Interview Commandant luchtstrijdkrachten

Tekst Arno Marchand
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann

“Over geen sigaren uit eigen doos, druppels op een gloeiende plaat, niet stilzitten en de noodzaak voor innovatie”

2014 was een bewogen jaar. Er gebeurde veel en de luchtmacht deed veel. Wat waren de belangrijkste momenten waarmee of waarin de luchtmacht zich onderscheidde? Commandant Luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal Sander Schnitger heeft dat duidelijk voor ogen. “Je onderscheidt je door relevantie en draagvlak in de Nederlandse samenleving.”

“De dramatische ontwikkeling rond MH17”, zo gaat hij verder, “toonde aan wat een belangrijke rol de krijgsmacht in het algemeen en de KLu in het bijzonder speelt. Dat we op dat moment een relevante bijdrage konden leveren, daar ben ik serieus trots op. 1 van de andere hoogtepunten is dat we als luchtmacht moeiteloos omschakelen: we zijn amper terug uit Afghanistan en maken een soepele doorstart naar Polen. Als de politiek ons vraagt voor inzet in het Midden-Oosten, vliegen we daar vervolgens binnen 5 dagen onze eerste operationele missies vanaf een bare base. Alles hebben we zelf geregeld. Zeer indrukwekkend dat we in staat zijn dat wederom te doen.”

x

Hoe krijgt dat personeel waardering voor hun – vaak extra – inzet, zeker als er uitzending op uitzending volgt, meer dan van tevoren is gepland?

“Er zijn vele manier om waardering uit te spreken. Ik doe dat door op de onderdelen naar de mensen toe te gaan en het tegen hen uit te spreken. Maar ik zou ook graag waardering zien in bijvoorbeeld nieuwe arbeidsvoorwaarden. We zitten nu ruim 550 dagen zonder. Het is ongetwijfeld moeizaam, maar Defensiepersoneel in de breedste zin verdient fatsoenlijke voorwaarden. We doen dit werk niet voor het geld, maar de rekeningen moeten thuis wel betaald worden. Ik vind dit echt een lastig verhaal en het moet echt beter.”

Hoe staat de luchtmacht er anno 2015 voor qua personeel en materieel en waar staan we in de huidige reorganisatie? Verandert daarin nog iets nu er meer geld voor Defensie beschikbaar komt?

Laat het duidelijk zijn, het Defensiebudget groeit niet, maar wordt minder kleiner. Het is een druppel op een gloeiende plaat, zo moet je het wel zien. Aan de minister, de CDS en de operationeel commandanten de taak om met een zo goed mogelijke invulling te komen. We zijn door het dal, op weg naar boven. Maar het is nog zeker geen steile heuvel.

De KLu gaat zich de komende 10 jaar sterk ontwikkelen. Niet steeds minder, minder, minder. We richten ons op versterking en innovatie met als belangrijkste drijfveer de internationale situatie. Zéker nu niet stilzitten, want de veiligheidssituatie in Europa en de wereld is veranderd. Het is er niet beter op geworden. Daar moeten we echt iets mee, de KLu dus ook. CLSK 3.0 is er bijvoorbeeld op gericht de luchtmacht in staat te stellen ook in het volgend decennium relevant en betaalbaar te zijn.”

Wat is de stand van zaken omtrent CLSK 3.0?

“Tijdens mijn rondgang op de onderdelen in de tweede helft van het jaar zie ik dat CLSK 3.0 begint te beklijven. Ik vind dat eigenlijk ook een hoogtepunt van 2014. Dat jaar zouden we vooral nadenken over het wat en hoe van CLSK3.0 en over communicatie. Wat ik zie is dat de luchtmacht zich beweegt in een nieuwe richting en personeel pakt het op, het leeft. Nog niet bij iedereen natuurlijk, maar velen doen er al echt iets mee. Ik hoor in de discussies op de onderdelen enthousiaste reacties over wat en hoe we zaken moeten aanpakken. Dat moet het personeel overigens zelf doen, maar het is geen sigaar uit eigen doos. Ze krijgen meer dan ooit de ruimte om ideeën uit te werken.”

Hoe staat de luchtmacht er internationaal gezien voor? Kunnen we – nog – mee met het niveau en de capaciteiten van de landen om ons heen?

“Onze mensen kunnen internationaal gezien nog goed mee. In coalities zoals in Mali en het Midden-Oosten zijn we leidend. Dat geldt KLu-breed, ook bijvoorbeeld in luchttransport. Met onze beperkte middelen doen we ongelofelijk veel. Maar ons materieel is oud: F-16, KDC-10, Chinook. Er moet veel gebeuren om goed te kunnen blijven opereren. Gelukkig zijn onze mensen in staat er het maximale uit te halen. Maar F-16 technici bijvoorbeeld, werken zich écht een slag in de rondte om de toestellen operationeel inzetbaar te houden.”

x

Kan de luchtmacht door alle uitzendingen voldoende trainen? 3 uitzendingen, deels tegelijkertijd, legt zo’n grote druk op bijvoorbeeld de F-16 wereld waardoor 2 oefeningen in de USA niet kunnen doorgaan.

“Ik wist heel goed dat het elastiek van de luchtmacht met eerst Mali en Polen en daar bovenop de Air Task Force-Middle East, heel erg zou oprekken. We kunnen tegelijkertijd niet van onze verantwoordelijkheden weglopen. De variabele is het voortzettingsvermogen: hoe lang kunnen we dit volhouden. Onze krijgsmacht en daarmee de luchtmacht is niet groot genoeg meer om uitzendingen lang vol te houden. Als we terugkomen uit Mali – zoals nu voorzien eind 2015 – is opleiden prio 1.”

x

In 2014 is de Fokker 50 ‘uitgevlogen’, maar was al eerder buiten dienst gesteld. Dat geldt deze maand voor de voor de AB-412. Wat betekent dit voor de luchtmacht en wat zijn de gevolgen voor andere wapensystemen?

“Ook de Alouette gaat er eind 2015 uit. Stilzetten en verkopen is het gevolg van de bezuinigingen, en de noodzaak voor een reductie in het aantal vliegtuigtypes. De AB-412 wordt nu tijdelijk door de Cougar vervangen. Gezien de kosten van het instandhouden van ook de AB-412 levert het wel een besparing op.”

Hoe kijkt u naar de introductie van nieuwe wapensystemen: als eerste de eerste aankoop van 8 F-35’s, later de Reaper en de intentie om – met andere landen – de A-330 MRTT aan te schaffen?

“Door het verouderen van de F-16 is aanschaf van de F-35 cruciaal. Los van de discussie over aantallen is de ontwikkeling die we hebben ingezet een goede. We kijken nu nog tegen de achterkant van de vernieuwingsgolf aan, maar ik zie het met vertrouwen tegemoet. Over de aanschaf van de Reaper en een multirole tanker valt dit jaar de beslissing. Eindhoven is zonder meer een kandidaat om die laatste te huisvesten. Daar bezitten ze de kennis en het European Air Transport Center op die basis vormt een samenbindende factor. Luchttransport is sowieso een van de beste voorbeelden van internationale samenwerking.”

x

Wat is volgens u als C-LSK het meest kenmerkend voor de Koninklijke Luchtmacht in alle facetten?

“De KLu is in toenemende mate voor de politiek en daarmee de samenleving hét instrument om in te zetten bij buitenlandse crises. Een kleine footprint met een grote kwaliteit. Wij hanteren stille en beheerste professionaliteit met een niet zeuren, maar doen mentaliteit. Geen woorden, maar daden, dat is de luchtmacht.”

x