Financiële injectie moet bijdragen aan balans en kwaliteit
De werkdruk is al lange tijd zeer hoog, maar er is licht aan het einde van de tunnel, stelt Commandant Koninklijke Marechaussee luitenant-generaal Harry van den Brink. De Marechaussee krijgt er structureel 20 miljoen euro bij.
Werken bij de Koninklijke Marechaussee heeft wat weg van topsport. Kijk bijvoorbeeld naar Olympisch turners. Krachtig en explosief als het moet, tegelijkertijd ook lenig en beheerst. Maar er moet wel tijd zijn om te trainen en rust te nemen. Anders liggen zware blessures op de loer. Dat is voor de Koninklijke Marechaussee niet anders, weet CKMar Harry van den Brink. De organisatie presteert op het allerhoogste niveau, maar de druk is sinds 1,5 jaar wel erg hoog en dat voelen de collega's. Hij wijst op de terreurdreiging, migratiestromen en het stijgend aantal vliegtuigpassagiers. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat de KMar continu flexibel moet zijn en meer moet doen, constateert de luitenant-generaal. "De collega's in de operatie leveren een topprestatie, maar de rek is er echt uit."
Geld erbij
Van den Brink is daarom blij dat de overheid extra geld vrijmaakt voor de KMar. Afgelopen anderhalf jaar heeft hij met steun van een programmabureau intensief overlegd met de secretarissen-generaal van de vier betrokken departementen. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Uit de vandaag verschenen Voorjaarsnota blijkt dat de Marechaussee er jaarlijks structureel 20 miljoen euro bij krijgt. Dit komt neer op structureel 200 voltijdbanen.
De 135 VTE die de Marechaussee tijdelijk voor 2017 gekregen heeft, wordt hiermee structureel. Zij gaan nog voor de zomer aan de slag, voornamelijk bij de grensbewaking op Schiphol waar de werkdruk het hoogst is. Maar er komt ook meer capaciteit om de zeehavens te bemannen, benadrukt CKMar. "Let wel, we zetten de mensen in daar waar ze het hardst nodig zijn. Daarbij kijken we ook naar een goede mix tussen ervaren en onervaren collega's."
Genoeg?
Maar is het genoeg, die 20 miljoen? "We zijn er nog niet", stelt Van den Brink, "al is het wel een mooi fundament om op te bouwen." Kijkend naar onder andere het groeiend aantal passagiers moeten er tot 2022 nog meer collega’s bij aldus CKMar. Of het restant er ook komt, is een politieke keuze.
Werven en behouden
Collega's zoeken is stap één, daadwerkelijk collega's vinden is lastiger. Werkzoekenden moeten natuurlijk wel interesse hebben in een baan bij de Marechaussee. "We gaan nu werven in een periode dat er veel schoolverlaters zijn. Traditioneel zorgt dat voor nieuwe aanwas", vertelt Van den Brink. "Het zou me verbazen als dat nu ineens anders zou zijn."
Daarnaast is er aandacht voor het verloop van KMar-personeel. Velen verlaten de dienst en kiezen een baan bij de politie, Douane of beveiligingsbedrijven. Om die trend te stoppen wordt de mogelijkheid verruimd om fase 3-contracten aan te bieden. Dat begint dit jaar al, meldt CKMar. Er was ruimte voor 100 vaste contracten, maar dat worden er 150. Volgend jaar zijn dat er 160 en in 2019 gaat om 210 fase 3-contracten. "Hopelijk biedt dat mensen perspectief en geeft het rust om te weten dat er mogelijkheden zijn om bij de KMar te blijven."
Toekomst en kwaliteit
Nieuwe collega's zijn niet de enige oplossing om de werkdruk in balans te krijgen. Op de korte termijn komt er steun van andere organisaties, maar op de lijst met actiepunten staan ook de inzet van reservisten en de mogelijkheid van een 40-urige werkweek. Verder wordt gekeken naar nieuwe technologieën zoals hightech poorten en controleprocedures die het werk aan de grens efficiënter maken. De doorontwikkeling van het informatiegestuurd optreden moet meehelpen aan de beoogde kwaliteitsslag.
Er komt een periodiek meetmoment waarop alles tegen het licht wordt gehouden, aldus Van den Brink. "Dat is een afspraak met de verantwoordelijke ministeries. Zijn we met de goede dingen bezig? Is er genoeg capaciteit? Wat is er nodig om de kwaliteit op peil te houden? Zo willen we voorkomen dat de problemen zich herhalen."
Even geduld
Uiteindelijk moet deze mix aan maatregelen zorgen voor balans, kracht en souplesse. Niet alleen aan de grensposten, maar overal in de organisatie. Collega's zullen echter geduld moeten hebben, aldus Van den Brink. "De problemen zijn immers niet in één dag ontstaan en dus ook niet in één dag opgelost. Maar dit is een mooi begin om de organisatie weer in balans te krijgen. We zijn er nu al volop mee aan de slag."