Tekst André Twigt
Foto KPL Gregori Fréni

Ondergang Zr.Ms. Adder na 140 jaar nog steeds mysterie

Het verhaal van Zr.Ms. Adder is er één van diepe treurnis. De rammonitor verging op 5 juli 1882 met man en muis, zo’n 4 mijl uit de kust van Scheveningen. 64 bemanningsleden en een loods kwamen om. De gebeurtenis had destijds zo’n impact dat koning Willem III persoonlijk een onderzoekscommissie instelde. De exacte oorzaak van de catastrofe blijft tot op de dag van vandaag een mysterie.

Stichtingsvoorzitter Richard Schmüll: “Wrang is dat mensen op de bewuste avond het schip hebben zien strijden”.

Ter nagedachtenis van de ramp vond vorige week in de Oude Kerk van Scheveningen een ceremoniële herdenking plaats. Bij de vuurtoren en boven het wrak werden kransen gelegd. Hierbij waren onder andere locoburgemeester van Den Haag Kavita Parbhudayal, vertegenwoordigers van CZSK en nabestaanden van de opvarenden aanwezig.

De ramp zorgde destijds voor grote publieke verontwaardiging. Zeker toen op diverse plaatsen voor de kust stoffelijke overschotten en wrakstukken aanspoelden. “Wrang is dat mensen op de bewuste avond het schip hebben zien strijden”, vertelt Richard Schmüll, voorzitter van de Stichting Gedenkteken Zr.Ms. Adder. Hij doelt op het moment dat de Adder voor de kust van Scheveningen vocht tegen harde wind en de onstuimige zee.

De ceremoniële herdenking vond plaats in de Oude Kerk in Scheveningen.

De Adder kon niet veel wind en golven verdragen

Wind trok aan

5 juli 1882 begon als een rustige zomerdag met een mooi zonnetje en een lichte aflandige bries. De Adder zou van Amsterdam via Buitenhuizen en IJmuiden naar Hellevoetsluis varen, dat toen een belangrijke marinehaven was. Het schip had volgens de expert tot 14.00 uur het tij mee. Maar door een te laat vertrek kreeg het de stroom tegen. Ooggetuige P. Kuyt merkte de Adder destijds rond 15.30 uur voor de kust van Scheveningen op. De wind trok op dat moment aan en hoewel er geen storm was, verwonderde de oud-zeeman zich erover dat een rammonitor onder deze omstandigheden passeerde. Tot dan toe had hij deze vaartuigen (met een laag profiel) alleen bij goed weer voorbij zien varen.   

Bij de herdenking was een vertegenwoordiging van het Commando Zeestrijdkrachten aanwezig.

Speelbal van de golven

Schmüll kan dat laatste wel verklaren. De rammonitors hadden namelijk een slechte zeewaardigheid. Dit type vaartuig – waarvan er bij de marine 5 in de bewapening zaten – was gebouwd voor kustverdediging op de Nederlandse binnenwateren. Hiervoor waren ze uitgerust met twee 9 inch-kanons, die de schepen topzwaar maakten, waardoor ze de neiging hadden te gaan slingeren. Schmüll: “De rammonitors stonden ook bekend om hun slechte manoeuvreerbaarheid. Ze konden niet veel wind en golven verdragen. Al snel werden ze een speelbal van de elementen.”

Locoburgemeester van Den Haag Kavita Parbhudayal was bij de herdenking aanwezig.
KLTZ b.d. Jan Kees van Dalsen: “Onbegrijpelijk dat niemand alarm sloeg”.

Geen actie ondernomen

Wellicht is dat een verklaring waarom ooggetuige Kuyt de Adder rond 18.00 uur al 2 uur lang op nagenoeg dezelfde positie voor de Scheveningse kust waarnam. Door zijn kijker zag hij dat de monitor bij iedere golf onder water stak en de zee tegen de opbouw brak. Het was hem duidelijk dat de Adder niet was opgewassen tegen dit weer. Ondanks de zorgelijke situatie lichtte Kuyt de autoriteiten niet in. Schmüll: “Scheveningen beschikte in 1882 al over een eigen reddingsmaatschappij.” Dat er geen actie werd ondernomen, heeft volgens de voorzitter alles te maken met communicatie. Ook toen de Adder rond 20.30 uur meerdere vuurpijlen afvuurde, reageerde niemand. “Men nam aan dat het vaartuig assistentie van een loods of sleepboot verlangde.”

Directeur Materieel & Vastgoed van CZSK CDR Harold Liebregts sprak namens de Commandant Zeestrijdkrachten.

