11

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 07-08 | 2018

Vliegende vrienden met 4.000 uur F-16

Klasgenoten behalen vlak na elkaar unieke mijlpaal

Een bijzonder tweetal binnen de luchtmacht: overstes Joost Luijsterburg en Maurice Schonk. In 1989 in dezelfde vliegerklas gestart, gaat Luijsterburg door ruimte op Sheppard Air Force Base een paar maanden eerder naar de USA. Zodoende komt hij ook net wat eerder uit de F-16 opleiding. 29 jaar later behalen hij en Schonk met vrijwel net zoveel tussentijd als ze naar Amerika gingen een zeer bijzondere mijlpaal: 4.000 F-16 vlieguren.

Luisterburg is sinds 2016 Commandant Nederlands Detachement Tucson Arizona bij het 148th Fighter Squadron op Tucson International airport in Arizona. Na zijn 4000e uur volgt de ‘washing down’ en krijgt hij de 4000 uurs-badge van de vlieger met de minste F-16 uren.

Luijsterburg is op 14 april de eerste Nederlandse F-16 vlieger met ‘4K’. “Met 3.000 uur ging ik naar de Staf. Dus die 4.000, dat zou me nooit lukken, dacht ik toen...”. De insteek van Luijsterburg om vlieger te worden, verschilt aanzienlijk met die van Schonk. De eerste wil van kinds af aan in een F-16 cockpit, “dus na de havo solliciteerde ik bij de KLu. Ik kwam een heel eind, maar toen kreeg ik een brief: ‘tot onze grote spijt...’ Ik was écht teleurgesteld. Ik wist wel dat 1 op de 2.000 doorgingen, maar toch.” Voor Schonk begint het met het – destijds bekende – bonnetje uit de krant. “Nou ja, bij mij was het de Mikrogids”, zegt hij met een lach. “Ik was ingeschreven voor de HTS jachtbouw, want zeilen is mijn grootste hobby, nog steeds. Maar mijn stiefvader zei ‘ga eens bij de KLu kijken’. Hij is zelf een in Canada opgeleide oud-jachtvlieger. En ik werd uitgenodigd voor de selectie! Ik ging gewoon elke dag genieten en ik zag wel hoever ik kwam. Maar ik heb echt jongensdromen uit elkaar zien spatten.”

Vrouw, dochters en stiefvader – die dus zelf luchtmachtvlieger was – zien Schonk vertrekken voor, en terugkomen van zijn 4.000e vlieguur. Commandant 322 overste Olivier Bok hangt hem na terugkomst de grote 4.000 uur badge om. Foto rechtsboven: John van Benten. Overige: Arno Marchand

Kleine voorsprong

Een jaar later probeert Luijsterburg het weer en komt nu wel door de selectie. In zijn klas op de Elementaire Militaire Vlieger Opleiding ontmoet hij Schonk. Omdat Luijsterburg in een aantal modules verder is dan Schonk, kan hij samen met enkele anderen een paar maanden eerder naar vrijgekomen plaatsen op Sheppard voor de jachtvliegopleiding. Daarna volgt Tucson voor de conversie op de F-16 en Nederland voor de omscholing op het Europese weer, dan nog bij het 316 Squadron op Eindhoven. In december 1992 komt hij bij 323 terecht dat al snel daarna het Tactical Training Evaluation and Standardisation Squadron (TACTESS) wordt.

Luijsterburg tijdens de graduatie op de EMVO in 1990, de uitreiking van wing en onderscheiding op Sheppard AFB en tijdens de F-16 conversie op Tucson.

Bosnië

Luijsterburg gaat 11 keer op uitzending, waarvan de eerste 6 naar het voormalig Joegoslavië, eerst vanuit Villafranca en later Amendola. “Mijn 1e trip voor Deny Flight was op 9 oktober 1993, in het 2e detachement. Ik gooide mijn eerste bommen ‘in combat’ tijdens Deliberate Forge op 8 september 1995. Heel spannend. We moesten een wapendepot aanvallen met 3 two-ships: 6 keer 6 Mk-82’s. Ik leidde als jonge flight lead het laatste element. In die dagen gooiden we heel veel bommen. Op 13 september gooide ik 2 Mk-84’s af. Door de vochtige omstandigheden zag de je enorme shockwave heel goed.”

Bij 323 blijft Luijsterburg tot 1998 wanneer hij naar het 69th Fighter Squadron op Moody AFB gaat. “Ik was daar de laatste Nederlandse exchange-vlieger, voordat de eenheid werd opgeheven. Daar leerde ik de Amerikaanse tactieken en omgaan met de targeting pod. Die hadden we toen in Nederland nog niet.”

