Tekst Arjen de Boer
Foto KPL Zadrach Salampessy | video: SMJR Peter van Bastelaar
Zweedse admiraal over piraterij en samenwerking met Nederlanders
Zr.Ms. Johan de Witt is momenteel het vlaggeschip van de EU-missie Atalanta. De Zweedse force commander Jonas Haggren leidt de strijd tegen piraterij. Nederlanders en Zweden werken hierbij nauw samen.
Een Somalische piraat die nu met zijn kornuiten in een skiff (kleine boot) stapt om een koopvaardijschip te kapen, is óf wanhopig óf slecht op de hoogte. Was de kans van slagen enkele jaren geleden nog zeer hoog, tegenwoordig is de ooit zo lucratieve bron van inkomsten opgedroogd door de interventie van internationale marine-eskaders.
Klus nog niet geklaard
De Zweedse admiraal Jonas Haggren kent de feiten, maar waarschuwt voor gemakzucht en onoplettendheid. “De klus is nog niet geklaard, nog lang niet”, zegt de voormalige onderzeebootcommandant in zijn kajuit aan boord van Zr.Ms. Johan de Witt. “De missie bevindt zich nu in een overgangsfase. Voorheen lag de focus op het beschermen van schepen en antipiraterij-acties. Maar nu het zeer stil is op het piratenfront, verleggen we ons werk meer naar bijvoorbeeld hulp bieden aan andere EU-missies in het gebied.”
Mandaat uitgebreid
De huidige commandant van de antipiraterij-missie Atalanta noemt als voorbeeld EUCAP NESTOR, de civiele missie die regionale kustwachten traint. Half maart heeft de Johan de Witt in Mogadishu nog 2 auto’s aan land gezet voor de Somalische kustwacht. Die wordt getraind door de EU. “Ook is ons mandaat uitgebreid, waardoor we nu vaker dichtbij de kust werken om informatie te verzamelen”, legt de admiraal uit. Want wat doen de piraten nu, waar halen ze hun geld vandaan, hoe zien hun structuren er uit? Ook wil hij meer informatie binnenhalen met behulp van persoonlijke contacten. “Zo voeren we friendly approaches uit (vriendschappelijke boardings, red.). En als op zo’n schip iemand zit die de burgemeester van een dorpje kent, dan kunnen we hem uitnodigen. Dit is overigens nog niet gebeurd.”
De Nederlanders
De Johan de Witt fungeert sinds januari als vlaggeschip van de EU-missie Atalanta. “Het is een fantastisch schip, het is net een kleine gemeenschap met een eigen vliegveld en haven”, vertelt Haggren. “Het heeft alles aan boord om ons werk te kunnen doen. Er zijn goede sportfaciliteiten en er is genoeg ruimte, we zouden zelfs een conferentie kunnen organiseren.”
Recht voor zijn raap
De samenwerking tussen de grotendeels Zweedse staf en de Nederlanders verloopt in zijn ogen soepel, de culturen vertonen qua denkwijze en instelling dezelfde overeenkomsten. “We kunnen beiden recht voor zijn raap zijn. Maar soms zijn de Nederlanders wat botter. En andere keren juist de Zweden.”
Zweedse gevechtsbootjes geïntegreerd
De samenwerking gaat bovendien verder dan het stafniveau. In de scheepshangar staan 2 slanke, gestroomlijnde Zweedse Agusta A109 helikopters. In het landing dock liggen 2 wendbare, snelle CB90 gevechtsboten. De bemanningen van deze Zweedse eenheden werken nauw samen met hun Nederlandse collega’s. Sterker nog, ze zijn geïntegreerd. Vluchten worden samen gepland en op de gevechtsbootjes werken Nederlandse verbindelaars.
Vreemde eetgewoonten
Dat is geen probleem, want Zweden spreken goed Engels en ze werken volgens de NAVO-regels, ook al zijn ze geen lid van het bondgenootschap. “In operationeel denken en doctrines zijn er dus veel overeenkomsten”, aldus de admiraal. Alleen zijn de Nederlandse eetgewoonten aan boord wat vreemd. “Hier wordt ’s middags warm gegeten en is er ’s avonds brood. Bij de Zweden is er 2 keer per dag warm eten, ’s middags en ’s avonds. Dat was wel wennen.”