Tekst LTZ 2 OC (SD) Ilena Gies-Sieswerda
Foto Mediacentrum Defensie
Duitse en Nederlandse opleidingen geïntegreerd
Internationale samenwerking is een belangrijk aspect binnen de Nederlandse krijgsmacht. Samen zijn we sterker en hebben we een grotere slagkracht en extra capaciteit. Bij binationaal optreden hoort vaak ook binationaal opleiden. Zo volgen militairen van de Duitse Bundesmarine opleidingen bij de Nederlands-Belgische Operationele School en de Koninklijke Marine Technische Opleidingen.
Naast het opleiden van Duitse cursisten in Nederland, volgen Nederlandse cursisten opleidingen in Duitsland. Op de Marine Operations Schule in Bremerhaven startten begin deze maand 3 Nederlandse marinemensen met de internationale ‘Air Warfare Course’. Al sinds het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst tussen Nederland en Duitsland in 2002, vindt deze 6-weekse opleiding het ene jaar in Duitsland en het andere jaar in Nederland plaats. Daarnaast is op deze school eind september de opleiding voor het optisch systeem Mirador gestart, waar tevens Nederlandse marinemensen aan deelnemen.
Aan de knoppen
De ‘Air Warfare Course’ en Mirador opleidingen zijn niet de enige opleidingen waarbij de intensieve samenwerking tussen de Nederlandse en Duitse marine te zien is. Korvettenkapitein Sven Olaf Smit (D), tactisch specialist van de Nederlands-Belgische Operationele School legt uit dat in de Commando Centrale Officier (CCO)-opleiding ieder jaar Duitse cursisten zitten. “2 van de 24 cursisten zijn van de Duitse marine, die door de Duitse personeelsorganisatie zijn geselecteerd. Zij krijgen eerst een half jaar les in de Nederlandse taal. Daarna worden zij voor een jaar geplaatst als wachtsofficier op een van de Nederlandse schepen. Ze raken zo ook bekend met de Nederlandse ‘marinetaal’ en procedures aan boord, zodat ze goed voorbereid starten aan de CCO-opleiding.”
“De Duits-Nederlandse samenwerking op deze school levert ons veel op”, vervolgt Smit. “De Nederlandse en Duitse militairen delen kennis en groeien naar elkaar toe, waardoor wederzijds respect ontstaat voor de andere cultuur. Dit is cruciaal voor binationale operaties, omdat we dan precies weten hoe de ander aan de knoppen draait.”
‘De Nederlandse en Duitse militairen delen kennis en groeien naar elkaar toe’
Bijzonder leerzaam
In 2009 heeft Nederland een – vernieuwde – samenwerkingsovereenkomst getekend, die draait om de Nederlandse, Duitse en Deense Luchtverdedigings- en Commando Fregatten. De Koninklijke Marine Technische Opleidingen (KMTO) verzorgt binnen deze afspraken diverse opleidingen voor de 3 landen. “De opleidingen voor de APAR- en SMART-L-radar, bijvoorbeeld. Duitse collega’s lopen mee in opleidingen en krijgen praktijkonderwijs op de KMTO of aan boord van Nederlandse eenheden. Hierdoor zijn ze onafhankelijk van de beschikbaarheid van eigen eenheden voor praktijklessen en besparen ze ontwikkel- en instructeurscapaciteit”, legt luitenant ter zee 1 (TD) Marit Wijnans uit. Wijnans is hoofd onderwijsafdeling Functieonderwijs Technische Dienst bij de KMTO. “Andersom werkt het precies hetzelfde. Zo volgen Nederlandse leerlingen in Duitsland de opleiding voor het optisch systeem Mirador. We merken binnen de KMTO dat het uitwisselen van kennis en ervaring bijzonder leerzaam is voor zowel instructeurs als leerlingen. De samenwerking tussen beide technische scholen verloopt goed, mede dankzij de Duitse liaisonofficier op de KMTO. We konden hierdoor in het verleden uitwijken naar een Duits fregat, toen er in Nederland geen praktijklocatie voor de SMART-L beschikbaar was.”
Samenwerking over de grens
Naast de Duits-Nederlandse samenwerking, kent de Nederlandse krijgsmacht meer samenwerkingsverbanden met buurlanden. Zo is de Belgische marine compleet geïntegreerd met de Nederlandse en werkt het Korps Mariniers al decennia samen met de Britste Royal Marines Commando’s. De luchtstrijdkrachten van België, Nederland en Luxemburg verdedigen ten slotte om de beurt het gezamenlijk luchtruim.