02

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2015

Kat en muis boven de kust

Nederlandse NH90 en Zweedse A109 één team tegen piraten

De Somalische piraten houden zich al een tijdje rustig, maar waakzaamheid blijft geboden. Dus worden ze vanuit de lucht in de gaten gehouden door een bijzonder duo.

Het is een slanke dame, met mooie lijnen en een geweldige neus. Ze ziet er snel uit en is nog relatief jong,  ook al is ze grijs. De Zweedse marinehelikopter Agusta A109 is in 2001-2002 gekocht, vertelt Per Skanz, detachementscommandant van de Zweedse helikoptereenheid. Sinds januari is deze gestationeerd aan boord van Zr. Ms. Johan de Wit, in het kader van de EU-antipiraterijmissie Atalanta. “De A109 is een snelle, multifunctionele helikopter”, aldus Skanz. “Vergeleken met grotere toestellen is het meer een Ferrari, snel en wendbaar.”

In de hangaar is het verschil met de NH90 meteen duidelijk. De Nederlandse kist is een stuk bonkiger, meer spierballen en bijna 7 ton zwaarder. De heli houdt zich goed, vindt luitenant-ter-zee Martin. “Het is de juiste kist op de juiste plek”, zegt de Nederlandse detachementscommandant van de eerste helft van de missie.

Met de krachtige sensoren van de NH90 kunnen de piraten goed in de smiezen worden gehouden. Zoveel mogelijk informatie vergaren is het motto tijdens dit deel van Atalanta. “Qua piraterij is het zeer rustig in het gebied. Toen we in 2011 bij een piratenkamp kwamen, lagen daar 7 gekaapte schepen voor de kust. Dat kamp bestaat nu niet meer”, zegt Martin. De verkenningsvluchten moeten duidelijk maken waar piraten zich nu mee bezig houden. Pas dan kunnen er plannen worden gemaakt om het probleem bij de bron aan te pakken. “Vergelijk het met onkruid”, schetst Martin. “Wat boven de grond groeit, is afgesnoeid. Nu wordt het tijd om de wortels aan te pakken.”

scroll naar beneden

Eén team

“De samenwerking met de Nederlanders is erg fijn. Vliegers en grondpersoneel zijn overal ter wereld in principe hetzelfde. Ze hebben voor dit werk gekozen omdat ze ervan houden. Bovendien werken we volgens dezelfde internationale luchtvaart- en NAVO-regels. Dus dat maakt het makkelijk”, zegt detachementscommandant Per Skanz. “Bovendien denken we op dezelfde manier en wordt in de hangaar veel gelachen. De hele eenheid is volledig geïntegreerd met het schip. Naast de helikoptercrew en onderhoudsploeg hebben we ook een inlichtingenteam van 3 man mee. Het gaat hier prima.”

Scheepvaart blij met marine

Martin, detachementscommandant (januari-medio maart), luitenant-ter-zee 

“De samenwerking met de Zweden loopt goed. Beide landen liggen cultureel dicht bij elkaar. Ook op luchtvaartvlak is de instelling hetzelfde. Ze maken dezelfde denkslagen als wij. Een goed voorbeeld zijn de intelligence-, surveillance- and reconnaissance-vluchten om piratenkampen in kaart te brengen. De schepen in de omgeving zijn blij dat wij in de buurt zijn. Ondanks de afname in piratenactiviteit valt op dat de scheepvaart nog altijd gespannen is.”

90 graden heet

Tim, sergeant, technische dienst

“Mijn belangrijkste taak is zorgen dat de NH90 kan vliegen. Ik ben positief verrast door het uithoudingsvermogen van de kist. Het is bekend dat corrosie op de loer ligt. Het is mijn verantwoordelijkheid de kist zo goed mogelijk te inspecteren en de gevonden corrosie tot een minimum te beperken. Maar wat wil je, er zit voor 20 procent metalen onderdelen in de NH90 en we zitten op zee. Dan krijg je corrosie, dat is niet te voorkomen.

Op het vliegdek kan het intens heet worden. Het dek zelf wordt 90 graden Celsius in de zon. Het vergt veel uithoudingsvermogen. Je zweet 10 keer zoveel dan normaal, dus moet je ook genoeg drinken. Ik drink ruim 4 liter water per dag.”

Elkaar aanvullen

Wesley, vlieger, luitenant-ter-zee

“Wij zijn meer bedreven in het vliegen op schepen dan de Zweden. Zij doen dit niet zo veel, in het begin waren ze dan ook wat terughoudend. Tijdens het eerste deel van de reis hadden ze een eigen testteam om te zien welke grenzen er waren voor hun toestel.

Met hun A109 vullen ze ons aan, dat is leuk om te zien. We zijn een team geworden. Dat bleek wel toen we moesten wachten op een onderdeel. Toen dat eenmaal kon worden gehaald, zijn zij in de vroege ochtend dat onderdeel op gaan halen. Ook al hadden ze de avond ervoor nog tot laat gevlogen.”

Tekst: Arjen de Boer
Foto’s: korporaal 1 Zadrach Salampessy
Video: sergeant-majoor Peter van Bastelaar