07

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2015

Pijlen op Italië

Nieuwe vliegtuigen, jachtvliegopleiding en ruimte voor RPA’s

Met 3 opdrachten van de Commandant Luchtstrijdkrachten op zak kan commodore Dré Kraak dit jaar vooruit. Het zijn niet de minste zaken waarmee hij zich bezig houdt. De hoofdopdracht luidt: heb ik aanvullende vliegtuigen nodig voor 65 ‘combat ready’ vliegers op 37 F-35’s? Daarnaast laat hij zijn licht schijnen over vliegerselectie en de ruimte voor op afstand bestuurde vliegtuigen. Werk aan de winkel.

“Best een aanzienlijke opdracht”, zegt commodore Kraak met een flinke lach. “Maar dat geeft niet”, gaat hij verder. “Met out-of-the-box denken en dus niet de standaard lijnen volgen, is veel mogelijk.” De Staf CLSK becijferde dat voor alle taken die de luchtmacht van Den Haag krijgt, 65 operationele vliegers nodig zijn. “De politiek zegt: ‘Daarvoor krijg je 37 F-35’s.’ Met inachtneming van alle factoren zijn er dan op jaarbasis per vlieger 90 tot 100 uur op dit toestel beschikbaar. Maar een vlieger is pas operationeel inzetbaar na ongeveer 180. Waar haal je die resterende uren vandaan? Een oplossing is het ‘downloaden’ van vlieguren op een ander type. Dat doen ze al in de Verenigde Staten. Daar maken vliegers op de F-22 Raptor een deel van hun uren op de T-38 Talon.”

Europees alternatief

Die manier van denken opent een heel nieuwe wereld voor de luchtmacht. “Maar om daaraan invulling te kunnen geven, moet je de vraag beantwoorden: welke missies móet je met de F-35 vliegen en welke kunnen met een ander type.”

Daarvoor eerst een tussenstap. De opleiding en training van F-16 vliegers op Tucson in de Verenigde Staten loopt nog door tot 2018-2020. Daarna verhuist de conversie op de F-35 naar Luke Air Force Base. In het voortraject blijft jachtvliegopleiding nodig, zoals nu op Sheppard. Diverse landen kijken hiervoor naar nieuwe mogelijkheden. Is er niet een Europees alternatief beschikbaar? Nog niet, maar C-LSK luitenant-generaal Sander Schnitger besloot samen met andere Europese Airchiefs onlangs tot het verkennen van een European Aircrew Training Center. Kraak: “Ik voer nu die opdracht uit vanuit Nederland. We hebben gesprekken met Duitsland, Italië, Groot-Brittannië en ook Canada. Italië wil graag met ons samenwerken, maar in eerste instantie bilateraal. Niet groter.”

Pilot-project

“Maar ís het wat in Italië?”, stelt Kraak zichzelf de vraag. “Nou, dacht het wel! We kwamen razend enthousiast terug.” Zelfs zodanig dat de eerste 2 Nederlandse leerling-jachtvliegers op 12 mei startten op de Italiaanse vliegbasis Lecce-Galatina met de voortgezette vliegeropleiding. Als – what’s in a name – pilot-project. Eerst nog op de MB.339CD, volgend jaar op de nieuwe M346. “Verbazend hoe de cockpit van dat toestel op een F-16, en eveneens op een F-35 lijkt. Op Lecce staan bovendien ‘full blown’ simulators en je hebt in de hak van de laars een mega airspace beschikbaar.”

Nu terug naar downloaden. “We kijken of diezelfde M346 ook het type is voor het tekort aan F-35 uren. Voor alle missies die de politiek van ons verlangt, hebben we meer F-35’s nodig. Die zijn er niet, dus we moeten wat. We richten ons in eerste instantie op het gebruik van de M346 als aanvulling op de F-35, voornamelijk voor gebruik in Nederland. Lease, huur, koop? We houden alle opties open. Hiervoor moet nog veel gebeuren, maar wij hebben als insteek: het gaat lukken. Net als bij ‘Loesje’: Het kan wél!”, zegt Kraak met een glimlach.

Wat is er aan de hand?

Dan nog het hoofdstuk vliegerselectie en de Remotely Piloted Aircraft (RPA’S). Beginnend met de eerste. 43 zijn er jaarlijks nodig voor alle types gezamenlijk. “5 jaar lang hebben we de aanstelopdracht bij lange na niet gehaald. Tot 2010 kwamen er jaarlijks 100 door de keuring. De laatste jaren tussen de 10 en 20. Opdracht van de C-LSK is simpel: ‘Fix it. Zorg dat ik voldoende vliegers heb.’ Dus eerst kijken, wat is er aan de hand? Nederlandse vliegers in opleiding doen het overal zeer goed. Ieder jaar zijn we ‘top notch’ op Sheppard en Fort Rucker. In de selectie passen we de regels dan ook zeer strikt toe. Misschien wel te strikt, want heel veel kandidaten vallen af door het te rigide toepassen van regels. Geen probleem als je vijver vol is. Is-ie leeg, wordt het een ander verhaal. Dus ben ik bezig met het aanpassen van de complete vliegerselectie. Efficiënter en effectiever selecteren, gebruik makend van de juiste selectie-instrumenten. Op die manier is het mogelijk de juiste en benodigde aantallen kandidaten naar de EMVO te sturen.”

‘Regel dat’

In Groot-Brittannië halen ze 80 vliegers uit 1000 aanmeldingen. “Wij vorig jaar 16 uit 1700. Dat is niet goed. Onder geen beding gaan we tornen aan kwaliteit, maar met eisen kun je wel schuiven. Zit je in het F-16 traject, maar levert bijvoorbeeld je rug een beperking op, viel je tot nu toe af. Dan ben je echter nog steeds uitermate geschikt voor een ander type. Nu is de opdracht voor de Commandant EMVO: jij zorgt er in eerste instantie voor dat per jaar 26 vliegers de EMVO succesvol afsluiten. Is er daarvoor een iets andere invulling van de syllabus nodig of dient er nadruk te worden gelegd op bepaalde zaken, dan gebeurt dat. Heel simpel, Romeo Delta. De commandant geeft dan advies over het wel of niet halen van de opleiding.. De C-LSK beslist daar vervolgens over.” In april is de gehele klas van 10 leerlingen daardoor geslaagd. Normaal gesproken valt gemiddeld 35% af.

Blijft over, de RPA’s. De Nederlandse wetgeving staat nog geen op afstand bestuurde vliegtuigen in ons luchtruim toe. “Vraag van de C-LSK: waar kunnen we met dit type, samen met een ander land, ervaring opdoen. Dan kijk je naar welke landen in Europa nu met zulke types vliegen en guess what, dat is Italië. Hun luchtmacht MQ-9’s mogen boven geheel Italië vliegen, mits er een vlieger aan het stuur zit. Dat is bij wet geregeld. Wij onderzoeken nu of we eventueel kunnen aansluiten en of samenwerking op het gebied van RPA’s simulatoren mogelijk is. Dat maakt met de pilot van de jachtvliegopleiding de cirkel rond.”

Tekst: Arno Marchand