Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 07-08 | 2018
‘Logistieke nachtmerrie’
Luchtmacht-logistiekeling terug van 7 maanden Mali
Een ervaring rijker keerde majoor Albert (54) onlangs terug uit Bamako, Mali. Daar werkte hij als Military Staff Officer op het Mission Support Center van Minusma. “Ik zat aan de logistieke kant van het verhaal. Minusma is een complexe missie.”
‘Ik heb wel met vergelijkbare processen te maken gehad, maar hier was sprake van een heel andere dynamiek’
Alberts wens om nu eens VN-missie te draaien had ook te maken met de aanstormende leeftijd van 55. “Daarna ben je volgens de VN te oud. Mijn uitzending was een korte individuele buitenlandplaatsing. De andere Military Staff Officers (MSO’s, red.) en ik vielen dan ook niet onder het Nederlandse contingent. Feitelijk waren we uitgeleend aan de VN. We zaten dus niet gelegerd op een kamp, maar woonden met 8 man in de stad.”
Vanaf hier wurmt Albert zich dagelijks met zijn collega’s door het rampzalig drukke verkeer naar het Mission Support Center (MSC). “Hier was ik MSO binnen de U4, de logistieke kant van de missie. Op de afdeling ‘Current’ gaat het om wat er dagelijks gebeurt; dat is veel. Ik ben van huis uit een materieel-logistiekeling, maar heb voornamelijk ervaring opgedaan in facilitaire processen. Nu moest ik me juist richten op operationele materieellogistiek waaronder konvooien. Daarbij was er toch sprake van een heel andere dynamiek.”
‘Vanaf januari is 70 tot 80% van alle konvooien aangevallen’
Berovingen en aanslagen
“Wat wij regelden was ‘life support’ voor alle burgers en militairen van de VN in Mali. Water, voedsel, medicijnen, brandstof; noem maar op. Wij zorgden ervoor dat alles in voldoende mate aanwezig was. Een grote uitdaging! Brandstof en voeding werden geleverd door contractleveranciers, omdat de VN niet beschikt over middelen om dat zelf te vervoeren. Wij regelden vervolgens dat de leveranciers konden meerijden in konvooien. De dreiging richting individuele voertuigen is anders te groot, vanwege berovingen en aanslagen. Konvooien zijn overigens ook niet veilig; vanaf januari, toen ik in het gebied kwam, is 70 tot 80% daarvan aangevallen. Door de aanvallen stonden we ook nog onder druk om zo min mogelijk konvooien te rijden.”
‘Ik was toevallig wachtofficier logistiek – ik kon meteen aanschuiven in het Joint Operations Center‘
1 dode, tientallen gewonden
Daarnaast zorgt ook de slechte staat van de Malinese vrachtwagens altijd voor uitval. “Heel vervelend als je op 9 tankwagens rekent en er maar 2 aankomen. Ook de kampen in Mali hebben te maken gehad met aanvallen. Zo was er in april een ‘complex attack’ met mortieren, bomauto’s en strijders met bomvesten op het VN-kamp bij Timboektoe. Toen was ik toevallig wachtofficier Logistiek op het MSC. Ik kon meteen aanschuiven in het Joint Operations Center bij de Force Commander. Die wilde op dat moment vooral op de hoogte gehouden worden over medische zaken en die vallen onder logistiek. We hadden toen 1 dode en tientallen gewonden te betreuren.”
‘Go with the flow, don’t fight the system’
Stroopwafels
Als hele andere uitdaging dan die rond veiligheid, ziet Albert de cultuurverschillen tussen burgers en militairen binnen de VN. "Het gaat er erg bureaucratisch aan toe. Ik heb veel stroopwafels moeten uitdelen om dingen gedaan te krijgen. Verder geldt: ‘go with the flow, don’t fight the system’. Dat heeft namelijk geen nut. Daarnaast zijn er ook nog verschillen tussen landen en culturen en dan heb je ook nog te maken met een verantwoordelijkheidsgebied dat 30 keer groter is dan Nederland. Je kunt dus niet overal zijn, maar bent ondertussen als VN wel verantwoordelijk voor de veiligheid van je eigen mensen, maar ook voor die van de Malinese bevolking.”
‘Lastig dat wij als VN als doelwit worden gezien, terwijl we alleen maar goed willen doen’
Alleen maar goed doen
Uit de uitslag van de recente verkiezingen, herverkiezing van de zittende president, blijkt dat er in ieder geval sprake is van continuïteit binnen het landsbestuur. Volgens majoor Albert gaat het echter nog heel lang duren voordat Mali in staat is om voor de eigen veiligheid te zorgen. “Je kunt wel snel willen, maar dat werkt nergens; kijk ook maar naar Afghanistan. Wel heb ik het als positief ervaren dat ik een bijdrage heb mogen leveren, door het zo goed mogelijk bevoorraden van de eenheden. Je bent op zo’n moment maar een klein radertje en ik zou het liefst meer willen doen. Waar ik wel last van heb, is dat wij als VN als doelwit worden gezien, terwijl we in Mali alleen maar goed willen doen.”
Afgaande op zijn leeftijd van 54 jaar, heeft Albert al een hele loopbaan achter de rug. Die begint hij als dienstplichtig infanterist, in 1982. Later wordt hij Kort Verband Vrijwilliger in de rol van onderofficier specialist voeding. Na zijn HBO Facilitair Management vervult hij meerdere facilitaire officiersfuncties in de voeding, de horeca en het facilitaire bedrijf.
Vanaf 2008 legt hij zich als kapitein toe op contractmanagement bij de Staf van CLSK. Zijn huidige reguliere functie is Hoofd Bureau Intern Opdrachtgeverschap, bij de Nederlandse Defensie Academie in Breda.
Tekst: luitenant ter zee 2OC (SD) Joost Margés
Foto's: uit archief Mediacentrum Defensie