08

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03 | 2019

‘Breaking left!’

TAC UK stelt helikoptercrews op de proef

Scroll naar beneden voor de video

Op het moment dat een radarsysteem je helikopter aanstraalt, is er maar 1 uitweg: duiken. Precies dat konden de vliegers van het Defensie Helikopter Commando eind februari op de Spadeadam Range in Noord-Engeland naar hartenlust trainen. In het uitgestrekte en ruige gebied heeft bovendien niemand last van het doffe gedreun van Chinooks en de schelle tonen van Apaches.

Vanaf het burgervliegveld bij Carlisle vliegen de aircrews elke dag op de Spadeadam Range. Het vliegveld werd in 1941 operationeel als RAF Crosby-on-Eden.

Op het civiele vliegveld van Carlisle hebben ruim 210 mannen en vrouwen van het DHC en aangeklikte eenheden kwartier gemaakt. 2 weken lang vliegen zowel ervaren rotten als nieuwelingen met 3 Apaches, 3 Chinooks en 2 Cougars dagelijks op de Spadeadam Electronic Warfare (EW) Tactics Range die 10 minuten oostelijker ligt.

Bij contact met een radar wordt chaff afgeschoten om een verwarrend radarbeeld te creëren. Tegelijkertijd maakt de heli een scherpe manoeuvre naar rechts om daarna snel af te dalen op zoek naar dekking.

Chaff

Terwijl zijn collega’s zich met draaiende rotorbladen opmaken voor een vlucht vertelt kapitein Remy, gezagvoerder op de Chinook, over de kansen die er liggen aan deze kant van de Noordzee. “In Nederland doen we heel vaak trainingen tegen infrarood (IR) en ongeleide systemen, maar er zijn weinig kansen om tegen echte radarsystemen te knokken en ook echt je eigen verdedigingssystemen te kunnen gebruiken. Voor IR-dreiging kunnen we op de Vliehors flares inzetten maar nergens chaff. Mogelijkheden om in het terrein dekking te zoeken zijn er weinig.”

Bekijk de acties op de video

Vertrouwen kweken

Chaff is een techniek waarbij een grote hoeveelheid foliereepjes wordt afgeworpen om een gordijn aan doelen op het vijandelijke radarscherm te krijgen. “We kunnen de trainees hier laten zien wat voor effect dit zelfverdedigingssysteem heeft. Ze zien ook dat laagvliegen en gebruik maken van het landschap effect hebben en dat geeft vertrouwen.” Volgens Remy zijn de nieuwelingen laaiend enthousiast over het terrein. “We beginnen hier altijd heel schools, eerst kruipen, dan lopen en rennen. Het eindigt meestal in totale chaos: ‘kijken hoe dicht je ongezien bij een radarsysteem komt totdat je wordt aangestraald’. Dat gaat soms heel goed.”

De SA-8, een mobiele lanceerinrichting voor middellange afstandsraketten, beweegt zich over het oefenterrein. De aanwezigheid van dit soort Sovjetinstallaties is uniek voor de Spadeadam Range en stelt Nederlandse vliegers in staat om realistische scenario’s te trainen.

Sovjetsystemen

De realistische manier van trainen komt door de afdeling German Air Force Equipment op Spadeadam Range, die het de Nederlandse vliegers met een uitgebreide verzameling aan radarsystemen en emulators heel moeilijk maakt. “Duitsland doneerde na de val van de muur enkele mobiele Sovjet SA-6 en SA-8 radarsystemen die achterbleven in Oost-Duitsland”, vertelt corporal Daniel in de onderhoudshal waar de bijna 40 jaar oude voertuigen aan de praat worden gehouden. “Het zijn radarsystemen die de bemanningen in missiegebieden kunnen tegenkomen. Aanvullend kan het Amerikaanse T43-emulatiesysteem zich voordoen als een SA-6 of SA-8.” Waar een emulator een eind komt met dreiging, vragen de echte systemen veel meer van een vlieger. Alleen wegduiken is niet voldoende. Het onzichtbare wapen reikt ook achter bomenrijen en heuvels. “Voor jonge vliegers is de emulator uitdagend genoeg. Je wilt dat ze nog wat zelfvertrouwen houden bij een volgende vlucht”, lacht Daniel. “De ervaren vliegers moeten alles uit de kast halen om aan de echte systemen te ontsnappen.”

Naast Chinooks vliegen ook Cougars en Apaches onder radardreiging in het gebied. Een oefenvijand in trucks met mitrailleur en RPG maakt het de Apaches extra moeilijk bij het laagvliegen. Cougars trainen het fastropen en landen in vijandelijk gebied.

Laagvliegen

“Het beste wat je kunt doen om radarsystemen te ontwijken is van te voren weten waar ze staan”, weet detachementscommandant luitenant-kolonel Niels. “Dan komen we daar niet eens in de buurt. Maar soms heb je geen keuze. Wij leren de vliegers: als je wordt aangestraald moet je zo snel mogelijk omlaag want daar zijn bomen of rotsen, waar je achter kunt duiken. Vandaar dat laagvliegen zo essentieel is.” Vaak is niet radar maar het terrein het meest gevaarlijk, meent de overste die zelf Chinook-vlieger is. “Wij zitten zo laag, dat wanneer je de helikopter kantelt, de rotorbladen de grond raken. De uiteinden van je rotorbladen moeten dus nooit onder de heli zelf komen. Dat zijn dingen die je moeten leren en daarom is het goed dat we hier vliegen waar weinig huizen staan en mensen wonen.”

Loadmaster Joanne: “Het gaat er bij radardreiging om direct weg te komen. Je wordt echt alle kanten opgesmeten.”

Snappy communicatie

Sergeant-loadmaster Joanne heeft een paar minuutjes tijd om haar ervaringen te delen voordat ze aan een nieuwe vlucht begint. Ze geniet van het vliegen op de Engelse range. “Het is supergaaf, want superdynamisch. Je raakt mega op elkaar ingespeeld. Alles wat je in Nederland traint, komt hier samen. Je hebt aan een half woord genoeg. Als loadmaster kijk ik naar alle kanten mee, zoekend naar obstakels of juist terrein waar we meteen in kunnen duiken bij dreiging. Tijdens het laagvliegen moeten ze voorin de grond veel meer in de gaten houden en op hun sensoren letten. Wij kunnen ze dus mooi begeleiden.”

Radar is voor een helikopter ontzettend gevaarlijk. Wegvliegen heeft geen zin. Een SA-8 heeft een bereik van 23 kilometer. Het is zaak om zo snel mogelijk uit het zicht te raken. Dat kan door te duiken of je te verbergen achter bomenrijen.

Brandgangetjes

Het is een machtig gezicht om de ‘rallybus’, zoals vlieger Remy de Chinook omschrijft, door brandgangetjes en rivierbeddingen te zien razen. Volgens hem is de Chinook de wendbaarste kist van de luchtmacht. "Dat zou je niet zeggen, maar juist door de twee rotorsystemen heeft hij heel veel kracht om zichzelf de hoek om te gooien". En achterin merk je dat. “Je wordt echt alle kanten opgesmeten”, zegt Joanne. “Zolang je niet misselijk wordt, valt het mee. Maar anders kom je echt gesloopt terug.”

Tekst: ritmeester Arthur van Beveren
Foto's: sergeant Jan Dijkstra