05

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 6

Het mysterie van de O13

Tekst Jack Oosthoek
Foto SGTTD Harry Bos (Mijnendienst)

Vermiste ‘sub’ uit Tweede Wereldoorlog blijft nog spoorloos

Dundee, Schotland, 12 juni 1940. Vertrokken uit de haven van Dundee om in het Skagerrak Duitse vlooteenheden te onderscheppen en eventueel te torpederen, verdwijnt de Nederlandse onderzeeboot Hr.Ms. O13 ‘van de radar’. Is zij door een andere onderzeeboot aangevallen en tot zinken gebracht? Door een vliegtuig? Is de O13 op een mijn gevaren? Na vele zoekacties is de afgelopen weken wéér gezocht, opnieuw zonder resultaat. Er wordt onverdroten dóórgepakt.

82 Jaar na dato is het lot van de O13 nog steeds een raadsel. De kans bestaat dat het wrak in een zeegebied ligt zuidwestelijk van Noorwegen.

Slechts een fractie van de tienduizenden scheepswrakken is geïdentificeerd

De zoektocht naar de O13 is de afgelopen jaren in een stroomversnelling geraakt. Dat komt onder meer door nieuwe apparatuur, waarmee in diep water steeds effectiever naar wrakken kan worden gezocht. De ontwikkelingen in de offshore-industrie spelen ook een rol. Met het oog op de plaatsing van boorplatforms wordt de zeebodem steeds beter in kaart gebracht. Het neemt allemaal niet weg dat tot nu toe slechts een fractie van de tienduizenden scheepswrakken op de bodem van de wereldzeeën met naam en toenaam is geïdentificeerd. 

 

‘Vinden we een wrak, dan kunnen we dit bekijken met een onderwaterrobot’

Testplatform

De jongste speurtocht naar de O13 speelt zich af in de Zuid-Noorse wateren, in een gebied waar de ‘sub’ destijds mogelijk patrouilleerde. Epicentrum is de Geosea, een door het CZSK ingehuurd civiel schip dat dient als testplatform voor nieuwe sensoren voor de toekomstige nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen. Zoals het Autonomous Underwater Vehicle (AUV) van het type Seascan dat onderwater een vooraf vastgesteld traject vaart en met een sonar de zeebodem in kaart brengt.

“Vinden we een wrak, dan kunnen we dit bekijken met de Seascan die is uitgerust met een camera. Deze wordt gelanceerd vanaf het Unmanned Surface Vehicle (USV) van het type Spector MK2. De besturing daarvan én van de onderwaterrobot gebeurt vanuit een container op de Geosea”, vertelt luitenant ter zee 2OC Derk-Jan Heersema. Samen met collega’s van de Mijnendienst is hij naast de sensortesten betrokken bij de zoekactie naar de O13. “Het is een win-win situatie.”
 

Links: De (normaal gesproken) onbemande Spector MK2 waar vanaf het AUV (Seascan) wordt gelanceerd, in Noorse wateren. Op de achtergrond het testplatform Geosea. Rechts: Vanuit een container op de Geosea besturen operators de gele Seascan.
x

‘Het verlies heeft diepe sporen getrokken in de families’

Laatste rustplaats

Ook – hoe kan het ook anders – de Onderzeedienst, de Defensie Duikgroep, de Dienst der Hydrografie en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie leveren een bijdrage aan de zoekactie. Evenals kapitein-luitenant ter zee b.d. Jouke Spoelstra. Hij is sinds 2005 lid van de Werkgroep Onderzeeboten, waarin het CZSK en nabestaanden van in de Tweede Wereldoorlog omgekomen onderzeedienstpersoneel de krachten gebundeld hebben. “Het wrak van de O13 is de laatste rustplaats van een bemanning van 34 personen. Hun nabestaanden weten nog steeds niet hoe en waar hun familielid is omgekomen. Het verlies heeft diepe sporen getrokken in de families en leeft tot op de dag van vandaag”, legt de overste buiten dienst uit.

 

De O13, afgemeerd in Den Helder. Toen de boot verdween bevonden zich 34 bemanningsleden aan boord.

