09

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2015

Luchtruimbewaking Benelux gaat centraal

Geweldsinzet boven andermans grondgebied optioneel

België, Nederland en Luxemburg gaan samen het luchtruim van de Benelux bewaken. Nederland en haar zuiderbuur stellen daarvoor allebei 2 F-16’s beschikbaar. Vanaf eind 2016 opereren ze bij toerbeurt vanaf verschillende vliegbases.

Luxemburg beschikt niet over jachtvliegcapaciteit, maar ondertekende in februari wél in Den Haag het verdrag dat de bewaking vastlegt. Dit komt de veiligheid van de omringende landen ten goede en vormt geen extra last van betekenis. Uniek aan de mijlpaal in Europese defensiesamenwerking is dat F-16’s boven een ander land in het hoogste geweldspectrum mogen opereren.

NAVO-middel ‘vertalen’

Het verdrag gaat specifiek over de bewaking tegen burgervliegtuigen waarvan een terroristische dreiging uitgaat. “Je moet dit niet verwarren met onze Quick Reaction Alert-taak, gericht op militaire toestellen”, aldus majoor Jan ter Braake, vertegenwoordiger gevechtsleiding Staf-CLSK. “Die QRA met jachtvliegtuigen is een NAVO-middel dat we in voorkomende gevallen kunnen ‘vertalen’ naar nationale inzet boven de Benelux. Dat deden België en Nederland overigens zelfstandig ook al vóór de ondertekening van dit verdrag. Het is verregaande samenwerking waar het hier om draait. De grootste uitdaging in luchtruimbewaking? Tijdig op de juiste manier reageren op afwijkingen; dat is de sport.”

Dezelfde parate jachtvliegtuigen

Op dit moment hebben zowel België als Nederland permanent 2 jachtvliegtuigen paraat voor de QRA. Nederland gebruikt de vliegbases Volkel en Leeuwarden; de zuiderburen vliegen vanaf Kleine Brogel en Florennes. Hierbij gaat het om het onderkennen en onderscheppen van vijandelijke of ongeïdentificeerde militaire en civiele vliegtuigen. Met het nieuwe verdrag voeren België en Nederland deze taak bij toerbeurt uit. 

x

Inzet geweld

Als een Nederlands jachtvliegtuig wordt ingezet in het luchtruim van een ander land, gebeurt dat in opdracht van de nationale autoriteiten van die staat. In België is de minister van Defensie bevoegd om de beslissing te nemen geweld te gebruiken. Voor Nederland is dat de minister van Veiligheid en Justitie.

Luxemburg heeft in het verdrag het gebruik van dodelijk geweld uitgesloten. “Om zulke ingrijpende beslissingen te nemen, moet je een nationale verantwoordelijkheid hebben”, vertelt Ter Braake. “De F-16’s mogen boven Luxemburg weliswaar geen geweld gebruiken. Maar het groothertogdom denkt er nog hard over na welke autoriteit die bevoegdheid op termijn krijgt.”

Overgeven nationale staatsveiligheid

Door de samenwerking kan een QRA een potentiële dreiging eerder en langer volgen. De besparing voor de krijgsmachten zit hem in het feit dat zowel België als Nederland de QRA 6 maanden per jaar niet hoeft te vervullen. Dat levert voordelen op voor de inzetbaarheid van jachtvliegtuigen en vliegers. Door de overeenkomst kan Nederland bijvoorbeeld straks meer missies met de F-35 uitvoeren.

Waarom een dergelijk verdrag niet jaren geleden al is opgesteld? “Je moet dit in de ontwikkelingen van 9/11 zien”, legt majoor Ter Braake uit. “Wanneer geef je je nationale veiligheid aan een ander over? De tijd is er nu rijp voor. Dat we in het hele geweldspectrum mogen opereren boven een ander land is uniek. Een verdrag als dit bestaat nog nergens anders ter wereld.”

Tekst: kapitein Jaap Wolting
Illustratie: Mieke Deurloo