Tekst LTZ2OC (SD) Vanessa Strijbosch
Foto Keesnan Dogger

Reünistenvaardag haalt oude herinneringen op van ‘de Dikke Boot’

700 oud-opvarenden van het vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman R81 (1949-1968) kregen op 18 september de kans om een dag mee te varen aan boord van de nieuwe Karel Doorman. Het werd een bijzondere reünie op het Joint Support Ship waarin vervlogen tijden tot leven kwamen en oude kameraden elkaar na jaren weer ontmoetten.  

-

“Hier gebeurde het ongeveer. Oud-marinier Robert Brands kijkt vanaf het 30 meter hoge dek van de Doorman en wijst naar beneden. “Het heeft zelfs de krant gehaald”, zegt hij nog met een ondeugende twinkeling in zijn ogen. Brands haalde inderdaad de krant met een doldwaze actie tijdens een van de wereldreizen die het vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman R81 in 1960 maakte.

Indrukwekkende wereldreis

Als piepjonge marinier kwam Brands aan boord van het vliegkampschip. “Ik was 20 jaar en wilde de wereld zien. Ik vond het direct geweldig aan boord. Samen met zo’n 1.200 opvarenden maakte hij een indrukwekkende wereldreis die precies 204 dagen duurde, onder meer langs de Canarische Eilanden, Zuid-Afrika en Nieuw Guinea.

Een impulsmoment

Tijdens het havenbezoek aan Valparaiso in Chili ontmoette Brands een meisje en hij werd verliefd. “Ze was zo mooi. Ik heb een paar hele fijne dagen met haar doorgebracht.” Na vier dagen vertrok de Doorman weer en, zoals gebruikelijk in die tijd, zwaaiden de meisjes de bemanning uit. “Mijn meisje voer in een bootje mee langs de Doorman. Ik stond op het dek en zwaaide naar haar. Het was een impulsmoment. Voor ik het wist lag ik in het water.”

-
De vrouw voor wie Brands van het dek sprong (in bootje tweede van links).
-

Springen voor een kus

“Marinier ging over boord om zijn lief te kussen”, kopt een krant op woensdag 21 december 1960. Trots en met een aandoenlijke kwajongens glimlach laat Brands het knipsel zien dat hij al die jaren bewaarde. “Ik wilde haar nog kussen en dacht…ik ga springen. Ik weet nog dat ik alle dekken langs me zag flitsen voordat ik het water raakte. De mannen applaudisseerden voor me. Ze gooiden een lijntje uit waarin ik mijn voet moest zetten zodat ze me weer omhoog konden trekken. Ik heb even een moment getwijfeld of ik terug zou gaan. Ik wilde zo graag bij haar blijven.” 

x
-
Tot grote hilariteit van de rest van de bemanning sprong Brands het water in om zijn liefje nog een laatste kus te geven.

Nooit meer varen

De commandant was minder blij met de actie en Brands kon direct op appèl komen. “Ik kreeg van alles naar mijn hoofd geslingerd, maar werd tot mijn verbazing niet ontslagen. Ik kreeg alleen nooit meer een varende plaatsing.” 

Oud-schrijvers Wim Puijk (83) en Bob Pottkamp (87) zaten samen in de korporaalsopleiding en voeren in 1960 tegelijk op de Doorman. Ze ontmoetten elkaar weer na jaren op de reünistenvaardag .

-

Pottkamp: “We werkten bij het bureau commandement en waren verantwoordelijk voor de administratie van het personeel en de bevoorrading. En dat voor 1.200 opvarenden! Het was zo’n groot schip dat je elkaar pas na weken een keertje tegen kwam in de gangen. We maakten een prachtige reis. We kwamen aan in Mayport (Florida, red.) en werden verwelkomd door allemaal mooie vrouwen. Ze zaten op de motorkappen van auto’s. Ook herinner ik me nog dat de Doorman op een rots voer. Ik heb de klap gevoeld. Iedereen dacht dat we zouden zinken. Gelukkig was de schade net onder de waterlijn.”

Kameraden voor het leven

Puijk: “Bob stond bekend als de Balinese danseres. Wat hebben we toch om hem gelachen. En nu nog steeds. We zijn kameraden, we hebben een band. We zaten met 15 man in de korporaalsopleiding, 5 leven er nog maar. Het is heel bijzonder dat we elkaar nu weer zien en spreken op de nieuwe Karel Doorman. Dat gevoel is zo mooi, dat kan je bijna niet omschrijven.”  

Jan Giezen (73) voer in 1960 als 21-jarige kok mee aan boord van het vliegkampschip. De reis ging onder andere naar Nieuw-Guinea en Australië. Daar beleefde hij spannende momenten.

-

“Ik kookte voor 1.200 tot 1.500 man. Maar dat deed ik gelukkig niet alleen. We waren met veel koks aan boord. Iedereen had een eigen taak. Het was een massaproductie, vooral in de tropen. Stond je nog tot ’s avonds laat de aardappels te jassen. We kwamen in Sydney aan, maar werden daar niet bepaald positief ontvangen. Er stonden mensen met een spandoek: go home Dutchman. De sleepboten wilden ons niet eens helpen om de haven in te komen. Toen we op weg waren naar Indonesië werd het te gevaarlijk met Soekarno daar. We kregen het bevel om terug te keren naar Nieuw-Guinea. We zijn toen op het laatste moment gedraaid. Ik heb een certificaat van de marine gekregen waarin staat dat ik alle wereldzeeën heb bevaren. Ik ben daar trots op. Het doet zeker iets om nu weer mee te varen. Maar het kan voor mij de oude Doorman nooit evenaren. Ik heb er zoveel meegemaakt. Doormangangers begrijpen dat, wij begrijpen elkaar.”