03

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 11 | 2014

“Reservisten zijn booming”

Tekst Eerste luitenant Rosalien van Damme
Foto Louis Meulstee

De Groep Luchtmacht Reserve (GLR) bestaat 10 jaar. En dat werd met ruim 300 reservisten en hun familieleden gevierd in het nieuwe Nationaal Militair Museum in Soesterberg. “Reservisten zijn booming”, zegt overste Leo Joosse, commandant van de GLR. “Brandweerlieden, bedrijfskundigen en metselaars: ze zijn als flexibele schil rondom de beroepsorganisatie van onschatbare waarde voor de luchtmacht.”

x
Commandant GLR luitenant-kolonel Leo Joosse

De GLR bestaat uit ongeveer 400 reservisten en 3 beroepsmilitairen met een staffunctie, onder wie de commandant luitenant-kolonel Leo Joosse. Naast bewakingstaken en ceremoniële inzet, vullen ze soms de lege plek van beroepsmilitairen die op uitzending zijn. Reservisten zijn ook zelf te vinden in uitzendgebieden. Zo zijn er dit jaar 25 GLR-militairen naar Afghanistan en Mali uitgezonden. “De GLR is een gemotiveerde en flexibele groep mensen,” zegt Joosse, “en ze doen niet onder voor de beroepsmilitairen.”

x

Van toen tot nu

De GLR kent een bewogen geschiedenis. Ruim voor de officiële oprichting in 2004 beschikte de luchtmacht over actieve reservisten, die onder andere waren ondergebracht in een aantal beveiligingseenheden. Als gevolg van de oprichting van de GLR werden de bestaande beveiligingssquadrons en alle niet gevulde andere reserve-eenheden opgeheven. Daarvoor in de plaats kwamen 4 nieuwe GLR-beveiligingssquadrons: op vliegbases Volkel (601 Squadron), Leeuwarden (603 Squadron), Gilze-Rijen (604 Squadron) en Luchtmachtbasis De Peel (602 Squadron).

In december 2013 heeft een reorganisatie binnen de GLR de 4 squadrons teruggebracht naar 2. Tot op de dag van vandaag zijn dat het 519 squadron met 1 vlucht op Leeuwarden, 2 op Nieuw Milligen en 2 op Volkel. Daarnaast bestaat het 520 Squadron met 1 vlucht in Eindhoven, 2 in Gilze-Rijen en 1 in Woensdrecht.

x
De geschiedenis van de 10-jarige GLR zit bij vele reservisten in het hoofd en in het hart. Ter ere hiervan een jubileum uitgave van het onderdeelsblad Twice a Citizen. De auteurs en redacteuren overhandigden het eerste exemplaar aan IGK Hoitink.

Reservistenbeleid

Joosse ziet nog veel ruimte voor verbetering en uitdagingen: “We hebben bijvoorbeeld nu nog niet de capaciteit die we graag willen bieden.” De toekomst ziet de commandant met vertrouwen tegemoet. Mede door de kamerbrief van de minister waarin zij aankondigt het reservistenbeleid te gaan intensiveren. “Het gaat ons lukken om de knelpunten weg te werken en terugkijkend op de afgelopen 10 jaar is de GLR een succes. Reservisten hebben in 10 jaar honderdduizenden uren inzet geleverd. De bijdrage van de GLR was en is relevant”, besluit Joosse.

x
Reservekolonel prof. mr. Pieter van Vollenhoven feliciteerde zijn collega reservisten per brief, die werd voorgelezen door IGK Hoitink.

 “We hebben reservisten hard nodig om het Defensieapparaat soepel draaiend te houden”, beaamt de IGK luitenant-generaal Bart Hoitink. In toenemende mate maken reservisten deel uit van de dagelijkse bedrijfsvoering van de luchtmacht. Een aantal voorbeelden daarvan zijn het recente optreden tijdens de ceremonies rondom de neergestorte MH17, de bijdrage aan de Nuclear Security Summit en de inzet van reservisten in uitzendgebieden zoals Afghanistan en Mali.”

x

Het toenemende belang van de GLR binnen de Koninklijke Luchtmacht wordt benadrukt met 23 onderscheidingen en eretekens. IGK Hoitink reikt ze uit, achtereenvolgens 1 gouden, 5 zilveren en 1 bronzen medaille (foto: l.). Daarnaast ook 2 herinneringsmedailles voor uitzendingen naar Afghanistan en Mali en de luchtmachtmedaille. Een blauw erekoord is er voor korporaal 1 Albertus Vallinga, die tijdens de luchtmachtdagen een man met hartstilstand reanimeerde (foto midden). Zijn 2 collega’s die daarbij ondersteunen, ontvangen een tevredenheidbetuiging. De uitreiking van 10 veteranenspelden besluit de ceremonie (foto r.).

x

“Ik werk nu bijna 15 jaar als reservist. In mijn dagelijks leven ben ik metselaar. Via een uitzendbureau word ik ingehuurd en dus werk ik voor verschillende werkgevers. Die moeten altijd toestemming geven als ik als reservist aan de slag moet. Dat doen ze bijna altijd, al hebben ze geen idee wat ik precies doe. Het leukste aan reservist zijn, vind ik werken in 1 team met verschillende mensen. De een is schoolmeester en de ander werkt bij de belastingdienst. Die verschillende achtergronden kom je in de bouw niet tegen.”

x

“Ik werk bij PostNL en mijn man is beroepsmilitair. Hij zei 3 jaar geleden: ‘Als je de kans krijgt, moet je op uitzending gaan. Dat is een mooie ervaring.’ Dat heb ik gedaan. Kandahar Airfield werd leeggeruimd en ik was onderdeel van het verhuisteam. Het luchtalarm ging gemiddeld 2 keer per week af. Dan moesten we de dichtstbijzijnde bunker in. Op een dag was de inslag zo dichtbij, dat de wanden van de bunker heen en weer bewogen. Toen dacht ik aan mijn kleinkinderen en dat ik ze graag nog wilde zien. Het gevaar komt dan heel dichtbij, maar de begeleiding die we vanuit de organisatie kregen, was heel goed. Het waren 2 bijzondere maanden. En voor ik het wist, was ik al weer thuis.”

x

“‘Ik besloot te dienen’, zei generaal Van Uhm. En dat geldt ook voor mij. Ik werd geraakt door de oorlogsverhalen van mijn ouders. En ik wilde een bijdrage leveren. Een beroepsmilitair wordt aangewezen. Wij moeten vrij nemen om functies te vervullen binnen de krijgsmacht. Veel reservisten werken in de bewaking, maar ik ben als stafadjudant verantwoordelijk voor ceremoniële zaken. Binnen de krijgsmacht volgde ik een leiderschapstraining. Dat was precies in mijn straatje, want als chef-kok geef ik leiding aan de keukenbrigade. Mijn werkgever vindt het prima dat ik als reservist werk, als hij er maar geen last van heeft.”