Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 01-02 | 2018
Civiel en militair zij aan zij
Colocatie luchtverkeersleiding Schiphol-Oost van start
Donderdag 7 december 2017, 00.58 uur gaat de boeken in als een historisch moment in de geschiedenis van de luchtverkeersleiding. Vanaf dan wordt al het civiele en militaire vliegverkeer in het lagere luchtruim geleid vanuit het gebouw van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Uniformen en spijkerbroeken, schouder aan schouder in één luchtverkeersleidingscentrum op Schiphol-Oost. Een mijlpaal die een einde van een tijdperk markeert.
De schermen van de verkeersleiding in het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM) staan definitief op zwart. Na 70 jaar zijn de militaire luchtverkeersleiders van de luchtmacht weer terug op de plek waar het ooit voor hen begon: op Schiphol. De colocatie is een feit. Na het succesvol opstarten bij LVNL van wat in de volksmond ‘triple A’ wordt genoemd (de zogeheten CivMil release) is er een ‘point of no return’ gekomen. De ingebruikname van dit luchtverkeersleidingssysteem is één van de grootste veranderingen in de Nederlandse luchtverkeersleiding van de afgelopen jaren. Hoe hebben de betrokkenen dit beleefd?
Alsof het altijd zo is geweest
“‘En nu nemen we het over’, zeiden we toen alles bleek te werken; dat was een gek moment”, zegt sergeant-majoor Monika Vriezen-Loojenga, assistent luchtverkeersleiding. “Het was best spannend of iedereen er klaar voor was. En vooral of iedereen met het nieuwe systeem triple A uit de voeten kon. Het gaat wonder boven wonder heel goed. Het is net alsof het altijd zo is geweest. We werkten al intensief samen, maar dan vanuit twee locaties. Het is eenvoudiger geworden, doordat we nu op hetzelfde systeem zitten. Als ik nu op een knop druk, ziet de ander meteen wat ik doe. De militaire supervisors zitten rug aan rug met de burger-supervisors. Er is veel interactie.”
Één doel
“Een prachtige achtbaan”. Zo omschrijft majoor Jeroen Rebergen, supervisor militaire verkeersleiding en projectmanager civiel militaire samenwerking, de hectiek, die niet altijd even makkelijk was. “We hadden maar één doel, een soepele overgang. In die bewuste nacht mocht er niets fout gaan. Je kunt jaren sleutelen aan een computersysteem, maar onderaan de streep gaat het erom dat de operator een comfortabel gevoel heeft. Dat is gelukt. De eerste dagen na de transitie waren nog best wat onwennig. Ook voor de verkeersleiders van LVNL. In de operationele zaal komen er ineens tientallen mensen bij. Vanwege de nieuwigheid is de handelingssnelheid nog wat lager. Dat geeft niet, dit is een gewenningsperiode en daarin moeten we nog groeien.”
Apart
Technical supervisor LVNL George Odijk was zeker opgelucht toen eenmaal duidelijk werd dat de transitie was gelukt. “We gingen stap voor stap door het draaiboek. Elke handeling, elk telefoontje stond erin. Software operationeel maken is niets nieuws voor mij. Toch voelde ik de druk wel. De tijdslijn was vrij kritisch. Iedereen keek mee. Er is nu een andere dynamiek in de zaal, het operatiecentrum van LVNL. Drukker, maar ook leuker. We vinden elkaar snel. Toch blijft het wel apart om elke dag militairen tegen het lijf te lopen.”
Historische samensmelting
Aan de civiel-militaire exercitie gaan jaren van voorbereiding vooraf. De basis ligt in de zogeheten Luchtruimvisie, waarin staat dat Nederland het aantal luchtverkeersleidingscentra moet verminderen. In totaal verhuizen 114 luchtmachters naar Schiphol-Oost. Zij gaan vallen onder het in heroprichting zijnde 711 (MilATCC) Squadron. Het personeel draagt er de badge al wel van.
Win-winsituatie
Staatssecretaris van Defensie Barbara Visser en minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen bezochten begin januari de vernieuwde operations room. Van Nieuwenhuizen ziet de samenwerking als een stap voorwaarts naar de herindeling van het luchtruim: “Dit levert grote winst op. De ruimte in de lucht is schaars en die moeten we samen zo goed mogelijk benutten.”
Visser vindt de colocatie een voorbeeld van een krijgsmacht die actief samenwerkt. “Binnen deze samenwerking moet Defensie garanderen dat het luchtruim om te oefenen voldoende groot blijft. Datzelfde gebied moet door de burgerluchtvaart wel gebruikt kunnen worden als de luchtmacht er niet in vliegt. Een win-winsituatie dus.”
Sterk samenspel
‘Trots’ voert de boventoon bij C-LSK luitenant-generaal Dennis Luyt en zijn evenknie bij LVNL, Michiel van Dorst. “De colocatie is een belangrijke stap voorwaarts, om beter te kunnen samenwerken in de dagelijkse operatie”, geeft laatstgenoemde aan. “Maar ook om ontwikkelingen voor de toekomst mogelijk te maken, waaronder de herindeling van het luchtruim.” “De colocatie zorgt dat we vanuit sterk samenspel komen tot veilig, efficiënt en kosteneffectief luchtruimgebruik boven Nederland”, vult Luyt vult hem aan. “Gericht op enerzijds de militaire taakuitvoering en anderzijds de dienstverlening en verdere ontwikkeling ten behoeve van de civiele luchtvaart.”
Gisteren, op zondag 18 februari, presenteerde de NOS diverse berichten over de luchtverkeersleiding, zowel op internet als op televisie. Kijk voor een reactie daarop op de volgende template (pagina) in deze Vliegende Hollander. Het verhaal hierboven staat daar geheel los van.
Tekst: Vanessa Strijbosch
Foto’s: Luchtverkeersleiding Nederland en AOCS Nieuw Milligen