09

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 11 | 2014

Reanimatie op 10.000 voet

Tekst eerste luitenant Wouter Helders
Foto sergeant 1 Zadrach Salempessy

Flying doctors oefenen boven lage landen

Midden in de vlucht, ergens boven de Waddenzee gaat het mis. De patiënt in de voorste ‘brancard’ stopt met ademen. Een hartstilstand. Belgisch en Nederlands medisch personeel aarzelt geen seconde en trekt de trukendoos open. Een verpleegkundige begint de ‘hartmassage’, terwijl een andere een spuit adrenaline in de patiënts arm zet. Dan volgt het grove geschut: een defibrillator. Het mag niet baten. De monitor toont een vlakke lijn.

x
Hoewel aan boord van de vliegtuigen alle apparatuur aan boord is, is het alle hens aan dek: de medische crew krijgt te maken met allerlei problemen, van overgevende patiënten tot bloedingen en een hartstilstand.

“Hij heeft het helaas niet gehaald”. Sergeant-majoor Arjen draait zelf in de oefening ‘Joint Medical Modules’ mee als observer, maar is zelf ook flight nurse. Medisch personeel van de Koninklijke Luchtmacht en Belgische krijgsmacht oefenen in gecombineerde teams de ‘skills & drills’ die ze nodig hebben om strategisch luchttransport van zieken en gewonden uit te voeren. Arjen: “Daar hoort het omgaan met stress en verlies ook bij.”

x
In een hectisch, maar gestroomlijnd samenspel van vliegers en loadmasters, flight nurses en artsen, anesthesiologen en intensive care verpleegkundigen moeten verschillende (oefen-) gewonden zo goed mogelijk ‘ingeladen’ en verzorgd worden.

Landen is geen optie

Veel tijd om stil te staan bij het verlies van de patiënt is er niet. Er zijn nog vier hulpbehoevenden aan boord. Een zwangere dame en mannen met respectievelijk necrose, galblaasontsteking en knieproblemen vragen om aandacht. “Crews zijn tijdens de vluchten op zichzelf aangewezen”, legt trainingsleider kapitein Didacus Beeloo uit. “Een groot deel van de tijd vliegen we boven water of onherbergzame gebieden. Landen is dan geen optie. Ze moeten het doen met wat ze hebben.”

x
Na een theoriegedeelte op Vliegbasis Eindhoven, is het tijd voor het echte werk. De crews, 1 met de C-130 en de ander met een Belgische Embraer (foto), moeten een Aeromedical Evacuation (AE) evacuatievlucht uitvoeren.

Vliegende ziekenboeg

De twee vliegtuigen voor de oefening, een Nederlandse C-130 en een Belgische Embraer ERJ-135, zitten dan ook tjokvol medische apparatuur en voorraden. “Of het nou gaat om een gebroken been, oogletsel of een schotwond; wij moeten patiënten zo veilig en comfortabel mogelijk van A naar B brengen”, aldus Arjen.

x
Bij het ‘inladen’ van patiënten moet personeel ook rekening gehouden met natuurkundige wetten. Zo stroomt de lucht in een vliegtuig van boven naar beneden en van achteren naar voren. Iemand met een infectie leg je dus indien mogelijk voorin neer.

Dat crews, internationaal samengesteld of niet, goed op elkaar zijn ingespeeld is dan ook essentieel. De toenadering tussen Belgen en Nederlanders die al op veel vlakken samenwerken, is dan ook niet verwonderlijk. “Doordat we dezelfde taal spreken en voor een groot deel hetzelfde denken en handelen, gaat het samenwerken ons goed af”, begint de Belgische verpleger adjudant Luc. Hij vindt vooral het leren werken met elkaar en elkaars materiaal nuttig. “Elk type toestel anders. De C-130 is groter en heeft minder speelruimte wat betreft de inrichting dan de Embraer. Binnen is het lawaaiig en donker. Allemaal belangrijke factoren.” 

x
Centraal tijdens de oefening staat het gewondenluchttransport naar en tussen de diverse medische faciliteiten binnen en buiten een missiegebied. Vervoer met beide vliegtuigen gaat tot in de avonduren door.

Stresses of flight

De verpleger doelt op de zogenoemde ‘stresses of flight’. De specifieke karakteristieken van ieder type vliegtuig en/of helikopter, zorgen voor andere fysiologische effecten op de vervoerde patiënten. Daarmee moet het medisch personeel dus in de voorbereiding en uitvoering van de missie rekening houden. 

Hier is ook voor de flight crew een belangrijke rol weggelegd. Gezagvoerder majoor Marcel: “De aard van de verwondingen van de patiënten heeft invloed op de uitvoering van de vlucht. Zo kan ik bij zwaargewonden bijvoorbeeld niet te hard accelereren op decellereren. En kan ik bij een patiënt met een longaandoening niet te hoog vliegen omdat de luchtdruk dan voor problemen kan zorgen. Laag vliegen kost dan weer meer brandstof…”

x
De witte voorraadskisten, de zogenaamde LINDA’s (Light Intermediate Nursing and Dressing Assay) zijn speciaal ontwikkeld voor het gebruik in vliegtuigen en helikopters.

Ook loadmasters sergeant 1 Johan en sergeant-majoor Rob moeten tijdens medische vluchten extra alert zijn. “Naast dat we letten op gewichtsverdeling en balans, moeten we nu extra letten op de configuratie”, zegt Johan. “De patiënten moeten goed liggen, maar dat geldt ook zo voor de bereikbaarheid van alle apparatuur en materialen.”

x
AE is een van de belangrijkste operationele taken van de gezondheidszorg van de KLu en zal ook na de reorganisatie een prominente rol blijven spelen.

Samen op missie

Het soepele samenspel tussen vliegend en medisch personeel is dan ook van groot belang; de levens van patiënten hangen er vanaf. Niets voor niets staan de verschillende teams via headsets constant in verbinding met elkaar. Oefenen is, hoe dan ook, belangrijk om optimale scherpte te waarborgen. De Vlaamse verpleger Luc is tevreden: “Mochten we in de toekomst ooit samen een missie uitvoeren, en dat is zeker niet ondenkbaar in het kader van interoperabiliteit, dan zijn we voorbereid.”

x