een vereiste om de veiligheid van een klant te kunnen waarborgen. Dat heeft de hoogste prioriteit. Informatie mag nooit herleidbaar zijn, onze bronnen schermen we af.”

Voordat S. en R. een potentiele informant benaderen, doen ze eerst uitgebreid onderzoek, schatten de situatie in en maken een plan.

‘Koud’ aanlopen

En dan de praktijk. De runners maken gebruik van verschillende soorten informanten. Enerzijds zijn er personen die zichzelf melden bij het TCI om informatie te delen met de runners over criminele activiteiten, anderzijds werken de runners in opdracht van de Recherche of selecteren en benaderen ze zelf interessante personen op basis van restinformatie. Het zogenoemde ‘koud’ aanlopen van potentiele informanten is volgens S. en R. hun grootste kracht. S.: “Voordat we iemand benaderen doen we eerst uitgebreid onderzoek, schatten de situatie in en maken een plan. Voor diegene is het vaak wel even schrikken als wij ze aanspreken. ‘Wildvreemde mensen die mij kennen?’. Aan ons de taak ze gerust te stellen en de mogelijkheid te bieden om met ons samen te werken.”

‘Je moet het niet spannender maken dan het is, maar je moet wel altijd op je hoede zijn’

Na het eerste contact plannen de runners met instemming van hun klant een vervolgafspraak in. Waar die tweede ontmoeting plaatsvindt, is altijd een verrassing. R.: “Dat kan echt overal zijn. We werken landelijk. De ene keer is het in Groningen, de andere keer in Limburg. In principe een locatie waar de klant zich prettig voelt. Dat kan een parkeerplaats zijn, een hotelkamer of een andere openbare ruimte.” S.: “Het is altijd de vraag of de klant daadwerkelijk op komt dagen. Je probeert ook op een creatieve manier zoveel mogelijk rekening te houden met onverwachte omstandigheden. We gaan daarom nooit alleen op pad en dragen altijd een wapen bij ons. Je moet het niet spannender maken dan het is, maar je moet wel altijd op je hoede zijn.”

S. en R.: “Het geeft een kick als blijkt dat informatie bruikbaar is en uiteindelijk tot een aanhouding leidt.”

Kick

“Overtuigingskracht, durf, lef, nieuwsgierigheid”, zijn volgens S. en R. de sleutel tot succes. R.: “Je bereidt een ontmoeting zo goed mogelijk voor. Je probeert te ontdekken waar iemand gevoelig voor is, wat iemand over de streep trekt. Maar soms word je geduld echt op de proef gesteld. Na 1 keer ‘nee’ moet je niet meteen weglopen.” S.: “Een klant moet wel op vrijwillige basis mee willen werken.” Dwang of chantage zijn uit den boze. S: “De enige middelen die wij hebben om iemand over de streep te trekken zijn gegarandeerde anonimiteit en een financiële beloning. Als iemand overstag gaat en informatie met ons wil delen geeft dat een kick”, leggen S. en R. uit. “Helemaal als blijkt dat de informatie bruikbaar is en uiteindelijk tot een aanhouding of inbeslagname leidt.”

Met hun ingewonnen informatie dragen S. en R. hun steentje bij aan grote onderzoeken van de Recherche. Soms zorgen ze voor een doorbraak in een zaak. Maar het duo benadrukt dat niet alleen zij de drijvende krachten van het TCI zijn. S.: “Wij onderhouden het contact met onze klanten en maken daar verslagen van, maar zonder onze teamleiders, analisten en informatieverwerkers gebeurt er niks. We maken samen een product voor Handhaving, Opsporing en Intell; een kleine aanwijzing uit alle vergaarde informatie in de vorm van een proces-verbaal. Zo proberen we de criminelen een stap voor te blijven. Maar dat alleen is vanwege de anonimiteit van de bron niet voldoende in een strafzaak. De Recherche moet uiteindelijk met hard bewijs de zaak rond maken.”

S. en R. maken van iedere ontmoeting met een informant een verslag. Daarmee gaan analisten en informatieverwerkers van het TCI weer aan de slag.

Taart

En als het TCI successen behaalt, worden die binnenskamers gevierd. Zoals laatst toen er een man kon worden aangehouden, die verhalen verkocht aan vreemdelingen om asiel aan te vragen. Of toen er een drugssmokkelroute vanuit het Caribisch gebied naar Nederland werd opgerold. S.: “Dan staat er taart op tafel. Dat is het.” R.: “Successen deel ik ook niet buiten het werk. Op mijn vrouw na weet niemand dat ik als runner werk. Op feestjes vertel ik vaak dat ik een administratieve functie binnen Defensie heb. Dan haken mensen vrij snel af. Je hoeft echt geen raketgeleerde te zijn om deze functie te kunnen vervullen. Je moet over de juiste competenties beschikken, maar dat moet je ook als grensbewaker. Ik heb veel respect voor het werk dat zij verrichten.”

‘Op mijn vrouw na weet niemand dat ik als runner werk’

S. en R. zijn nu allebei ruim 4 jaar runner bij het TCI. Voordat ze bij hun huidige team aan de slag gingen, werkten ze al bij de brigade Recherche. Beiden woonden een voorlichting bij van het TCI, raakten geïnteresseerd en maakten de overstap. “Tot nu toe is dit de leukste functie die ik heb gedraaid”, vertelt S. “Met een klein clubje bijzondere dingen doen. Veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Je weet nooit wat een dag gaat brengen.” R: “De hele dag achter de computer is niks voor mij. De diversiteit aan klanten met wie ik contact heb en een werkrelatie onderhoud is ook erg leuk: van huisvrouwen tot shabby gasten. En daarnaast heb ik ook een tijdje in het Caribisch gebied mogen werken, een heel bijzondere ervaring. We hebben gewoon de gaafste baan die er is.”

Met hun ingewonnen informatie dragen S. en R. hun steentje bij aan grote onderzoeken van de Recherche.

Interesse

Lijkt het je ook leuk om bij het TCI een functie als runner te vervullen? Vanaf begin volgend jaar heeft het runnersteam een aantal vacatures. Je kunt nu al belangstelling tonen in de vacaturebank op intranet of telefonisch contact opnemen om een keer langs te komen voor een gesprek. R. wil wel graag vooraf een hardnekkig misverstand over runners uit de wereld helpen. Volgens hem is het werk van een runner niet zoals in de film, geen James Bond-taferelen. “Als mensen denken dat we alleen maar rondrijden in dikke auto’s en uitgebreid lunchen, moet ik ze teleurstellen. Het is vaak even snel een broodje bij een tankstation langs de snelweg. Als je daarmee kunt leven, laat je dan niet weerhouden om te solliciteren.”

Tekst: Robert den Hartog | Illustraties: Crossmedia, Mediacentrum Defensie