03

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03 | 2019

Red Flag is goud waard

Amerikaans-Nederlands detachement in nog steeds unieke oefening

Dagelijks trekken de 6 F-16’s van het demonstratieteam Thunderbirds hun witte strepen door de lucht boven Nellis. Ook de USAF wapenschool – het belangrijkste onderdeel van deze Amerikaanse luchtmachtbasis – vliegt hier meerdere keren per dag met tientallen toestellen, en zijn er Britse en Amerikaanse vliegtuigen voor de oefening Green Flag. Het is best druk op Nellis. Oh ja, en dan is er ook nog een 2e oefening waaraan 2 keer per dag zo’n 70 vliegtuigen deelnemen: Red Flag!

Drukte bij de kop van de baan waar soms wel 20 F-15’s tegelijk samendrommen.

Bij het lanceren van een wave trilt de grond ruim een uur lang als de ene na de andere kist de lucht in gaat. Vooral het aantal – en het geluid van de – F-15’s is indrukwekkend: uit Amerika, Singapore en Saudi-Arabië. Red Flag is dan ook geen NAVO-oefening, maar een Amerikaanse met coalitiepartners. Naast Nederland participeren ook nog België en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). “Het is goud waard om al eens met mogelijk toekomstige partners te hebben gevlogen”, zegt detachementscommandant overste Sander Heijs. “Het maakt me niet uit met wie ik vlieg. Ik ga als Nederlander toch niet alleen een eventuele oorlog in. Maar dat geldt voor de Amerikanen ook. Onderschat het belang van partners voor hen niet. We kunnen complementair aan elkaar zijn, als 1 team opererend. Systemen moeten met elkaar kunnen praten en vliegers moeten de dezelfde taal spreken.”

 F-16’s aan de vleugel van de KDC-10. Heijs: “Goed om te zien dat dat toestel hier ook wordt ingezet als tanker. Dat is natuurlijk ‘the bread and butter’ voor een tankvliegtuig.

Zakendoen

Dat kan letterlijk, maar ook figuurlijk door op dezelfde manier werken. Heijs: “Iedereen hier werkt met vliegtuigen van Amerikaanse makelij. De ‘baseline’ van opereren is daarmee min of meer gelijk. In ons hele kleine detachement is dat hetzelfde: Nederlandse vliegers in toestellen uit Tucson, primair onderhouden door de Amerikaanse National Guard met ons eigen personeel uit Nederland als ondersteuning (zie kader, red.).”

“Een F-16 is een F-16”, stelt senior master sergeant Tom McDorman nuchter. “Er zijn kleine verschillen in het werken en daaraan moeten de Nederlanders even wennen. Iedereen heeft hetzelfde doel, maar we doen het op onze manier omdat wij contractueel verantwoordelijk zijn. De flight chief van het 148th Fighter Squadron is voor het eerst op Red Flag: “very interesting! Er gebeurt zoveel tegelijkertijd. Op de flightline moet je goed op je hoede zijn.”

“Inderdaad gaan zaken net even anders, maar daar leer je van”, is de mening van systeemmonteur sergeant 1 Theo van het 920 Squadron op Leeuwarden. “Maar ik vind samenwerken altijd leuk, nu met Volkel en vroeger ook nog Twenthe. Je hebt hier veel directer contact: meteen regelen en zakendoen. Je hoeft niets te vragen, want voor iedereen is duidelijk wat er moet gebeuren.” Heijs: “Natuurlijk moet iedereen even aan elkaar wennen, maar spreekt dezelfde taal. In ons det in het klein, bij Red Flag in het groot.”

Game changer

Alle landen opereren tijdens Red Flag in een Air Expeditionary Wing, een internationaal samengestelde eenheid waarin alle eenheden bij elkaar aanklikken. Volgens Heijs, in het dagelijks leven Commandant 322 TACTESS, een ideaal scenario waarin iedereen alles samendoet: “werken, praten, drankje aan de bar. Alles gebeurt hier face-to-face op een schaal die je nergens anders ter wereld vindt.”
Behalve zeer geavanceerde 4e generatie vliegtuigen als de Singaporese en Saudische F-15’s en de F-16’s van de VAE, is voor de Nederlanders vooral samenwerken met de F-35 een ‘eye opener’. “Die is overal van. Kunnen jullie dit? Ja! Kunnen jullie dat? Ook! Het is echt een ‘game changer’. Het toestel is voorwaarde scheppend om andere vliegtuigen het vijandelijke gebied in te laten gaan.”