Horloges stilgevallen

De nalatigheid de Adder te hulp te schieten, is achteraf bezien onbegrijpelijk. Het vissersschip ‘Twee Gezusters’ van schipper B. den Dulk bevond zich 2 uur lang in de directe omgeving van het worstelende schip. Ook toen het afsteken van vuurpijlen plaatsmaakte voor vlamvuur, dat uiteindelijk in damp oploste, schoot men niet te hulp. Tijdens het onderzoek bleek dat Den Dulk en zijn bemanning doorhadden dat er iets aan boord was gebeurd. “Desondanks visten zij gewoon door”, aldus bestuurslid van de stichting kapitein-luitenant ter zee b.d. Jan Kees van Dalsen.  

Pas toen op 8 juli het eerste stoffelijk overschot bij Zandvoort aanspoelde, ontstond er opschudding en vermoedde men dat er iets ernstigs met de Adder was gebeurd. In de weken daarna doken op de Hollandse en Friese kust steeds meer stoffelijke overschotten op, evenals wrakhout, reddingsboeien en zwemgordels. Toen was klip en klaar dat het schip was vergaan. De horloges die op de lichamen werden gevonden, waren allemaal tussen 21.00 en 22.00 uur stilgevallen.

De belangstelling voor de dienst mocht er zijn, ondanks dat de ramp al 140 jaar geleden plaatsvond.

Optreden marine gehekeld

“Door het hele land vonden vervolgens begrafenissen plaats”, aldus Van Dalsen. “In Huisduinen nabij Den Helder werden maar liefst 29 stoffelijke overschotten in een massagraf begraven. Het was een nationale ramp.” Groot was de verontwaardiging toen marinecommandant schout-bij-nacht Escher in Amsterdam voorstelde om 4 bij Zandvoort aangespoelde matrozen en mariniers als gewone drenkelingen te begraven. “Later herriep hij dat”, aldus Van Dalsen.

Het optreden van de marine werd volgens Van Dalsen scherp gehekeld. Helemaal toen 4 dagen na de ramp bij het Departement van Marine nog steeds geen mededeling over het lot van Zr.Ms. Adder was binnengekomen. In de Staatscourant verscheen pas op 12 juli een persbericht en een bemanningslijst. “Het vergaan van de Adder was de grootste catastrofe van de Koninklijke Marine in vredestijd”, benadrukt de overste.

Directeur Kustwacht Nederland KTZ Nicole Kuipers.

Complottheorie

Kort na de ramp kwam een geruchtenstroom op gang. Commandant luitenant ter zee 1 Ernst Simon van der Aa zou niet goed genoeg zijn als zeeman. Ook zou het schorten aan de opleiding van de vaste bemanning. En er zoemde een complottheorie. Het gerucht ging dat Simon van der Aa moest verdwijnen, omdat hij de biologische vader was van prinses Wilhelmina. In de Tv-documentaire ‘Een leven voor de kroon’ kwam naar voren dat de 20-jarige Emma niet zwanger kon worden van de 40 jaar oudere Koning Willem III. En er zijn volgens Van Dalsen meer toevalligheden die in de richting van een complot zouden kunnen wijzen. Zo verzuimde een net aangestelde employé het vertrek van de Adder uit IJmuiden naar Hellevoetsluis door te geven, wat ook toen vrij ongebruikelijk was. Vreemd is ook dat schout-bij-nacht Escher die ochtend vanuit Amsterdam naar IJmuiden reisde. Van Dalsen: “Wat hij daar precies ging doen, is onbekend.”

Bij de herdenking waren ook nabestaanden van omgekomen bemanningsleden aanwezig.

Bemanning onvoldoende opgeleid?

Er zijn volgens Schmüll meer onopgehelderde gebeurtenissen rondom de Adder. Al met al kwam de onderzoekscommissie er niet uit. Er werden verwijten aan de bemanning gemaakt, die nalatig en onvoldoende opgeleid zou zijn. Dat de rammonitors onvoldoende zeewaardigheid hadden, was bekend. Maar over hoe nu precies het gat in de romp van het wrak was ontstaan, tast men nog steeds in het duister. Zo ook waarom sommige stoffelijke overschotten sporen van zwaar letsel aan het hoofd vertoonden.

“Naar aanleiding van de ramp werd de voorloper van de huidige Kustwacht in 1885 opgericht”, vertelt Van Dalsen. “Bij de marine voerde men het herkenningsplaatje in en er werd een eenduidig systeem van seinen opgetuigd.”

Deze ramp vormde tevens aanleiding voor het oprichten van de ‘Vereniging tot behandeling van de op de zeemacht betrekking hebbende onderwerpen’ (10 april 1883), de latere Vereniging van Marineofficieren (VMO), die inmiddels KVMO heet, vanwege het predicaat 'Koninklijke'.

Helaas was dit alles een schrale troost voor de 64 veel te jong gestorven opvarenden plus de loods. Om de herinnering aan hen levend te houden, staat er op de Boulevard van Scheveningen een gedenkteken. Ter nagedachtenis aan hen die op zee het leven lieten.  

Fly-by van een Dornier van de Kustwacht tijdens de herdenking.