Als je tankvliegtuig gepland staat voor een internationale oefening, doe je er alles aan om daar met jouw schaarse product aanwezig te zijn. ‘Alles’ krijgt bij het 334 Squadron de afgelopen weken een bijzondere lading. Een paar dagen voordat het toestel naar Amerika moet vertrekken, gaat het 40 jaar oude toestel kapot en moet het voor een grote reparatie naar Frankrijk. Als het daarvan terugkomt, heeft ‘Den Haag’ als verrassing eerst nog een operationele missie in petto. En dan?
De oefenplanning is zwaar en het KDC-10 detachement klein. Daarom is besloten om 1 keer per dag te vliegen: in week 1 overdag, de 2e week ’s nachts. De ene bemanning plant, de ander vliegt en daarna omgekeerd.
Het is voor het oog nog rustig op Nellis Air Force Base, de grote Amerikaanse vliegbasis aan de noordoostkant van Las Vegas. Althans zo lijkt het, want voor de planning van de missie zijn honderden mensen al een dag eerder druk geweest en nu zijn ze bezig met de vluchtvoorbereiding. Aan de zijkant van de vliegbasis komt de grootste aanwezige grijze massa al langzaam in beweging. Het is de KDC-10. Voordat alle jachtvliegtuigen het luchtgevecht aangaan, neemt de tanker zijn positie in voor de ‘blue force’ aan de noordzijde van het strijdtoneel boven de Nellis Air Force Range.
Wat doet een TD’er op Nellis om zijn vliegtuig inzetgereed te krijgen? Bekijk het in deze video.
Met een tanker meedoen aan een internationale oefening in Amerika is geen dagelijkse kost voor het 334 Squadron. Sterker nog, het is de eerste en wellicht de laatste keer dat het type acte de présence geeft op Red Flag. Het eerste toestel gaat dit jaar de dienst uit, maar de 2e vliegt nog tot 2022. “Klopt”, zegt commandant 334 Squadron overste Cris van Dijk. We hebben dan ook alles op alles gezet om hier te zijn.”
En dat viel niet mee. 334 staat zo goed als klaar om met een detachement van 30 man en vrouw naar Amerika te vliegen als er een lekkage in een vleugelbrandstoftank wordt geconstateerd. Dat moet bij Sabena in Frankrijk gerepareerd worden, “en daar kunnen we meestal niet zomaar terecht”, geeft Van Dijk aan. “Maar nu wonder boven wonder wel!”
De KDC-10 deelt het platform met de enige KC-767 van de Colombiaanse luchtmacht, alleen aanwezig voor het bijtanken van de F/A-18G Growlers van de US Navy. De toestellen staan omgekeerd vanwege de tankaansluitingen op het platform.
Spoedopdracht
“De reparatie duurt echter wel een paar dagen, maar waarschijnlijk redden we het dan nog net om naar Amerika te vliegen. Dachten we…”, zegt Van Dijk veelbetekenend. Want dan komt de Directie Operaties met een operationele spoedopdracht in Afghanistan die de KDC-10 moet uitvoeren. En 334 heeft maar 1 toestel beschikbaar. Het andere staat al weken te wachten op een nieuw luik dat niet meer te leveren is en dus ‘custom’ moet worden gemaakt. “Navraag bij de Amerikaanse oefenleiding leert dat we uiterlijk zondag aanwezig moeten zijn en dinsdag vliegen”, gaat Van Dijk verder. “Alsof ze het wisten…” Want boven de Atlantische Oceaan krijgt de KDC-10 wederom melding van een brandstoflekkage. “We verliezen echter geen peut omdat het brandstofniveau net onder het luik zit.”
Bij de geplande tussenlanding in Duluth weet de Technische Dienst (TD) het probleem zodanig te verhelpen dat de KDC-10 verder kan vliegen naar Nellis. Van Dijk: “Als ik de kist zondagavond op z’n parkeerplaats zet, de motoren uitdoe en naar achteren kijk, zie ik dat de TD al aan het werk is aan het luik. Onwaarschijnlijk goed! Het materiaal is nog niet eens uitgeladen en ook hun kleding niet. En ’s nachts wordt het hier echt nog heel koud.”
