De roep om intensivering van Europese defensiesamenwerking klinkt al jaren. Initieel als efficiënt en doeltreffend middel om het hoofd te bieden aan krimp. Samenwerking biedt immers schaalvoordelen op het gebied van training, opleiding, onderhoud en inzet. Maar steeds meer ook als antwoord op de hedendaagse uitdagingen op veiligheidsgebied. Om te tonen dat Europa haar verantwoordelijkheid neemt binnen een bondgenootschap dat vooral leunt op de inbreng van de VS. Want zeker Nederland is voor haar defensie afhankelijk van de collectieve verdediging waar de NAVO voor staat. Met het groeiend aantal non-conventionele dreigingen groeit het besef dat geen enkel land het alleen kan. En dat onderschrijf ik.
Samenwerking zit in ons DNA. Kijk alleen maar naar onze inzet dit najaar. Zr. Ms. Tromp voert momenteel als vlaggenschip een Europees vlootverband aan in de strijd tegen piraterij. Zr. Ms. De Ruyter vaart als stafschip van het NAVO-vlootverband SNMG-2 op de Egeïsche Zee om illegale migratie tegen te gaan. In het Caribisch Gebied bestrijdt de marine in internationaal verband zeer effectief de illegale drugssmokkel over zee. Ook bieden onze schepen en geëmbarkeerde eenheden op verzoek van de Verenigde Naties op Haïti essentiële noodhulp na passage van orkaan Matthew. Daarnaast vertrekt ons Landing Platform Dock Rotterdam deze week na deelname aan een grote internationale amfibische oefening naar de Libische kust om met Duitse en Britse partners de Libische maritieme strijdkrachten te trainen. En dan heb ik het nog niet eens over onze mijnenjagers die zowel in binationaal als bondgenootschappelijk verband bezig zijn met mijnenbestrijding of over onze mariniers die naast deelname aan alle bovenstaande operaties in Irak participeren in de internationale strijd tegen ISIS.
De noodzaak van internationale militaire samenwerking is al decennia duidelijk. De financiële en militaire voordelen zijn evident. Maar een verdere intensivering vergt wel een verdieping van de strategie. Het vergt een debat over soevereiniteit, solidariteit, capaciteit alsmede burden & risk sharing. Anders blijft het uiteindelijk toch ieder voor zich. Samenwerking vergt ook commitment. Kijk naar de Belgisch-Nederlandse maritieme samenwerking. Vaak geroemd als het schoolvoorbeeld of kroonjuweel van binationale militaire samenwerking, met alle voordelen van dien. Twee marines die zover als mogelijk tot in de haarvaten zijn geïntegreerd, zonder dat daarbij de nationale soevereiniteit is verloren. Van het gezamenlijk onderhouden van onze identieke M-fregatten en mijnenjagers, het gezamenlijk opleiden op de binationale mijnenbestrijdingsschool in Oostende of op de Belgisch-Nederlandse Operationele school in Den Helder tot het gezamenlijk opwerken in de MOST.
De verregaande integratie en bundeling van militaire capaciteiten brengt ook een politieke verantwoordelijkheid met zich mee. Want bij intensieve defensiesamenwerking hebben politieke beslissingen onoverkomelijk consequenties voor de samenwerkende partners. We zijn immers afhankelijk van elkaar. En als je wederzijdse afhankelijkheid creëert, creëer je ook verplichtingen. Noblesse oblige.
Luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk,
Commandant Zeestrijdkrachten