Hoe beleven een crew chief en een vlieger een dag op Red Flag? Bekijk het in deze clip.

Bevechten

De detachementscommandant heeft een ‘gezonde mix’ van 19 ervaren en minder ervaren vliegers meegenomen naar Red Flag. “Dat moet ook wel, want je hebt altijd minimaal een 4-ship en een 2-ship flight lead nodig om de jonge jongens te laten meevliegen. Het liefst neem ik mensen mee die hier nog niet eerder zijn geweest, maar het zou goed zijn als we hier vaker komen. Alle gevechtsinzet die we na de Kosovo-oorlog hebben gehad, was vrijwel zonder luchtdreiging. Op Red Flag zijn we luchtoverwicht aan het bevechten. Het is essentieel dat je weet hoe dát gaat. Red Flag is bedoeld om al aan de eerste 10 dagen ellende van een oorlog blootgesteld te zijn. Het is nogal een verschil of je ‘crisp’ met 4 F-16’s boven de Waddenzee oefent of hier met 60 kratten in het heetst van de strijd.”

Stress

Oudere vliegtuigen als de Nederlandse en Belgische F-16’s kunnen nog mee in het scenario van deze oefening, omdat hier alleen zogenoemde single digit surface to air missiles of SAM’s worden gebruikt, oudere en eenvoudiger luchtverdedigingswapens van Russische makelij. De F-35, samen met Growler storingsvliegtuigen van de US Navy, schakelen die uit zodat andere types ‘naar binnen’ kunnen. De luchtmacht van de tegenstander bestaat uit MiG-29’s en Su-27’s, standaard verbeeld door F-16’s Agressors.

Om het nóg echter te maken, worden bommen ook daadwerkelijk gegooid. “Niet live, maar de zogenoemde inerts; van beton, die zich verder wel gedragen als echte”, verduidelijkt kapitein ‘Chain’. “Het is heel belangrijk om dat al eens geoefend te hebben, voordat je in het echt een bom moet gooien. Het brengt stress met zich mee om een projectiel af te werpen, want doe je het niet goed, dan heeft dat uiteraard een verkeerd effect. Daarom moet je dat al eens in een oefening als dit hebben gedaan. En dat is heel wat anders dan een bom gooien in Nederland op de Cornfield Range, zonder enige tegenstand.”

Een flinke hagelbui vindt ook een F-16 niet leuk: de motor heeft daardoor schade aan de fan-bladen opgelopen. Amerikaanse handen met hulp van de Nederlandse, bouwen de kapotte motor uit en de reserve in.

“Red Flag is eigenlijk niet te vergelijken”, besluit Heijs. “Ik ben als Nederlander trots op wat we met Frisian Flag klaarspelen, want het is écht een hele goede oefening en qua luchtruim doen we het zeker niet slecht. Maar in Nederland is geen squadron agressors of gronddreiging beschikbaar, zoals op Red Flag. Deze oefening is uniek.”

Nederlandse F-16 vliegers opereren hoofdzakelijk in de air interdiction-rol, het uitschakelen van gronddoelen. Eventueel kunnen ze ook luchtverdediging op zich nemen.

Nederlandse F-16’s uit Tucson, hoe zit dat?

Het 148th Fighter Squadron op Tucson International Airport is de Nederlandse opleidingseenheid voor F-16 vliegers. De meest recente klas is net op tijd klaar zodat de vliegtuigen beschikbaar zijn voor Red Flag. “Maar het heeft een flinke impact op opleidingsprogramma, want 4 weken lang – een week voor en een week na Red Flag en de oefening zelf – staat de opleiding stil”, zegt luitenant-kolonel Joost Luijsterburg, Commandant 148th Fighter Squadron. Voor het hele Nederlandse detachement, F-16 én KDC-10, treedt hij op als liaison. “Niet alleen de vliegtuigen, maar ook het Amerikaanse personeel van mijn squadron zijn op Red Flag. Gelukkig kwam het behoorlijk goed uit en hebben we met een paar aanpassingen Red Flag tussendoor kunnen plannen.”

.

Tekst: Arno Marchand

Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es

Video: sergeant-majoor Henry Westendorp

Montage: Karel Polack