Over de grens...

Adviseur strategische communicatie in Tampa

Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, een overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.

De Amerikaanse tankervliegtuigen die een stukje verderop staan, vervelen hem naar eigen zeggen nooit. “Als ik het gebouw waarin ik werk, uitstap, kan ik net de staartstukken zien. Die tel ik elke dag even snel. Noem het een tik. Of een grappigheidje. Vijftien stuks is tot nu toe het hoogste aantal. Echt Amerikaans hè, zo massaal.”

Luitenant-kolonel Tim Bentvelzen werkt voor een half jaar in Tampa in de Amerikaanse staat Florida op MacDill Air Force Base. Dat dit de thuisbasis is van een vloot Amerikaanse tankervliegtuigen, is voor de overste slechts een leuke bijkomstigheid. Zelf werkt hij op het United States Central Command (USCENTCOM) dat ook op de vliegbasis is gehuisvest. Hier maakt Bentvelzen deel uit van de Coalition Strategy and Plans Group (CSPG), een multi-nationale eenheid die Operation Inherent Resolve (OIR) ondersteunt. Dit is de militaire operatie van 44 landen die Daesh bestrijdt.

Ander geluid

De CSPG bestaat uit dertien officieren uit tien Europese landen, samen vertegenwoordigen ze de ‘non-US-voice’. “Vanuit Europa kunnen we anders tegen zaken aankijken dan de Amerikanen”, legt Bentvelzen uit. “Het gaat niet om beter of slechter, maar je wilt niet dat een land in een eigen bubbel zit. We zijn een soort klankbord.”

Bentvelzen geeft samen met een Duitse collega advies op het gebied van strategische communicatie (stratcom). “Welke boodschap willen wij als coalitie uitdragen naar de Iraakse gemeenschap?”, begint hij zijn uitleg. “Bagdad is in ontwikkeling. Het is niet meer te vergelijken met twintig jaar geleden. Er is een enorme groep jongeren en die willen we bereiken. Wat ze ook doen, we willen niet dat ze zich aansluiten bij Daesh. Een van de vraagstukken is: hoe breng je zo’n boodschap over en via welke wegen?”

Breder

Bentvelzen beperkt zich niet enkel tot strategische communicatie. “Eigenlijk ben ik bezig met communicatie in de breedste zin van het woord.” Zo verzorgt hij afwisselend met zijn Duitse collega de daily.

“De werkdag start om half zeven ’s morgens. De mailbox zit dan vol met berichten over OIR en Daesh. Die krijgen we uit allerlei landen van bijvoorbeeld inlichtingendiensten- en eenheden of directies communicatie van een krijgsmacht. Het gaat om teksten uit open bronnen, zoals media. Ik haal de relevante stukken eruit. Zo’n zevenhonderd pagina’s reduceer ik tot zestig.”

Binnen het CENTCOM vindt dit bestand gretig aftrek, vertelt de overste. “Het geeft een beeld van wat er speelt op het gebied van Daesh in andere landen. Deze berichten zouden anders niet bij de Amerikanen terechtkomen, in elk geval niet dagelijks op deze manier.”

Vergaderen

Na de daily begint de meeting-cyclus, zoals Bentvelzen het noemt. “Ja, ik zit in heel veel meetings. Om te horen wat er speelt en waarmee iedereen bezig is. Waar nodig adviseer ik.” Dat doet hij ook graag binnen zijn eigen clubje, de CSPG. “Gevraagd en als echte Nederlander ook ongevraagd”, lacht Bentvelzen. “Ook als het niets met communicatie te maken heeft. We zitten met veel landen bij elkaar. Ieder met eigen werkwijzen. We leren van elkaar.”

Security

Een van de dingen waar Bentvelzen in het begin vooral aan moest wennen, was de grondige Amerikaanse beveiliging. Hij houdt een papieren agenda omhoog. “Terug in de tijd hè? Niks met bluetooth of wifi komt binnen.” Hij wijst op zijn smartwatch. “Die moet af. De iPad en mobiele telefoon laat ik in de auto, anders moeten ze in een zakje in een kastje. Gedoe, maar nodig. In de lunchpauze zit menig Amerikaan in de auto appjes te checken. En dan wel met een draaiende motor hè, want die airco moet altijd aan…”

Hardlopen

Met veertig graden en een hoge luchtvochtigheid is een airco geen overbodige luxe, stelt Bentvelzen. “Ik heb net de zomer achter de rug. Die was behoorlijk warm.” Hardlopen deed hij daarom binnen. “Op de loopband. Ik voelde ik me net een hamster.” Inmiddels is het koeler en rent Bentvelzen drie keer per week na werk langs de baai, een ronde van vijf tot tien kilometer. “Ik train voor een halve marathon. Een stip op de horizon, die heb ik nodig, want anders doe ik niets."

Natuur

Als het half jaar erop zit, zoekt Bentvelzen de natuur op. Samen met zijn vrouw, die dan (en met Kerst) naar hem toe komt. “We huren een camper en gaan een stuk toeren. Daar kijk ik echt naar uit. De natuurparken opzoeken. Mensenmassa’s ga ik liever uit de weg. De enige plek waar ik die gedoog, is aan de start van een run.”

Na het drie-weken-durende camperavontuur, keert Bentvelzen huiswaarts waar hij zich gaat bezighouden met het project ‘Hybride werken en fysieke herinrichting’. Met het oog op onder meer hybride werken, gaat hij de Luchtmachttoren in Breda opnieuw ‘inrichten’. “Dat was al het plan voordat ik naar Florida ging. Met deze uitstap is alleen even op de pauzeknop gedrukt.”