Met een dag droogtijd voor de kit, staat de KDC-10 dus op dinsdag klaar voor zijn eerste vlucht. Precies zoals de Red Flag-organisatie gesteld had.
De agressors, bont gekleurde F-16’s die de oefenvijand tijdens iedere Red Flag nabootsen, hadden deze editie helemaal geen tanker ter beschikking.
Geen USAF-tankers
De KDC-10 is gevraagd support te leveren voor de ‘geallieerden’ tijdens Red Flag, samen met de een KC-767 van de Colombiaanse luchtmacht. De toestellen staan gebroederlijk zij aan zij aan de oostzijde, uitkijkend over de enorme flightline van Nellis aan de westkant waar meer dan 100 fighters en tientallen helikopters staan. “De USAF had voor deze oefening helemaal geen tankers beschikbaar, ‘dus kom alsjeblieft’, gaven ze aan”, vertelt Van Dijk. “Met een tanker maak je missies complexer, maar ook realistischer. Voor vliegers op Red Flag zit juist in die complexe planning, briefen en debriefen de echte meerwaarde. Normaliter zijn wij daar niet bij, want krijgen we het van een commandocentrum ver weg.”
Hoe beleven een vlieger en boomoperator een Red Flag-missie? Bekijk het hier.
Voor boomoperators is het leermoment natuurlijk het tanken van veel verschillende vliegtuigen. Van Dijk: “Voor ons is het een uitdaging hen getraind te houden. Daarom zoeken we naar oefeningen met veel receivers. Op Red Flag hebben 3 boomoperators volop kunnen trainen. Volgende maand is Frisian Flag in Nederland. Dan trainen er weer 3 tot 4 anderen heel intensief. Als we dit niet doen, is de KDC-10 alleen een vracht- en passagiersvliegtuig en ga je voorbij aan de meest bijzondere functie ervan: air refueling. En tankers zijn altijd nodig, heel veel zelfs. Een gemiddelde dag boven Syrië vliegen er alleen al 45!”
Boven de nog besneeuwde bergen van Nevada vliegt de KDC-10 rustig zijn rondjes in een ‘race track’, wachtend op de receivers. Een van de missies die de KDC-10 ondersteunt, is een Personnel Recovery: een vlieger heeft zijn schietstoel moeten gebruiken boven vijandelijk gebied en moet gered worden. “Een lastige en complexe missie, want we weten nog niet exact waar hij zich bevindt. Hij is daadwerkelijk in het oefengebied aanwezig en wordt daar, als het bevrijdingsplan lukt, met Black Hawks uitgehaald. De paraplu van vliegtuigen erboven moet dat mogelijk maken en wij tanken een deel van die paraplu bij.”
Een tanker van het formaat KDC-10 is een bijzonderheid op Red Flag, ook ‘s nachts. Kleinere KC-135’s zijn meestal wel ter beschikking, maar deze editie dus ook niet.
Paraat
334 is met een klein detachement naar Nellis gekomen, zodat bij iedereen routine wordt opgebouwd, in plaats van dat meer mensen een beetje training krijgen. Dit jaar staat 334 ook paraat voor de snelle reactiemacht van de NAVO. Van Dijk: “Dan is het fijn om deze ervaring in de tas te hebben, mocht de bel ooit gaan. Je kunt wel op papier oefenen, maar in de praktijk ervaar je pas hoe zaken lopen. Of niet lopen. Van ‘out of area’ opereren zoals hier leer je altijd. Al is het maar het geklooi om een printer aangesloten te krijgen op een netwerk. Of je spullen terugvinden op een grote basis als ze verspreid worden gelost...”
Een tanker in de missies betrekken verhoogt de realiteitswaarde van een oefening. Net als het meedoen van een J-Stars (vliegende radar voor grondbewegingen) en AWACS.
Amerikanen zijn zelf vrijwel nooit met hun KC-10 op Red Flag, omdat strategische tankers continu ingezet worden. Nederland is nu voor het eerst met een tanker op Red Flag, maar wellicht komt er een vervolg op. “Onze exchange-vlieger heeft 25 jaar ervaring op de KC-10 en hij is er nooit geweest. En nu, met ónze KDC-10, wel. Red Flag is een begrip. Het is mooi en bijzonder dat we daarin met onze KDC-10 konden en mochten meedoen.”