In 2016 heeft de toenmalige Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK), Luitenant-generaal b.d. Bart Hoitink, in zijn rondgang langs de eenheden wederom veel enthousiaste en professionele Defensiemedewerkers ontmoet. Zonder uitzondering waren zij trots op het eigen team en de taken die gezamenlijk werden opgepakt. In januari heb ik het stokje mogen overnemen. In mijn eerste maanden als IGK heb ik al vele werkbezoeken afgelegd en ook ik zie en ervaar steeds weer de gedrevenheid, professionaliteit en trots van de militairen en het burgerpersoneel in de hele organisatie.
Echter, zowel mijn voorganger als ik hebben tijdens deze bezoeken ook gezien dat het vertrouwen in Defensie is aangetast. De belangrijkste oorzaken voor deze aantasting zijn de te langzaam herstellende inzetbaarheid van het materieel, de beperkte doorstroommogelijkheden en de als schraal ervaren arbeidsvoorwaarden in combinatie met een eerst-zien-dan-geloven opstelling richting ‘Den Haag’. Daarnaast zorgen de (te) lang lopende reorganisaties voor veel onduidelijkheid en onrust.
Video-inleiding IGK bij jaarverslag 2016
In het jaarverslag over 2015 is ook al geconstateerd dat de kritieke ondergrens was bereikt in beschikbare middelen en geld. Ik constateer een jaar later dat de mensen op de werkvloer nog geen verbetering ervaren op dit gebied, terwijl het ambitieniveau van Defensie onveranderd hoog is gebleven.
In de afgelopen jaren is er een voorzichtige start gemaakt met het herstel van de inzetgereedheid van de eenheden. Reeds gedane investeringen in onder andere reservedelen en munitie gaan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Door onder meer langdurige verwervingstrajecten, waren de positieve effecten hiervan in 2016 helaas nog niet in volle omvang merkbaar op de werkvloer. Daarnaast betreffen deze investeringen vooral de materiële en nauwelijks de personele randvoorwaarden. De informatie die ik gedurende de vele bezoeken en gesprekken met het Defensiepersoneel op dit gebied heb verzameld, is te onderscheiden in drie hoofdcategorieën.
Ten eerste ontbreekt het regelmatig aan essentiële randvoorwaarden om het werk goed uit te voeren; vaak eenvoudige middelen zoals moderne ICT. Dit hindert mensen in het werk dat ze zo graag willen doen. De leiding voelt de verantwoordelijkheid om daar invulling aan te geven, maar loopt daarbij tegen de nodige beperkingen aan. Want, ondanks dat dit in het algemeen geen omvangrijke financiële investeringen betreft, voelen commandanten zich vaak gefrustreerd omdat de verwervingsprocedures en –trajecten door de vele regelgeving en centralisaties stroperig verlopen en dus (onnodig) veel tijd vergen. Er lopen al initiatieven om deze processen te vereenvoudigen en daarmee slagvaardiger te worden. Dit vergt onder andere vereenvoudigde regelgeving, duidelijke ketenregie, goede rolverdeling en open communicatie. Het is goed deze inspanningen te bespoedigen.
Ten tweede maken veel mensen zich zorgen over hun toekomst binnen de organisatie en oriënteren zich vroegtijdig op een baan buiten Defensie en verlaten ook onze organisatie. Deze irreguliere uitstroom, waarbij deskundig en ervaren personeel voortijdig weggaat, brengt onze organisatie in de problemen. Er ontstaan in toenemende mate moeilijk vulbare vacatures en de druk op het zittende personeel neemt toe. Deze signalen zijn reeds opgepakt in de personeelslijn en verdienen een grondige analyse van de effecten van het huidige personeelssysteem en een goede communicatie hierover met de werkvloer.
Ten derde ervaart het personeel het uitblijven van een arbeidsvoorwaardenakkoord in toenemende mate als frustrerend. Het stagneren van het overleg hierover ondermijnt het vertrouwen in de organisatie. Men wil duidelijkheid over onder andere persoonlijke ontwikkelmogelijkheden, een nieuwe diensteinderegeling en de inkomenspositie. Het is van belang dat alle betrokken partijen spoedig tot een overeenkomst komen. Duidelijkheid op dit gebied geeft het personeel de rust zich op hun primaire taak te concentreren.
Mij is ook opgevallen dat er een verschil in beleving bestaat tussen het beleidsniveau en de werkvloer. Aan de ene kant werkt de top hard aan verbeteringen en perspectief in de financiële en materiële positie van Defensie. Er zijn nieuwe investeringen opgestart en men spreekt over een opgaande trend. Daartegenover staat de werkvloer die effecten van deze positieve ontwikkelingen (nog) niet ervaart en zich daarbovenop ergert aan de onduidelijkheden rond hun persoonlijke situatie. Ondanks dat het topmanagement dit wel degelijk onderkent, wordt dit niet zo ervaren door het personeel. Dit vraagt om voortdurende uitleg over de genomen maatregelen, de tekortkomingen die daarmee worden aangepakt en het verwachte tijdpad van de effecten daarvan. Een heldere interne communicatie top down en bottom up is hierbij essentieel. Het is van belang dit verschil in perceptie te overbruggen en daarmee het vertrouwen van de medewerkers in onze organisatie te herstellen. Een open, realistische, tijdige en transparante communicatie op alle niveaus, meer slagvaardige en minder stroperige processen en procedures en snel zichtbare resultaten op de werkvloer, zijn hierbij cruciaal. Ik adviseer dan ook de inspanningen hierop te richten teneinde deze zogenaamde perception gap te sluiten en hiermee bij te dragen aan het herstel van vertrouwen.
Het is mijn taak als Inspecteur-Generaal om zaken te signaleren, te agenderen en te adviseren met de bedoeling verbeteringen op gang te brengen. De effecten van de jarenlange bezuinigingen en reorganisaties met daarmee gepaard gaande onzekerheid komen momenteel ten volle tot uiting. We zijn gewend geraakt aan de jarenlange staat van schaarste. Effecten van een verruimd Defensiebudget zijn nog niet allemaal zichtbaar op de werkvloer. De verslechterde veiligheidssituatie in de wereld om ons heen dwingt ons verder te investeren in onze veiligheid. Daarbij moeten we niet alleen denken aan materieel en infrastructuur, maar zeker ook aan de noodzakelijke randvoorwaarden voor ons personeel. De nodige werving vraagt ook om een aantrekkelijke werkgever. Daar waar we zeggen dat het personeel het belangrijkste kapitaal is van Defensie, is het belangrijk dat onze mensen het ook zo ervaren.
Ik realiseer me dat het jaarverslag het beeld van 2016 schetst. Ik spreek de verwachting uit dat door de ingezette stijging van het Defensiebudget, er in 2017 opnieuw stappen in de goede richting worden gezet om onze organisatie verder op orde te brengen, een organisatie waar de mensen trots op kunnen zijn. Lees mijn volledige jaarverslag.