Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto uit privé-archief

x
Leestijd: 5 minuten

Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, een overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.

Wie: luitenant-kolonel Hans en Marijke van de Velde

Functies: medewerker Air System Requirements van het F-35 Joint Program Office (JPO) en senior HR-medewerker

Plaatsing: Washington D.C. (Verenigde Staten) en Vliegbasis Volkel

Ze deden het al twee keer eerder: tijdelijk naar Amerika verhuizen voor zijn baan. Destijds voor zijn werk als Apache-vlieger, nu voor de doorontwikkeling van de F-35. Een opmerkelijke switch? Misschien wel, maar luitenant-kolonel Hans van de Velde denkt liever niet in hokjes. “Ik heb me altijd bewust ingezet om verzuiling het hoofd te bieden, zolang dat tenminste binnen mijn invloedssfeer is. Ik schuw daarbij zeker de ongebaande paden niet.”

Luitenant-kolonel Hans van de Velde: Apache-vlieger met verstand van F-35 techniek.

Hij wordt gevraagd voor een functie in Amerika

Onder de indruk

Zijn opmerkelijke stap pakt goed uit. Zo wordt hij met zijn achtergrond als heli-vlieger door de jachtvliegcommunity goed geaccepteerd. “Ik krijg echt alle steun en ondersteuning die ik nodig heb”, vertelt hij. Al komt hij zeker niet onbeslagen ten ijs. De werkzaamheden vallen grotendeels binnen de kennis en vaardigheden die hij gedurende zijn carrière opdoet. Na zijn jarenlange ervaring als Apache-vlieger en wapeninstructeur op dat type, werkt hij in zijn voorlaatste functie bij het Air & Space Warfare Centre. Daar is hij verantwoordelijk voor het simulatiedossier en maakt hij kennis met het F-35 programma. De toenmalige majoor is direct onder de indruk van de technische aspecten en operationele mogelijkheden van het nieuwe jachtvliegtuig. Hij werkt er aan toekomstige concepten voor gecombineerde inzet van verschillende wapensystemen en interoperabiliteit. Zijn inzet blijft niet onopgemerkt en zo komt het dat hij wordt gevraagd voor zijn huidige functie in Amerika.

Er is alleen één ding: zijn vrouw Marijke heeft een uur eerder óók een nieuwe baan aangeboden gekregen. Eén die ze niet wil laten schieten. Maar na vijf maanden doet ze het toch. Want ja: Amerika. “De natuur, de ruimte en de gastvrijheid van de mensen”, somt ze op. “Ik ben er gek op; het is zo’n fijn land.” Bovendien hebben ze de wens ooit nog terug te keren. Dit is het moment.

Als het even kan trekt het gezin erop uit. Hier brengen ze een bezoek aan de Great Falls. Zoons Sem (14) en Max (12) spreken vloeiend Nederlands én Engels.

Tegenvaller

Maar zo relatief makkelijk als het ze voorgaande keren vergaat, verlopen sommige zaken nu wat stroever. Zo verhuizen ze medio 2020; de coronapandemie heeft de wereld dan volledig in haar greep. Een bezichtigingsreis voor een woning zit er niet in. “We moesten ons online oriënteren en een keuze maken”, vertelt Hans. “Dat was erg lastig, want we kenden én het district niet én er waren amper huizen op de markt.”
Het huis en de buurt vallen tegen. Gelukkig vinden ze drie maanden later een nieuwe stek in McClean, een plaats net buiten Washington D.C. “We wonen nu middenin de bossen en gelukkig dichterbij werk en school”, wijst Marijke op de voordelen.

In het voorjaar en zomer woont het gezin hier heerlijk in het groen. “Heel fijn, want ik ben gek op tuinieren, fietsen en wandelen. Dat laatste doe ik nu nog meer sinds we een hond hebben”, aldus Marijke.

Haar strijd om een baan is pas net begonnen

Huiverig

Hoewel het gezin aardig gesetteld lijkt, is Marijke nog wat onrustig. Hans en de kinderen hebben hun draai op het werk en school inmiddels gevonden, maar haar strijd om een baan is pas net begonnen. De in oktober 2020 aangevraagde werkvergunning, wordt twee keer afgewezen. “En als je ‘m dan eenmaal hebt, kun je nog niet gemakkelijk aan de slag”, weet Marijke uit ervaring. “Amerikanen blijven huiverig om buitenlanders aan te nemen, bovendien erkennen ze je diploma’s hier vaak niet.” Het blijkt een enorme uitdaging om aan de andere kant van de grote plas aan een (goede) baan te komen. Zelfs voor een HR-specialist met 25 jaar werkervaring en een rits goede banen, waaronder een aantal bij internationale organisaties.

