De Defensieministers van de 28 EU-lidstaten zijn half februari
bijeengekomen in het Letse Riga. Ze spraken onder meer over Oost-Oekraïne en de
noodzaak van meer gemeenschappelijke inspanning op het gebied van hybride
oorlogsvoering. Hierbij speelt, naast wapensystemen, strategische communicatie
een belangrijke rol.
Minister Jeanine Hennis-Plasschaert onderschreef het belang van het
gecoördineerd uitdragen van het Europese gedachtegoed. Dat is gebaseerd op
democratische waarden en normen. Minister Hennis: “Maar daarbij is
voorzichtigheid geboden, we moeten vermijden dat we eigen propagandacampagnes
opzetten. Belangrijker is dat we vrije en onafhankelijke media en de vrijheid
van meningsuiting blijven stimuleren.”
De ministers bespraken inzetscenario’s in crisisgebieden die een potentiële
bedreiging vormen voor de Europese veiligheid. In dat verband werkt de EU aan
een snellere inzetbaarheid, met name van de EU-Battlegroups. Minister Hennis
bepleitte dat deze gevechtsgroepen bij crisis het voortouw nemen en niet alleen
‘gaten vullen’. “Daarbij gaat het om de politieke wil van alle EU-lidstaten om
ze ook in te zetten. Militair gezien zijn we er klaar voor.”
Nederlandse trainers starten opleidingen Irak
Nederlandse trainers zijn 15 februari met coalitiepartners in Erbil
in Irak gestart met het opleiden van 8 pelotons Koerdische Peshmerga-strijders.
Zij behoren tot de Irakese strijdkrachten. De cursisten volgen de
infanteriecursus en leren hoe ze terreurorganisatie ISIS op de grond kunnen
bevechten.
Alle Nederlandse trainers zijn inmiddels in basislocatie Erbil aangekomen. De
instructeurs die in Bagdad aan het werk gaan, zijn nog niet allemaal
gearriveerd. Zij beginnen in maart met het geven van de commando-opleiding.
Tijdens de opleiding komen bijvoorbeeld schietvaardigheid, gewondenverzorging
onder gevechtsomstandigheden en vechten in verstedelijkt gebied aan bod. Ook is
er aandacht voor humanitair oorlogsrecht en de behandeling van krijgsgevangenen.
De liasion officer van de Peshmerga zei tijdens de wekelijks terugkerende
werkbespreking, dat de door Nederland getrainde pelotons - die de proefcursus in
januari hadden gevolgd - aan het front opmerkelijk beter presteerden dan de
overige pelotons.
Ridder Militaire Willems-Orde overleden
Ridder Militaire Willems-Orde Cornelis Pieter van den Hoek is donderdag 12 februari op 93-jarige leeftijd in Werkendam overleden. De verzetsstrijder ontving de hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding voor zijn heldendaden tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland.
Van den Hoek heeft eind 1944 en begin 1945 de geheime verbinding tot stand gebracht tussen bezet en bevrijd Nederland. Van den Hoek legde 37 keer 18 kilometer af door de Biesbosch en over de Merwede. Hij roeide tussen tal van uiterst waakzame vijandelijke posten en patrouillerende boten. Bij Koninklijke Besluit van 30 augustus 1948 werd Van den Hoek wegens “het zich in de strijd onderscheiden hebben van uitstekende daden van moed, beleid en trouw", benoemd tot Ridder der 4e klasse der Militaire Willems-Orde. Er zijn nu nog 4 levende Ridders Militaire Willems-Orde. De Engelsman Ken Mayhew (1917), Edward Fuller uit de Verenigde Staten (1919) en de actief dienende militairen majoor der infanterie Marco Kroon (1970) en majoor Gijs tuinman (1979).
Koning bezoekt Nederlandse militairen in Mali
Koning Willem-Alexander is vorige week bij de Nederlandse troepen in
Mali geweest. Ongeveer 450 militairen zijn in het West-Afrikaanse land
gestationeerd voor VN-missie Minusma. De koning sloot zijn bezoek af in de
hoofdstad Bamako, op bijna 1.000 kilometer afstand van Gao waar hij eerst
was.
Contingentscommandant kolonel Stephan Kooijman ontving de koning en leidde
hem rond over kamp Castor waar hij uitleg kreeg over taken van verschillende
eenheden en de manier waarop ze die uitvoeren. Zo werd hij uitvoerig
geïnformeerd over de hoofdtaak: het verzamelen van inlichtingen. De koning sprak
verder met militairen die verantwoordelijk zijn voor de logistiek. Ook in
hoofdstad Bamako bezocht de vorst militairen op diverse werklocaties.
Bij het vertrek uit Gao stak koning Willem-Alexander zijn waardering niet
onder stoelen of banken. “Ik ben trots op onze Nederlandse militairen hier in
Mali”, sprak hij. “Ze doen belangrijk werk voor VN-missie Minusma en dat onder
zware omstandigheden bij een temperatuur van boven de 35 graden.”