Zijn ervaring is cruciaal bij de Kosovo-oorlog in 1999. Luijsterburg is dan met nog 4 andere Nederlandse vliegers de enige die targeting pod-ervaring heeft en doelen vanuit de lucht kan aanstralen. Voor die Allied Force-inzet komt hij tijdelijk over vanuit Amerika. Foto: adjudant Richard Frigge

“Eigenlijk waren ze me in Nederland vergeten, want ik was niet opgeroepen. Ik belde mijn collega op Edwards AFB, maar zijn vrouw vertelde dat hij al in Nederland was en naar Italië ging. ‘En ik dan?’, was mijn reactie, ‘ik ben het meest current!’ Dus ik ook naar Italië. Het was een uniek project.” Tekening: Serge Stone

Nederland leende 5 Amerikaanse targeting pods. Na onderhandelingen leverde Lockheed Martin experimentele software voor de 1e generatie Midlife Updates die toen vlogen. “Het was een noodoplossing, maar zoals BDL Droste het in die tijd zei: ‘Het is oorlog’.” Foto: adjudant Richard Frigge

Supervisor

Na Sheppard, Tucson en 316 gaat Schonk in april 1993 eerst naar 314 op Gilze-Rijen, maar als dat als eerste van 5(!) F-16 squadrons wordt wegbezuinigd, is Schonk al ‘gescout’ door de commandant 323. In 1998 is hij supervisor van de oefening ‘Diatit’, de voorloper van Frisian Flag. “Het jaar daarop heb ik samen met een collega die oefening zo neergezet als we het nu nog steeds kennen.”
In 2001 doet Schonk – met dan al aanzienlijk veel uren, zo’n 2000 – de wapenschool FWIT. De 2 jaren erop is hij daar instructor pilot. “Een logisch vervolg, want je leert eigenlijk het meest als instructeur: dán draag je jouw kennis en kunde over. Je probeert je student nóg beter te maken dan jijzelf op dat moment bent.” Samen met Luijsterburg die ook wapeninstructeur is, werkt hij jaren aan het verbeteren van de Weapons School. In 2003 wordt Schonk FWIT-Supervisor, tot halverwege 2006. “Veel langer dan normaal, want meestal doe je dit 1 of 2 jaar.”

Schonk is meerdere keren op uitzendingen in Afghanistan, in 2006 en 2007 en in 2009 als S3 Air. Ook behaalt hij daar (in 2007) zijn 3000ste vlieguur (foto), wat hij viert met Laurens Jan Vijge. Foto’s rechtsboven en onder: Arno Marchand

Schonk is in 2002 en 2003 FWIT-instructeur en van 2003 tot halverwege 2006 leidt hij de wapenschool als FWIT-supervisor.

In 2010 verhuist hij naar Springfield in Ohio waar dan nog net de F-16 conversie voor Nederlandse vliegers plaatsvindt. Als Commandant 306 Squadron geeft Schonk in een half jaar tijd leiding aan de verhuizing daarvan terug naar Tucson.

Een grote uitdaging want de opleiding moet ondertussen gewoon doorgaan. “Een prachtige baan.”

“Ik heb alles gezien wat je met de F-16 kan en moet doen. Hier kan ik al die ervaring overdragen aan nieuwe F-16 vliegers.”

Memphis Belle

“Toen ik zelf solliciteerde had ik nooit gedacht dat ik op uitzending zou moeten”, vervolgt Lijsterburg. “Het was weliswaar Koude Oorlog, maar er gebeurde toch nooit wat...” Boven Servië maakt hij kennis met de andere kant van de medaille. “Het is heel spannend als er een surface-to-air-missile op je roze lichaampje afkomt. Het leek geregeld of ik in een scene zat van de film ‘Memphis Belle’. Afghanistan was wezenlijk anders, want daar hadden we geen gronddreiging.”

3 keer gaat Luijsterburg op uitzending naar Afghanistan. “Vanaf Kandahar ging het echt los met absurd veel wapeninzet. Ook voor onze eigen troepen; dat is heel speciaal. Je hoort – over de radio – het schieten op de grond. Als jij je werk niet goed doet, gaan er mannen van ons dood. Het waren supermomenten om ze te kunnen helpen.”

In 2010 richt Luijsterburg zich vanuit Washington 3 jaar op de F-35. Hij heeft er een super gevoel over: “Het is een mooi vliegtuig en als jachtvlieger kijk je ernaar uit. Zou ik er zelf nog in willen vliegen? Ja natuurlijk! Het is de toekomst van de luchtmacht!”
Vanuit de DOPS volgt in 2014 zijn voorlopig laatste uitzending naar het Combined Air Operations Center in Qatar. “Vanuit professioneel oogpunt écht indrukwekkend om te zien hoe een oorlog tegenwoordig wordt gevoerd. Het was serieus ‘the next best thing to flying’.

Na 11 jaar en 26 detachementen is Schonk in 2014 de laatste commandant van de Air Task Force in Afghanistan. Hij neemt de detachementsvlag mee terug naar Nederland. Foto’s: sergeanten Dave de Vaal en Hille Hillinga

Brommer

Schonk vond zijn periode als FWIT-supervisor het leukste. “Je bent dan zo internationaal bezig. In 2006 heb ik m’n nek uitgestoken om Portugal er bij te krijgen en na jaren de Denen ook weer. Dat is gelukt. Door de FWIT heb je zo’n groot internationaal netwerk. Zo kon ik makkelijk contact in Noorwegen leggen voor het voorbereiden van onze F-35 opleiding op Luke wat de Noren al doen. Ik zou er ook graag commandant worden, want ik wil operationele kennis delen. Niet als een plant op kantoor staan. Mijn hart ligt bij het vliegen, maar ik zou zonder kunnen. Als ik m’n ervaring maar kan gebruiken.

4.000 uur gaat bij ons nooit iemand meer halen op de F-35 of F-16. Voor de F-16 zaten we van begin af aan in de juiste timing om veel te kunnen vliegen”, concludeert Schonk. “Als je terugrekent hebben we 150 uur per jaar op die brommer gevlogen.”

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: Uit collecties Luijsterburg en Schonk tenzij anders vermeld