Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 01-02 | 2018
Markante man van Market Garden is niet meer
Ridder Militaire Willems-Orde vlieger Edward Fulmer overleden
Met het overlijden van Edward Simons Fulmer (98) op 31 december is een van de laatste vliegers overleden die was betrokken bij de luchtlandingen van operatie Market Garden. De markante Amerikaan was een van de 4 nog levende Ridders Militaire Willems-Orde en met de Britse majoor Kenneth Mayhew (101) nog de enige die de hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding in de Tweede Wereldoorlog verdiende.
Een aantal vertegenwoordigers van Defensie heeft ondanks de barre weersomstandigheden in de staat New York afscheid kunnen nemen van de Ridder MWO. Onder hen Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten generaal-majoor Mario Verbeek. Hij sprak bij de uitvaartceremonie van Fulmer over “een heel bijzonder mens” dat is heen gegaan.
Generaal Patton: ‘We moeten niet huilen om het verlies van deze man, maar God danken voor de eer en het privilege om deze grote man te hebben gekend.'
Geraakt
Fulmer is tijdens de Tweede Wereldoorlog tweede luitenant in de US Army Air Force (USAAF). Als copiloot bestuurt hij tijdens Operatie Market Garden een C-47 Skytrain (no. 43-16032), van het 43e Troop Carrier Squadron (TCS). Dit onbewapende Douglas transportvliegtuig stijgt op 18 september 1944, de 2e dag van Operatie Market Garden, op van RAF Spanhoe – ook bekend onder de namen Wakerley en Harringworth – zo’n 130 kilometer noordwest van Londen. In de omgeving van ’s-Hertogenbosch wordt het vliegtuig echter geraakt door Duitse luchtafweer.
Uit het dagboek van 315th Troop Carrier Group
‘18 September. De bemanningen van de 13 vliegtuigen die zijn gepland voor het tansport van de Britse parachutisten, werden gebriefd om 10.00 uur. Het eerste vliegtuig van onze vlucht steeg op om 11.25 uur. Ons squadron vervoerde 225 parachutisten en 41 para-racks, met een gewicht van 12.015 pound.’
Uit het verslag van Edward Fulmer
“We hadden een groep Britse parachutisten en materieel aan boord voor het gebied ten westen van Arnhem. We vertrokken om 11.00 uur van onze basis RAF Spanhoe en vlogen de noordelijke route (zie kaartje hieronder, red.). Om 14.02 uur hadden we (in de omgeving van ’s-Hertogenbosch, red.) het eerste contact met de Duitse luchtafweer die een treffer in onze navigatiehut plaatste. Direct daarna sloegen de vlammen uit de romp.”
Fulmer zorgt ervoor dat de 17 passagiers en verdere bemanning veilig met hun parachutes het toestel kunnen verlaten. Ondanks brand aan boord en zijn zware verwondingen weet Fulmer het toestel aan de grond te zetten, waar verzetstrijders zich over hem ontfermen.
Vervolg uit het dagboek van 315 Group
‘We verloren een vliegtuig: het toestel van luitenant Spurrier werd geraakt door Flak, raakte een hoogspanningkabel, maakte een buiklanding en explodeerde. Het was niet bekend of iemand van de bemanning was ontsnapt, maar er is nog hoop omdat sommige bemanningen melden vlak voor de crash parachutes uit het vliegtuig hebben zien komen.’
Vervolg uit het verslag van Edward Fulmer
“Ik bestuurde op dat moment het vliegtuig, terwijl gezagvoerder luitenant (James H.) Spurrier verbonden was met de crewchief. Spurrier hing na de inslag door het Duits luchtafweergeschut slap in zijn stoel. Ook zag ik dat rook en vlammen de cockpit binnendrongen. Ik hield het vliegtuig recht en liet het uit de formatie glijden om mijn mannen en de para’s een kans te geven er veilig uit te komen. Toen liet ik de neus van het toestel zakken voor een crashlanding, terwijl de rook en de vlammen me bijna blind maakten en ik de grond niet kon zien van de pijn. Ik trok aan het koord van mijn Flak-vest en gooide het weg; ik was erg duizelig door de brandwonden en de shock. Eindelijk waren we op de grond. Het toestel brandde als de hel en ik probeerde het ontsnappingsluik open te doen, maar dit was veel te heet. Ik maakte toen het zijraam open en hoe het me gelukt is weet ik niet meer, maar ik kwam er uit.”
Onderscheidingen
Even ten zuiden van Wageningen komt de Skytrain, neer. Fulmer wordt na de crash opgevangen door verzetsstrijders en verzorgd door een arts. Ondanks de inspanningen van Fulmer heeft Spurrier de vlucht niet overleefd. Voor zijn moed ontvangt de Amerikaan het Distinguished Service Cross en later het Purple Heart. Op 17 oktober 1946 wordt Fulmer bij Koninklijk Besluit door koningin Wilhelmina benoemd tot Ridder in de Militaire Willems-Orde, met de volgende tekst. “Ondanks ernstige brandwonden aan het gelaat, nek, rug en armen wist hij zijn machine op het land te zetten in een heldhaftige poging om het leven van den bewusteloze piloot te redden. Luitenant Fulmer heeft hierbij buitengewone heldhaftigheid getoond en daarbij zijn eigen veiligheid niet geteld."
Vervolg uit het dagboek van 315 Group
Om 16.40 uur landde het laatste vliegtuig van het squadron weer, na een missie die werd beschreven als machtig moeilijk. Men zei dat ongeveer 10 mijl voor de dropzone een B-17 door de formatie vloog en vanaf dat moment was er veel Flak. Het schijnt dat deze B-17 is buitgemaakt is door de ‘Jerry’s’ en de hoogte en positie van de transportvloot doorgaf aan luchtafweerkanonnen. Door de manier waarop deze nieuwe invasie gaat, lijkt D-Day wel op een ‘tea party’.
Hoge prijs
Fulmer moet een hoge prijs betalen voor zijn heldendaad. Zijn verdere leven lang houdt hij ernstige last van zijn verwondingen. Dat is ook de reden dat hij niet meer naar Nederland komt voor de bijeenkomsten van de Ridders MWO. De voorzitter van het Kapittel der Militaire Willems-Orde, generaal-majoor buiten dienst Henk Morsink, commodore Theo ten Haaf en Ridder MWO Gijs Tuinman brachten Fulmer afgelopen oktober nog een bezoek. “Ik had de eer hem de afgelopen jaren 3 keer te ontmoeten”, geeft Morsink aan. “Ik herhaal graag de woorden van generaal Patton: ‘We moeten niet huilen om het verlies van deze man, maar we mogen God danken voor de eer en het privilege om deze grote man, Edward Simons Fulmer, te hebben gekend. We zullen Ed nooit vergeten.”
Tekst: Evert Brouwer