Foto John van Helvert
“Ik heb echt levens kunnen redden”
Mijn missie, ons belang
Gerben ging meteen na de middelbare school in dienst. Hij was goed in scheikunde, dus een loopbaan bij de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) lag voor de hand. Inmiddels werkt hij er al ruim 10 jaar en is hij opgeklommen tot sergeant-majoor. “En ik ben er nog lang niet op uitgekeken.”
"Vorig jaar waren er 2700 meldingen waar we op af moesten. Dat realiseren de mensen zich niet, maar nog iedere dag wordt er een stuk of 5 keer alarm geslagen omdat er explosieven uit de Tweede Wereldoorlog zijn gevonden. En dat zijn niet eens de gevaarlijkste. We moeten ook 2 keer per week bommen van criminelen ruimen en daarbij lopen we veel meer risico. Die zijn vaak door henzelf in elkaar geknutseld, dan weet je niet welk materiaal precies is gebruikt.
Wanneer de politie vermoedt dat er een bom onder een auto zit of dat er een hennepkwekerij is geboobytrapped halen ze de EOD erbij. Ook bij illegaal vuurwerk worden we soms ingeschakeld. Je wilt niet weten wat voor vuurwerkbommen er in elkaar worden geprutst. Midden in een woonwijk treffen we soms 100 kilo aan explosieven aan. Je ziet niet altijd meteen wat het is, maar ik durf overal op af te stappen. Het is mooi werk, want je ziet direct resultaat. Mensen raken in de stress en als je ze dan kunt helpen geeft dat een goed gevoel. Vorige week was ik bij een boer op het erf en die was heel dankbaar toen ik de boel onschadelijk had gemaakt.
Maar de EOD werkt natuurlijk niet alleen in Nederland. Zelf ben ik 3 keer in Afghanistan geweest om te helpen bij het zoeken en ruimen van bermbommen. Patrouilles lopen daardoor minder risico en daardoor heb ik voor m’n gevoel echt levens kunnen redden. Het is dus van groot belang dat Defensie die kennis in huis heeft en op peil houdt.
Ik vind het logisch dat we die kennis ook inzetten om de samenleving in Nederland veiliger te maken. De EOD verzorgt ook trainingen in andere landen. Ik zou graag nog een keer naar Cambodja of Angola gaan. Daar kunnen we mensen opleiden om al die mijnen die daar nog liggen op te ruimen.”
