Tekst kapitein Roel van de Wiel
Foto sergeant Hille Hillinga
Apaches zijn luchtverkenners in missie Mali
Het Apache-detachement in Gao vormt het vliegende oog van de
Nederlandse missie in Mali. Vlak voor hun terugreis naar Nederland gaf een
vlieger van de HAVOC-vlucht van het 301 Squadron een blik op zijn missie als
verkenner.
Eerste-luitenant Sebastiaan, call sign ‘Strauss’, is een van de
Apache-vliegers van de HAVOC-vlucht van 301 Squadron. Van juli tot eind
september had hij het best denkbare uitzicht over Noord-Mali. Ruim 3 maanden
lang vloog hij zijn operaties boven de oost-sector van de VN-missie Minusma, in
het West-Afrikaanse woestijnland.
“Een prachtige omgeving”, weet Strauss. “Hoe vaker je boven het land vloog,
hoe beter je de schoonheid en verscheidenheid van de flora en fauna zag. Het is
een erg afwisselend landschap: in het zuiden groen en glooiend, hoe verder je
naar het noorden vliegt droger, kaal en nauwelijks bevolkt. En dan zagen we het
ook nog gedurende de seizoenen veranderen. Echt heel mooi.”
Grondpersoneel van vlucht 4 'Havoc' zorgt voor een helder zicht van de Apache-bemanning.
Rondkijken
De luitenant en zijn vluchtgenoten waren niet in Mali om van het landschap te
genieten. Toch bestond hun taak voor de VN-missie Minusma in essentie wel uit
rondkijken. De opdracht van de Nederlandse eenheden in Gao is namelijk
verkennen. En de 4 Apaches zijn in Noord-Mali de vliegende ogen boven de
verkenners op het land.
“Met de sensoren van de Apache voorzien we in een belangrijk deel van de
intell die de VN nodig heeft”, legt Sebastiaan uit. “Minusma kan niet
blind opereren, en een gigantisch land als Mali heeft veel blinde vlekken. De
commando’s gingen op de grond in gesprek met mensen, om informatie te
verzamelen. Wij maakten beelden van tactische locaties. Video, foto’s; het
complete plaatje bij het praatje, zeg maar. Uiteraard konden we, als het moest,
ook onze rol spelen in air support. Maar we waren in Mali primair als
luchtverkenners. Met onze informatie kon de VN aan het werk.”
De Nederlandse Apaches worden in Noord-Mali als luchtverkenners ingezet. Toch
gaan ze niet onbewapend op pad: als de nood aan de man is aan de grond, kunnen
ze door de VN ook voor Air Support worden ingezet.
De vliegers bereiden elke vliegmissie weer optimaal voor. Ze gaan met ruim
voldoende water aan boord, zodat ze zich bij een noodlanding een tijdje
zelfstandig kunnen redden. Luitenant Sebastiaan heeft ook zijn Glock pistool
altijd op de man - just in case.
Bewust
Voor een luchtmachteenheid met gevechtshelikopters was de missie in Gao voor
HAVOC niet per se ‘spannend’, stelt Strauss. “Verkenningsvluchten zijn uiteraard
anders dan gevechtsoperaties. Dat wisten we ook van tevoren. We bleven ons er
wel van bewust dat dat elk moment zou kunnen omslaan. In dat geval zouden we wel
meteen, snel en scherp moeten kunnen ingrijpen. Natuurlijk, in een missie van
ruim 3 maanden verslapt ieders boog wel eens. Daar wezen we elkaar dan op, of we
grepen zelf in. Als je een keer slecht geslapen of gegeten had, kon je beter
zelf een vlucht overslaan. Dat is no big deal. Als je de kist instapt,
moet je altijd 100 procent scherp zijn.”
Eerste-luitenant Sebastiaan doet een comms check voor vlak voordat hij opstijgt voor een verkenningsvlucht boven Noord-Mali.
Uitdagend
Spannend of niet, HAVOC had wel degelijk met bijzondere uitdagingen te
kampen. Alleen al de weersomstandigheden maakten de missie, die zich uitspreidde
over de Malinese zomer en het regenseizoen, ronduit uitdagend. Sebastiaan: “Het
was er bizar warm. Fysiek maakte de hitte het werk in de cockpit, maar ook voor
de mensen die buiten rondom de kist werken, extra inspannend.”
De crew rest tijdens de opbouw van het kamp vroeg om creatieve
oplossingen. “Het slapen met oordoppen in bijvoorbeeld”, stelde Sebastiaan. “We
dragen dagelijks de verantwoordelijkheid over een duur wapensysteem en over je
collega in de cockpit. Daar horen veiligheidsregels en afspraken bij, waar we
weer ons leefritme op moeten aanpassen. We hebben de situatie moeten accepteren
zoals die was en waar mogelijk creatief opgelost. Niet ideaal, maar daar zijn we
militairen voor.”
‘TomTom van de missie’ Sergeant Jelle Brouwer Medewerker Mission Support – 301 Squadron
“Ik had tijdens deze missie een nieuwe functie en daarin 2 hoofdtaken. Ten
eerste moest ik in de gaten houden welke Apaches inzetbaar waren en welke niet,
alle vlieguren registreren en de diverse hardware beheren. Ten tweede deed ik de
navigatie bij de missieplanning, een beetje als de TomTom van de missie.
Daardoor weet ik nu goed de weg in de regio, hoewel ik zelf nooit verder dan Gao
ben gekomen.
Noord-Mali is kort samengevat heet, droog en zandbruin. Voor ons werk zijn er
nauwelijks beperkingen en weinig dreiging. Dat gaf mij in de navigatie de vrije
hand. Het was een leuke missie. Anders, dat is altijd leuk. Het was niet zo
uitdagend, maar ik ben elke dag druk geweest.”
Sergeant Bram Slagter.
‘Echt knap van ons team’ Sergeant Bram Slagter Avionica Techniek – 301 squadron
“De kisten zelf trekken de hitte hier wel. Ze vangen wat meer stof, maar dat
kunnen ze wel hebben. Voor sommige apparatuur op de kist is de temperatuur wel
een uitdaging. De infrarood jammer bijvoorbeeld, de ‘discobal’ bovenop, hebben
we al een paar keer moeten vervangen. Tja, het is hier gewoon extreem heet.
Je moest ook goed op jezelf passen. Als je in de zon staat te werken en je
drinkt even niet genoeg, krijg je snel koppijn, raak je uitgeput. Ik vind het
echt knap van ons team dat we het hier 3 maanden hebben volgehouden onder deze
omstandigheden. We hebben laten zien dat we ook onder primitieve omstandigheden
en in deze hitte onze missie kunnen uitvoeren en volhouden.”
Sergeant Jelle Brouwer. Foto onder: 2 Apaches keren terug op Kamp Castor, na een verkenningsvlucht voor de VN-missie Minusma.