Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03 | 2019
1 stem voor luchtmachtveteranen
25 jaar MILu
Het is een unieke constructie: een organisatie die spreekt voor alle veteranen van een heel krijgsmachtdeel. De Stichting Federatie van Organisaties van Veteranen en Oudgedienden van de Militaire Luchtvaart, kortweg MILu, maakt dat sinds 25 jaar waar. De verjaardag werd gevierd in Doorn, in het bijzijn van een van de oprichters.
‘Prachtig om die jongens weer te zien’
“Als je de kogels hoort fluiten is het goed. Maar als je ze niet meer hoort overkomen, dan zit je in de problemen.” Jan Meliesie vertelt droog over zijn oorlogsherinneringen in Nederlands-Indië. De guerillastrijd waar hij als dienstplichtige van het Commando Luchtvaarttroepen (LVT) in terechtkwam, staat hem nog scherp op het netvlies. Bijna 3 jaar bewaakt hij met zijn 3e compagnie LVT vliegvelden op Java. Pas 15 jaar later ziet hij zijn makkers weer terug bij een reünie die hij organiseert. “Het was prachtig om al die jongens weer te zien. Later werd ik gebeld door een vrouw van een van hen. Ze vertelde me dat haar man als een ander persoon thuis was gekomen. Hij praatte weer.”
Samen praten
Meliesie raakte doordrongen van de waarde van ontmoeten en samen praten. Dat leidde mede tot de oprichting van de Stichting Reünie Militaire Luchtvaart 1945-1950. Het was een van de vele veteranenverenigingen van de luchtmacht die vanaf de jaren 80 het levenslicht zag. Al die verschillende belangen en stemmen maakten een eenduidige communicatie met de luchtmachttop niet makkelijker. Dat zagen ook de voorzitters van deze organisaties en in 1994 staken zij de koppen bij elkaar. De MILu werd een feit.
Tradities laten voortleven
Generaal-majoor b.d. Ton Tieland is sinds 5 jaar voorzitter van de stichting die inmiddels het werk van de oude reüniecomités overneemt en contact zoekt met nieuwe veteranen en postactieven. “Eerst was de MILu er vooral voor het ontwikkelen van veteranenbeleid en het kenbaar maken van de wensen van veteranen. Inmiddels zie je dat veel veteranenorganisaties ophouden te bestaan, door een gebrek aan leden. De 1e generatie veteranen sterft letterlijk uit. De MILu neemt de taken over, blijft contact houden met nog levende veteranen en zoekt huidige luchtmachteenheden waarbij de geschiedenis en tradities van voorgangers een plek kunnen vinden.”
Geheim van de MILu
Herman Janssen is secretaris van de vereniging Vredesmissie Veteranen KLu, een van de organisaties die onder de MILu hangt. De Bosnië- en Afghanistanveteraan haalt veel plezier en voldoening uit het weerzien met zijn collega’s met wie hij soms 38 jaar werkte. Het geheim van de MILu zit voor hem in de kleinschaligheid. “Bij de luchtmacht ben je over het algemeen of van het vliegen of van de geleide wapens. Daardoor is het een relatief kleine, hechte club. Daarbij komt de actieve interesse uit de luchtmachttop voor de MILu. Dit samen maakt het een krachtige organisatie.” Nieuwe leden werven is wel een probleem. “Mijn ervaring is dat de behoefte om elkaar weer eens te zien pas komt als militairen ouder worden.”
Maatpak
Dat herkent voorzitter Tieland. “Lid worden van een vereniging is minder vanzelfsprekend geworden. De beleving voor een militair is nu ook vaak anders. De hoge frequentie van kortere uitzendingen maakt dat op missie gaan onderdeel van de gewone werkzaamheden is geworden.” Een nieuw maatpak dat ook privé kan worden gedragen als alternatief voor het traditionele veteranentenue is een van de manieren om jongere leden tegemoetkomen. De kosten voor het nieuwe blauwe pak kunnen voor een deel worden ‘inverdiend’ door aanwezig te zijn bij speciale, formele gelegenheden. “Het bestaan van de MILu is geen doel op zich. Het doel is wel om zoveel mogelijk veteranen en postactieven te bereiken om er voor ze te zijn als ze daar behoefte aan hebben.”
Warme relatie
Directeur Operaties commodore André Steur had voor Jan Meliesie een bijzonder cadeau. Meliesie ontving voor zijn militaire loopbaan en jarenlange inzet voor luchtmachtveteranen het Ereteken van Verdienste in brons. Steur verving de Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten generaal-majoor Mario Verbeek die tevens Inspecteur der Luchtmachtveteranen is. “Het is heel belangrijk dat je met lotgenoten stil kan staan bij wat je hebt meegemaakt. Ik vind het heel mooi dat al die luchtmachtveteranen een krachtige stem hebben. Daardoor krijgen ze de waardering waar ze recht op hebben.”
Tekst: ritmeester Arthur van Beveren
Foto's: Herman Zonderland