03

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2015

Altijd dat extra paar ogen

65 jaar bewaking luchtruim 

‘Bandbox’ 65 jaar! Met zenders, ontvangers, vijf diesel-aggregaten, een radio- en een werkwagen én met de nodige mankracht werd op woensdag 15 februari 1950 Navigatie Station Veluwe operationeel. Bandbox (callsign, red.) was een feit. Sinds november 1955 tot op heden is het station 24/7 alert.  In de beginjaren werkte de club met radarwagens vanaf een braakliggend veldje. Vandaag de dag is Air Opsroom 300 al jaren gevestigd in een grote ondergrondse bunker. Bandbox is tot op de dag vandaag het kloppend hart voor het bewaken en beschermen van het nationale en NAVO toegewezen luchtruim.

Op de reünie van de LuVa, begin mei in Bronbeek, zijn de ‘Meisjes van de radar’ zoals ze destijds liefkozend genoemd werden, goed vertegenwoordigd. “Stand by, dan scharrel ik wat dames bij elkaar”, zegt tweede-luitenant b.d. Jannie van der Kooi (82), drijvende kracht achter deze LuVa-reünie en zelf vanaf 1955 tot aan haar trouwen (“Dan moest je eruit”) actief als gevechtsleider op Milligen. En dus worden even later volop herinneringen opgehaald en vliegen de verhalen over tafel, waar nodig aangevuld en soms hier en daar wat aangedikt.

Voor veel dames was de luchtmacht een eerste stap naar zelfstandigheid, weg van het ouderlijk huis. Uit de verhalen: “Je ging óf de verpleging in, óf je ging in dienst. Want dan kreeg je kost en inwoning én je had gelijk een baan. In ’53 stond op de vrouwenbeurs Femina een stand van de luchtmacht; dat leek me best interessant werk. Je kreeg een opleiding in Apeldoorn, waar we met vrachtauto’s naartoe werden gebracht. En dan was er de Van Haeften Kazerne, waar ik ooit nog 3 dagen arrest in de kelders kreeg vanwege liften zonder baret… Of over de ‘hunker-bunker’, zo genoemd omdat ze na uren op post toch weer daglicht wilden zien en hunkerden naar buiten!” 

Oud-gevechtsleiders Jannie en Pim terug op het oude nest.
Vanaf november 1951 dienen er vrouwen bij de luchtmacht. De vrouwen van de Luchtvaart Vrouwenafdeling, kortweg LuVa, werkten vooral bij de meteorologische dienst, de verkeers- of gevechtsleiding. Pas vanaf eind jaren ‘70 kwamen vrouwen in aanmerking voor gevechtsfuncties.

Bewaker van het luchtruim

Voor de ‘meisjes van de radar’ bleek het in die beginjaren als vrouwelijke bewaker van het luchtruim vooral spannend werk, al viel het aantal onderscheppingen reuze mee (of tegen). Stuk voor stuk kijken ze met een goed gevoel terug op die periode van gezelligheid, maar vooral saamhorigheid. Zo herinnert de 92-jarige mevrouw Jos van der Werf, de eerste vrouwelijke gevechtsleider in ons land, van haar 25-jarig dienstverband zich vooral de onderlinge kameraadschap. ‘Lady Bingo’ zoals haar call sign luidde, voelde zich direct thuis in het mannenwereldje: “Ze waren heer genoeg om je als vrouw te accepteren”, weet ze nog. Al wist ze ooit een buitenlandse vlieger met het call sign ‘Darling’ hevig te verrassen toen ze diens oproep beantwoordde met haar zwoele vrouwenstem: “I hear you loud and clear, darling!”