Werken op een vacature in Nederland

Samen projectleider

Maar begin 2021 komt daarin verandering. Dan ontvangt Hans samen met andere in Amerika geplaatste collega’s een mail van de Senior National Representive met de vraag of er partners zijn die interesse hebben in een tijdelijk dienstverband bij de luchtmacht. Het gaat om een baan op afstand, want men komt te werken op een vacature in Nederland. Marijke is enthousiast, geeft zich op, solliciteert vervolgens op een HR-stoel en wordt samen met een andere ‘partner van’ aangenomen. Sinds 1 juni delen zij en Marieke IJzermans één VTE op Vliegbasis Volkel. Vanaf dat moment zijn ze samen projectleider van de ‘Partner Pilot’: een proef waarbij partners van in het buitenland geplaatste luchtmachters de mogelijkheid krijgen op luchtmachtvacatures in Nederland te solliciteren. (lees hierover meer in dit artikel van de Vliegende Hollander).

Zoals zovele luchtmachters met standplaats Nederland, werkt Marijke vanuit huis. Maar dan in de Verenigde Staten.

Burger luchtmachter

“Nu ben ik opeens ook een piepklein beetje luchtmachter”, zegt ze bescheiden. “Dat is best gek nadat ik 21 jaar lang Hans vanaf de zijlijn bij de luchtmacht heb gevolgd.” Een baan op afstand aannemen en alleen maar online of telefonisch contact hebben, is ook best een rare gewaarwording. Maar het werkt wel, volgens de kersverse ‘burger luchtmachter’. “Marieke en ik kennen elkaar alleen via Teams. We delen naast een persoonlijke ook een gezamenlijke inbox en hebben iedere woensdag overleg. Dat werkt eigenlijk best aardig.”

‘Op afstand samenwerken is nu meer geaccepteerd denk ik’

Ze heeft daarnaast veelvuldig contact met collega’s in Nederland, zoals afdelingshoofden, P&O-medewerkers en personeel van de Nederlandse Defensie Academie en Koninklijke Militaire School Luchtmacht. “De reacties op de pilot zijn overwegend positief”, vertelt ze enthousiast. “Bovendien is op afstand samenwerken door de coronapandemie nu meer geaccepteerd denk ik. Het is gebleken dat dit grotendeels heel goed kan.”

Hans: “Ik ben graag buiten: hardlopen, mountainbiken en racefietsen. Zelfs een stad als Washington kent veel parken en stukken bos.”

Doorontwikkeling

En Hans? Die is helemaal in zijn element met de uitdagingen van een internationaal samenwerkingsverband. “Het productieproces van de F-35 eindigt dan wel bij Lockheed Martin, maar de doorontwikkeling begint echt bij de ‘warfighter’. Vliegers met operationele ervaring koppelen terug welke capaciteiten zij nog missen. De fora waarin dat besproken wordt, begeleid ik voor het ‘partnership’. Alle partnerlanden hebben hierin een stem, evenredig met het aantal bestelde toestellen of de intentie daartoe. De huidige partners zijn Amerika, Groot-Brittannië, Australië, Italië, Canada, Nederland, Denemarken en Noorwegen. Als de besluitvorming is bezegeld op hoger niveau, worden de nieuwe capaciteiten op contract gezet en uiteindelijk opgenomen in de productie van het toestel.”

‘Als we daarin niet investeren, lopen we een groot risico’

Hans ziet zijn functie als uitgelezen kans zichzelf te verbreden. Bovendien probeert hij deze kennispositie voor de luchtmacht maximaal te benutten. “Vanuit mijn ervaring met de Apache breng ik uiteraard kennis in binnen JPO”, vertelt de overste. “Maar vice versa brief ik bijvoorbeeld ook vliegers van het Defensie Helikopter Commando over de ontwikkelingen van de F-35 en de mogelijkheden voor samenwerking en interoperabiliteit. In toekomstige militaire concepten, zoals ‘Joint All Domain Operations’, staat informatie-uitwisseling centraal. Als we daarin niet investeren, lopen we een groot risico in toekomstige conflicten. Het plaatsen van mensen binnen andere disciplines draagt hieraan bij, daarvan ben ik overtuigd.”

De natuur is er prachtig, in alle jaargetijden. Het gezin neemt het er voorlopig nog twee jaartjes van.