08

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 09 | 2019

5 vragen over 5e generatie luchtmacht

3 commando’s en robuuste squadrons

Aan de 5e generatie luchtmacht is in de Vliegende Hollander al eerder aandacht besteed, maar in 2019 moeten de bouwstenen waaruit die 5e generatie is opgebouwd concreet vorm krijgen. Daarom passeren ze dit jaar 1 voor 1 de revue of soms samen, met deze maand de 3 commando’s en robuuste squadrons. Kolonel Giliam Bresser, tot voor kort Hoofd Afdeling Helikopteroperaties, legt in 5 stappen uit waarover dat gaat.

“De luchtmacht wil in de 5e generatie naar 3 Commands: Air Combat Command (ACC), Air Mobility Command (AMC) en het nu al bestaande Defence Helicopter Command (DHC). Die zorgen voor de gereedstelling en inzet. Robuuste squadrons zijn inzetgereed voor de opgedragen taken en beschikken op het juiste moment over de juiste en voldoende capaciteit om die taken uit te voeren, expeditionair en overal ter wereld.

De robuuste squadrons maken deel uit van de commando’s en beide zijn dus behoorlijk met elkaar verweven. Maar het ene robuuste squadron hoeft niet op dezelfde manier te worden ingericht en aangestuurd als het andere. Het DHC moet vanuit het veld kunnen opereren, maar een F-35 squadron zal dat altijd vanaf een vliegveld doen en het AMC kan ook vanaf dirtstrips (zandbanen) opereren. Moet een squadron dan alle middelen zelf in huis hebben, of moet je er 24 uur per dag over kunnen beschikken? We moeten ook voorkomen dat een squadron de verantwoordelijkheid krijgt over allerlei materiaal en bijbehorende taken (zoals groot onderhoud) die ondersteunend zijn aan de taakuitvoering. Laat dat vooral daar waar het beste is ondergebracht. Als we er maar over kunnen beschikken als het nodig is, en het materiaal ook gereed is om te doen wat het moet doen. Zo niet, kan dat verstrekkende gevolgen hebben waardoor je uiteindelijk mogelijk zelfs niet inzetbaar bent. Dan ben je dus ook niet robuust meer. Operationeel inzetbaar zijn is niet alleen een verantwoordelijkheid van het commando en het squadron, maar van iedereen in onze organisatie.”

“Zoals ik al aangaf is dit van belang voor iedere luchtmachter. Het is een onderdeel van de weg naar de toekomst. Het is een andere manier van aansturen van je squadrons, beoogd om meer taken te scheiden tussen uitvoerende eenheden en de staf qua ondersteuning. Maar een 5e generatie luchtmacht is wel opgebouwd met personeel van de 3e en 4e generatie. Dat aspect én hun ervaring moet je nooit uit het oog verliezen. Mensen kunnen zich echter goed en snel aanpassen en verandering is van alle tijden. Als ze maar goed ondersteund worden.
De Afdelingen Luchttransport Operaties en Jachtvlieg Operaties (ALTO en AJO, red.) moeten de transitie naar een AMC en ACC nog maken. Eindhoven is al een eind op weg naar AMC; de omslag is medio 2020. De fighter community heeft op het gebied van dataverwerking – vooral bij de F-35 – al duidelijk een streep voor op bijvoorbeeld de helikopterwereld. Het DHC is al ver, maar verbeteringen zijn altijd mogelijk. Daarbij zijn er zoveel ontwikkelingen die de komende jaren samenkomen: niet alleen nieuwe helikopters, maar een stuk of 20 kleinere en grotere dossiers. Als die allemaal zijn afgerond, kan je pas gaan praten over een robuust DHC. De vraag is overigens of je ooit klaar bent. Het is een evolutionair proces.”

“De hele luchtmacht krijgt dus te maken met robuuste squadrons, overal. Qua commando’s is het voor het DHC al duidelijk welke bases eronder vallen: Gilze-Rijen, De Kooy, Deelen en Ft. Hood. Voor de andere commando’s laat het zich raden. Het AOCS Nieuw Milligen, Leeuwarden en Volkel vormen straks het ACC en Eindhoven ís straks het AMC. Het DHC is er al sinds 2008 en staat model voor de nog op te richten overige 2 commando’s: hoe is het georganiseerd, waar liepen ze of lopen ze nu nog tegenaan, wat zou verbeterd kunnen worden of moeten wij het misschien anders, beter doen?”

“De luchtmacht heeft in het verleden een aantal keren misgegrepen; op ‘een’ moment waren niet de juiste of voldoende middelen beschikbaar. Nu zitten we in een tijd waarin we meer geld hebben, zaken uit het verleden kunnen repareren én verbeteren. Robuuste eenheden passen grandioos in dat plaatje.
En het heeft te maken met de verandering waarin we zitten: de digitalisering van bedrijfs-, maar ook oorlogsvoering. Maar veranderingen gaan vooral op digitaal gebied enorm snel. Hoe vind je aansluiting in het netwerk van 5e generatie denken. Als al die puzzelstukjes bij elkaar komen, spreek je naar mijn mening van robuuste squadrons. En daarmee zijn de commando’s dat ook en dus het hele CLSK. Nú is dus het moment om dit te doen.”

“Met innovatieve maatregelen proberen we de juiste werklast – taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden – bij de squadrons neer te leggen. Daarmee halen we randzaken die afleiden van de core buisines, het leveren van Air Power, weg en beleggen die elders. We willen bijvoorbeeld meer en effectievere vlieguren maken. Dat kan door meer personeel aan te nemen, als dat lukt. We kunnen ook, en dat doen we nu, simulators kopen om daarmee dezelfde operationele effecten te bereiken. Ook kunnen we via ‘Maatregelen Versterking Ondersteuning Krijgsmacht’ bedrijven inhuren om onze toestellen te onderhouden. En we kijken naar het inhuren van civiele toestellen voor bijvoorbeeld basis helikoptervaardigheden waar je dan niet een dure Apache of NH90 voor hoeft te gebruiken.
Dus niet alleen maar blijven groeien. Van groter worden alleen wordt je niet automatisch beter of robuuster. We moeten een goede balans bewaren tussen wat je moet doen, wat je daarvoor nodig hebt en wat je zélf moet hebben. Proberen op een andere manier je effecten te behalen zodat we klaar zijn voor onze hoofdtaken nu en in de toekomst.”

Tekst: Arno Marchand
Foto: Martijn Beekman