Ophalen van jeugdherinneringen...
Er is heel wat veranderd in de presentatie en de hoeveelheid informatie 'op de buis'

Opnieuw op post

In het kader van 65 jaar Luchtgevechtsleiding heeft De Vliegende Hollander jong en oud uit dit vakgebied samengebracht. Om de gevechtsleider van toen te laten ervaren hoezeer het werk in de loop der jaren is veranderd, zetten we twee oud-gedienden opnieuw ‘op post’, of beter gezegd 'achter de buis' bij 711 Air Operations Control Squadron op Nieuw Milligen. Van der Kooi krijgt kapitein Carine aan haar zijde, kapitein Merijn begeleidt majoor b.d. Pim Faber (89). “Jullie dragen het verkeerde pak!” zegt laatstgenoemde. Vanaf november ’53 is hij 10 jaar werkzaam geweest als gevechtsleider. Hij maakt van zijn hart geen moordkuil en verbaast zich bij de introductie al meteen over de groene kleur van het huidige werkpak. Om vervolgens luidkeels zijn mening over de werkruimte te geven: “Wat een weelde, wat een luxe! Kijk eens, zelfs de stoel heeft een gebruiksaanwijzing. Wat een techniek toch allemaal, wat zijn jullie verwend…” 

Gradenboog

Jannie neemt intussen samen met Carine de benamingen van toen en nu even door. “Wij hadden het vroeger over de ‘radar-hap’. Dat waren de plotters, bedieners, supervisors, enzovoort ”, put ze uit haar geheugen. “Dat noemen ze tegenwoordig ‘surveillance’. Net zoals we de GLO van vroeger tegenwoordig ‘fighter controller’ noemen”, weet Carine. Tot genoegen van Jannie en Pim is de ‘handy aid’ gebleven: de gradenboog waarmee de gevechtsleiding de vector naar de onderschepping uitrekent. Waarna in een onderonsje met kapitein Johan, medesamensteller van het boek ‘Bandbox, een halve eeuw Nederlandse gevechtsleiding’, fotoalbums, stickers en badges van toen en nu worden vergeleken.

‘Geheim’ verklapt

Beide oud-gevechtsleiders tonen zich nog het meest verbaasd over de werklast van tegenwoordig. Jannie: “Wij hadden 2 kisten onder onze hoede, jullie doen er wel 20! Hoe hou je die in vredesnaam allemaal uit elkaar? En al die lijntjes, bolletjes en vierkantjes op je radarscherm, zoveel informatie…werkt dat niet ontzettend verwarrend? Hoe hou je daar goed overzicht op?” Een lachende Merijn verklapt zijn ‘geheim’: “Dat doen we met computers. De automatisering neemt ons enorm veel werk uit handen, zodat we een helder overzicht houden en ons tegelijk kunnen concentreren op zaken die op dat moment aandacht vragen. Zonder computers zou geen mens deze workload aankunnen”, erkent hij. Wat Pim tot een ontboezeming brengt: “Dat heb ik nou altijd het leuke aan de luchtmacht gevonden: altijd die drive naar technische vooruitgang. In mijn tijd ging het van Tiger Moth, naar Meteor, naar Hunter. Nu praten ze over F-16 en JSF, worden er zelfs onbemande vliegtuigen op pad gestuurd. Er is een hoop veranderd in de jaren…”, verzucht hij.

Durven beslissen

Waren de tijden van vroeger en nu, en daarmee het werk van gevechtsleiders misschien niet te vergelijken, de ‘oudjes’ en de ‘jonkies’ zijn het snel eens over de belangrijkste eigenschappen waarover een goede gevechtsleider moet beschikken. Pim: “Assertief en daadkrachtig. Durven beslissen in plaats van afwachten en niets doen. Overzicht hebben en houden. Snel handelen. Flexibel zijn en teamspirit hebben.” Dat brengt de vier na enig nadenken tot een gezamenlijke conclusie: gevechtsleiding is echt close verweven met de vliegwereld. “Dat moet ook wel, want wij vormen net dat paar extra ogen.”

Tekst: Leo de Rooij
Foto’s: Valerie Kuypers