Lastige klus

Ondanks dat de jongste expeditie geen vindplaats opleverde, is het zoekteam er toch in geslaagd om waardevolle data boven water te krijgen. Bovendien werden voor het eerst sensoren op grote diepten beproefd. “De verzamelde gegevens geven meer duidelijkheid over andere wrakken op de zeebodem bij Zuid-Noorwegen”, vertelt Heersema, volgens wie de zoekoperatie een lastige klus was. “Vroeger waren de middelen om te navigeren veel minder nauwkeurig dan nu, wat voor grote onnauwkeurigheden heeft gezorgd bij de melding van wrakken. Daarnaast is het op sommige plekken in de zee bij Zuid-Noorwegen enorm diep waardoor onze sensoren er niet werken. Enfin, op basis van verschillende databases, logboeken en andere middelen proberen we nu zo goed mogelijk te voorspellen wáár de O13 vermist geraakt kan zijn. Overigens zijn in de loop der decennia geen aanwijzingen gevonden dat die als gevolg van een aanval is gezonken. Volgend jaar hopen we een nieuwe zoekactie te plannen. Uiteraard is alles pas afgerond wanneer er duidelijkheid is over de locatie van de O13. Tot die tijd is zij gewoon on patrol.” 

Blik op het dek van de Geosea. Links een 'floating dock' met daarin het USV annex 'moederschip' van het AUV. Rechts: Een operator bekijkt de verrichtingen van een Seascan. (Foto: Lex Swart)
x

‘Tot ze is gevonden is de O13 gewoon on patrol’

Spoelstra: “In principe blijven we zoeken totdat de O13 is gevonden. Daarvoor duiken we onophoudelijk in archieven en wrakdata om een mogelijk spoor op te pikken. Ook werken we nationaal en internationaal samen met voor scheepswrakken verantwoordelijke instanties.” Er lijken dus voldoende bronnen te zijn met informatie die mogelijk kan leiden tot de vondst van de O13. Voorlopig echter blijft het lot van de onderzeeboot een mysterie. 

Personeel van de Geosea in overleg over de inzet van het AUV. De zoektocht naar de O13 gaat net zolang door totdat die is gevonden, wanneer dat ook mag zijn. (Foto: Lex Swart)
Artist impression O13

O22 wel gevonden 

Een wrak van een onderzeeboot wordt vaak per toeval gevonden. Dat is wel gebleken met Hr.Ms. O22 die eveneens was vermist sinds de Tweede Wereldoorlog. De O22 werd op 13 augustus 1993 toevallig aangetroffen bij een zoekslag met een Noors survey-schip. In eerste instantie dachten deskundigen dat het de vermiste Poolse onderzeeboot Orzel (Adelaar) betrof. Aangezien het wrak nog redelijk intact was, bestaat het vermoeden dat de O22 is gezonken door een technisch probleem. In november 1996 zijn de slachtoffers tijdens een ceremonie herdacht.

Hr.Ms. O22

Nederlandse onderzeeboten in WO-2

De vloot van de Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog telde in totaal 26 onderzeeboten: 13 in het voormalig Nederlands-Indië en even zoveel in Nederland. In het oorlogsgeweld gingen er 7 ten onder: 5 in de Zuid-Chinese en Javazee, 2 in de Noordzee. 6 boten zijn intussen teruggevonden. Vlak na het begin van WO-2 wijkt de O13 samen met andere onderzeeboten en bovenwaterschepen uit naar Engeland om te worden ingelijfd binnen geallieerde squadrons en flottieljes. In het geval van de O13 werd dat in juni 1940 het 9th Submarine Flottila

De laatste reizen van de O13. In 1940 vanuit Nederland naar Engeland, daarna naar Dundee, Schotland. Van daaruit patrouilleren in het Skagerrak bij Zuid-Noorwegen (zie bovenin), waarna een nog steeds onverklaarbare stilte intreedt.
x
Foto onder: Operators aan boord van de Geosea bij een Seascan-systeem.

Meer weten?

Raadpleeg voor meer achtergronden over de O13: www.stillonpatrol.eu.