Tekst kapitein Djenna Perreijn
Foto Studio38c
Testtoestel na 22 jaar met pensioen
Nieuwe wapens, software of radio voor de F-16? De afgelopen 22 jaar was de Orange Jumper dé teststraaljager van de luchtmacht. Dankzij de vaardigheden van techneuten en testvliegers kon zo’n beetje elk nieuw instrument op de proef worden gesteld. Nu moet het oude beestje met pensioen en daarmee gaat ook het Kantoor Testvliegen (KTV) een nieuwe fase in.
In 1998 wordt de F-16 J-066 na tien jaar dienst omgebouwd tot testvliegtuig. Het proefkonijn behoudt zijn operationele systemen, maar wordt ‘opgevoerd’ met onder meer nieuwe sensoren, camera’s en kilometerslange kabels om testapparatuur te bedienen. Die werden vastgezet met oranje klemmen, ‘jumpers’ in het Engels. Zo komt de J-066 al snel aan de bijnaam ‘Orange Jumper’. “Het toestel heeft ontzettend veel voor de luchtmacht betekend”, weet testvlieger majoor Ralf Lukkien, al elf jaar testvlieger en acht jaar hoofd van het KTV. “Elk nieuw systeem en elke upgrade konden we snel en in eigen beheer testen. Meestal in opdracht van de Defensie Materieel Organisatie, het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR, red.) en soms zelfs voor een partnerland.”
Uniek
Geen enkel ander land heeft een testtoestel als de J-066. Nieuwe instrumenten werden in het toestel gebouwd, naast alles wat er al inzat. Lukkien: “Ook al was er weinig ruimte, samen met het NLR kregen onze technici het altijd voor elkaar.” De Amerikanen strippen voor tests een willekeurig toestel en schrijven het na afloop soms helemaal af. “Dat klinkt voor ons als kapitaalvernietiging, maar zij hebben er genoeg. Bij een volgende test pakken ze weer een ander exemplaar.” Een aantal keer maken de Amerikanen en andere buitenlandse collega’s ook van de Orange Jumper gebruik, zoals voor sommige Midlife Upgrades.
Groot verschil
Lukkien kan zich nog goed herinneren hoe de satellietcommunicatie van de F-16 vroeger veel minder goed werkte. “Het was een heel gelimiteerd systeem en we wilden graag een mobiele radio, net als de Amerikaanse collega’s. Maar volgens hen zou de bijbehorende antenne bij ons nooit passen. Wij hebben onder de staart namelijk net iets minder ruimte dan de Amerikaanse F-16. Samen met de fabrikant ontwikkelden we een antenne en is het toch gelukt. Daar stonden ze best van te kijken in de VS.”
Een ander hoogtepunt dat volgens de testvlieger een groot verschil maakte, was een nieuw filter in de navigatiecomputer. "Als we vroeger het boordkanon afschoten, zorgde dat voor veel trillingen. Zo heftig, dat het in het hele toestel voelde alsof iemand met een klopboor in de weer was. De symbolen op het navigatieplatform trilden daardoor ook, waardoor we niet meer goed opnieuw konden richten. Dankzij het filter behoort dat tot het verleden."
Nieuwe ontwikkelingen
Het laatste grote project test de warmtehuishouding in gevechtsvliegtuigen. Fighter Aircraft Robust Power Management loopt al sinds 2012, in samenwerking met de Amerikaanse luchtmacht en het NLR. “Als testvlieger verzamel ik data en het NLR analyseert hoe de temperatuur bij bepaalde snelheden en belasting schommelt om inzicht in de energiehuishouding te krijgen. Die informatie is ook zinvol voor het vliegen met de F-35”, vertelt majoor Arend Valks, die sinds vorig jaar betrokken is bij het KTV. “Het is heel interessant om hier de nieuwe ontwikkelingen te volgen en de achtergrond bij nieuwe apparatuur te kennen. Ik vind het jammer dat er het laatste jaar weinig projecten zijn bijgekomen.”
Historisch toestel
Nu de Orange Jumper uit dienst is, wordt het KTV ondergebracht bij het Air Combat Development Center. Dit is het kenniscentrum van het Air Combat Command (ACC) en verantwoordelijk voor het ontwikkelen, testen en trainen van tactieken, procedures en concepten met de wapensystemen. Maar, zij krijgen geen F-35 testtoestel. “Helaas”, stellen de twee testvliegers in koor. Het voordeel van een eigen testtoestel is de betrokkenheid van begin tot eind. Lukkien: “We deden de eerste testen, werkten samen met de leverancier aan verbeteringen en waren uiteindelijk betrokken bij de implementatie ervan bij de hele vloot.” De majoors hopen in de toekomst toch zelf te kunnen testvliegen met de F-35 in Nederland. Valks: “Nu pakken de Amerikanen dat op samen met de internationale F-35-gemeenschap. Voortaan zijn we afhankelijk van hun tijd, ruimte en programma en dus minder flexibel.”
