03

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 01-02 | 2018

Personeelstekorten militaire luchtverkeersleiding

Reactie luchtmacht op berichtgeving NOS

De NOS schetste zondag 18 februari in twee internetpublicaties en in het achtuurjournaal een negatief beeld van de militaire luchtverkeersleiding. Veiligheid, dienstverlening en arbeidsvoorwaarden waren de thema’s waarop de NOS aansloeg. Vanuit het CLSK is uitgebreid op het conceptartikel gereageerd. De NOS heeft ervoor gekozen dat maar voor een deel te laten terugkomen in de berichtgeving.

De NOS schetst nu een beeld alsof het CLSK zou berusten in de situatie. Dat is niet het geval. Dit doet namelijk onrecht aan alle militaire luchtverkeersleiders die iedere dag keihard werken om veilig, vlot en ordelijk vliegen in ons luchtruim mogelijk te maken en die tegelijkertijd in verschillende projecten werken aan een betere toekomst.

Wat is er aan de hand?

De militaire luchtverkeersleiding kampt met personeelstekorten die ertoe leiden dat deze dienstverlening regelmatig moet worden ingeperkt.

Wat is daarvan de oorzaak?

Luchtverkeersleider is een bijzonder beroep. Het vergt aanleg (talent), een goede attitude en, vanwege de lange intensieve en moeilijke opleiding, ook veel doorzettingsvermogen. Als gevolg van arbeidsmarktontwikkelingen is het lastig vacatures te vullen. Ook zijn de salarisverschillen met de civiele sector groot. Daarnaast hebben krijgsmachtbrede bezuinigingen er in de afgelopen decennia toe geleid dat er ook bij de luchtverkeersleiding tekorten zijn. In 2017 heeft de voorbereiding van de co-locatie, de omscholing en de verhuizing veel capaciteit gekost.

Wat zijn daarvan de gevolgen?

De tekorten zijn voor het personeel dagelijks merkbaar in een hoge roosterdruk. Omdat de militaire luchtverkeerleiders de veiligheid niet in het geding brengen, kunnen zij in sommige gevallen niet anders dan beperkingen opleggen aan de dienstverlening. Luchtverkeersleiding doen we veilig of we doen het niet. Het beperken van de dienstverlening heeft ernstige consequenties. Het heeft er drie nachten toe geleid dat politie- en traumahelikopters niet konden vliegen. Daarnaast leidt het tot beperkingen van de interne dienstverlening. Nederlandse en NAVO-jachtvliegtuigen kunnen niet met dezelfde vrijheid en flexibiliteit rondvliegen zoals vroeger gemeengoed was.

Wat doen we eraan?

Om ervoor te zorgen dat het risico van uitval van hulpdiensthelikopters wordt geminimaliseerd heeft de militaire luchtverkeersleiding een extra verkeersleider toegevoegd aan de nachtdiensten. Daar is nu een dubbele bezetting waardoor bij toerbeurt gerust kan worden. Dit gaat echter ten koste van de interne dienstverlening aan onze F-16’s overdag. Hierdoor kunnen we oefeningen niet altijd optimaal uitvoeren.

De militaire luchtverkeersleiding heeft al een goed veiligheidsmanagementsysteem; de Militaire Luchtvaartautoriteit ziet daarop toe. Daar waar er bij de individuele verkeersleider zorgen zijn, maakt hij of zij dit kenbaar, bijvoorbeeld bij een supervisor of in het veiligheidsmeldingssysteem. Op de door de NOS genoemde kwesties zijn direct maatregelen genomen. Voorbeelden daarvan zijn verschuivingen in werktijden of verplaatsing van oefeningen naar gebieden waar het luchtruim minder druk is.
Toch gaan we met verhoogde prioriteit extra vliegveiligheidsofficieren opleiden, een neventaak van luchtverkeersleiders.

Op de lange termijn

Allemaal maatregelen om veilig te blijven werken. Voor het geven van vluchtinformatie aan de kleine luchtvaart worden assistenten bijgeschoold zodat ook zij daarvoor inzetbaar zijn. Ook worden op maximale capaciteit nieuwe luchtverkeersleiders opgeleid. We verwachten later dit jaar profijt te krijgen van intensivering van de samenwerking met LVNL als zij, op een structurele basis, nachtdiensten van de militaire luchtverkeersleiders kunnen gaan overnemen.

Op de langere termijn kijkt de luchtmacht naar verdergaande civiel-militaire ‘air traffic management’-samenwerking. De zogenoemde ‘functiehuizen’ van de civiele en militaire luchtverkeersleiding worden met elkaar vergeleken om te bepalen of loopbaanpatronen tussen beide organisaties mogelijk zijn. Arbeidsvoorwaardelijke verschillen tussen civiele en militaire verkeersleiders blijven echter bestaan. Het blijft een individuele keuze of iemand alleen luchtverkeersleider wil zijn of daarnaast ook militair.

Tekst: Staf Commando Luchtstrijdkrachten
Foto’s: Marc Driessen