De komende tijd worden twee andere F16’s gebruikt voor kleinere testen met softwareontwikkelingen, zodat de kisten hun laatste jaren veilig vliegen. De Orange Jumper wordt ontmanteld en aangemerkt als historisch vliegtuig. Waar deze zijn laatste ‘rustplaats’ vindt, is nog niet bekend. Lukkien: “Er wordt ongetwijfeld goed voor gezorgd.”
Sergeant-majoor Harrie Mons | Flight Instumentation en Avionicaspecialist
‘De nieuwe hard- en software kreeg ik als eerste in handen’
Harrie Mons bouwt de J-066 in 1998 en 1999 om tot testvliegtuig. Afgelopen decennia puzzelt hij om tientallen kilometers, veelal oranje, kabels en nieuwe instrumenten in te passen. Niemand kent het toestel zoals deze technicus en dus is de eer van de afbouw ook aan hem.
“De komende anderhalve maand zal ik de Orange Jumper compleet ontmantelen. Grof gezegd, moet ik er met de betonschaar doorheen. Alles wat ik er de afgelopen 22 jaar heb ingebouwd, gaat eruit: beeldschermen, computers, sensoren, de taperecorder en alle zichtbare kabels. Natuurlijk doet dat een beetje pijn, aan de andere kant heb ik 'geluk' dat ik niet lang na de afbouw met leeftijdsontslag ga. Voor mij is de Orange Jumper dan een rond verhaal.
Bij de ombouw naar testvliegtuig grapte iemand dat de verlengde pitotbuis (meetinstrument op de neus, red.) wel een ‘viagra-boom’ leek. Dat schilderde ik erop, won een weddenschap en verdiende een kratje bier. Nog altijd prijken die letters op de punt.
Natuurlijk ga ik het vliegtuig missen. Het leukste van het werk vond ik altijd de nieuwe hard- en software testen. Die kreeg ik dan als eerste in handen. Afhankelijk van de testresultaten werd het daarna bij de rest van de vloot ingebouwd. Een absoluut dieptepunt was de mislukte landing met het toestel op Eindhoven, in 2017. De zon stond laag en het zicht was slecht. Door de hoge snelheid raakte hij van de baan en klapte het landingsgestel er onderuit. Toen heb ik een traantje weggepinkt. De reparatie in Woensdrecht duurde een jaar. Ik gaf telefonisch advies, omdat natuurlijk niet alles in hun standaard boekwerken stond: dit toestel was uniek.”
Majoor Dick Adrichem | Flight Test Engineer
‘Straaljagervliegen is niet voor niets een jongensdroom’
Na een jaar intensieve opleiding op de Empire Test Pilot School (ETPS) in Groot Brittannië zit Dick Adrichem sinds 2011 in de backseat van de J-066 als Flight Test Engineer (FTE). Hij bereidt testvluchten voor, vliegt mee en rapporteert na afloop de bevindingen.
“Als technisch officier heb je meestal geen idee wat een vlieger in de lucht meemaakt, maar ik heb dat van dichtbij mogen zien. De snelheid, versnelling, krachten op je lijf, het vermogen van de motor; het is lastig te omschrijven hoe dat voelt, maar straaljagervliegen is niet voor niets een jongensdroom. Eigenlijk begint het al bij het aantrekken van de vliegveiligheidsuitrusting, zoals de G-broek, het harnas en in het vliegtuig je helm met zuurstofmasker. Daarmee neem ik helemaal ingesnoerd boven de motor plaats: een goed gevoel.
De afgelopen jaren testten we soft- en hardware. Eerst op de grond en daarna in de lucht. Bij bepaalde softwaresystemen duurde het maanden voor we helemaal tevreden waren. Andere programma’s waren na enkele vluchten helemaal akkoord. Wat veel voldoening gaf, waren de tests voor de aangepaste versie van de Guided Bomb Unit 49. De laser en GPS-geleide bom was een grote wens voor de missie Air Task Force Middle East in Jordanië. Het werkte nauwkeuriger op bewegende doelen, maar de wapenfabrikant had het wapen nog niet af toen de missie begon. We hebben hard doorgewerkt om samen met de producent zo snel mogelijk de testen af te ronden om de implementatie in Jordanië voor elkaar te krijgen.
Ik was me eind maart erg bewust van het feit dat het mijn laatste vlucht met de Orange Jumper was. Het was helaas niet zulk mooi weer, maar ik heb ervan genoten. Ik ga ‘m missen.”