Dit artikel hoort bij: Specials 01
(contra-) Inlichtingen producten
De toename van Russische militaire en hybride middelen en de inzet ervan zijn voor de MIVD aanleiding de ontwikkelingen in de Russische Federatie te volgen.
Algemeen
De ontwikkelingen in het afgelopen jaar hebben wederom aangetoond dat in de ogen van het Russisch leiderschap westerse en Russische veiligheidsbelangen onverenigbaar en strijdig zijn. Het Russische veiligheidsparadigma is uiterst traditioneel en gaat uit van zero sum denken: een toenemende veiligheid van de één gaat automatisch en direct ten koste van de ander. De Russische dreigingsperceptie is er één van strategische omsingeling, waarbij het Westen (VS, NAVO en EU) in de Russische visie voorbijgaat aan voor Rusland essentieel geachte veiligheidsbelangen. Belangrijk is dat het hierbij niet alleen gaat om de ontwikkeling en verdeling van machtsmiddelen, maar ook om botsende wereldbeelden en onderliggende waardesystemen. Het overgrote deel van de Russische bevolking deelt de opvatting van de Russische overheid.
De Russische Federatie is gebaat bij een zekere mate van (controleerbare) instabiliteit aan zijn grenzen om op die wijze invloed te kunnen uitoefenen in de buurlanden. Verontrustend hierbij is de combinatie van toenemend militair vermogen gericht op het voeren van een grootschalig conflict, hybride oorlogvoering en tactieken gericht op het aantasten van westerse besluitvormingsprocessen. Daarnaast wordt getracht de interne cohesie van NAVO en EU te verstoren en is er sprake van een toegenomen antiwesterse retoriek. Moskou blijft streven naar een significant kleinere rol voor de NAVO in de veiligheidsstructuur van Europa. Daarnaast blijft erkenning als grootmacht op het geopolitieke toneel een belangrijke doelstelling. De Russische interventies in Oekraïne en Syrië, gekoppeld aan het militair optreden in de onmiddellijke omgeving van het NAVO-verdragsgebied, zijn uitingen van een verhardend en in toenemende mate agressief Russisch buitenland- en veiligheidsbeleid. Essentieel in dit Russische beleid is, naast het behoud van de nucleaire verhouding en de strategische balans met de VS, een aanhoudende invloed in de voormalige Sovjetrepublieken (het zogenoemde Nabije Buitenland) en aangrenzende zeeën.
Het Russische militaire optreden in Syrië is indicatief voor een assertiever Russisch buitenlands- en veiligheidsbeleid en de toenemende rol die de Russische strijdkrachten hierin innemen. Moskou is bondgenoot van het zittende Syrische bewind en levert luchtsteun en overige militaire steun aan operaties van het Syrische leger. Hierbij vallen veel burgerslachtoffers. De Russische Federatie heeft in 2016 met relatief beperkte middelen een plek aan de onderhandelingstafel veroverd en werpt zich daarmee op als een internationale speler en bemiddelaar. Tegelijkertijd houdt het zich niet aan de normen van het internationaal recht.
De MIVD volgde de veiligheidssituatie in het oosten van Oekraïne nauwlettend, vanwege de ontwikkelingen in het oosten van Oekraïne, met een reëel potentieel voor escalatie en regionale destabilisatie.
Hybride oorlogvoering en tactieken
Hybride oorlogvoering maakt al sinds jaar en dag deel uit van het Russische politieke en militaire instrumentarium. Deze methode van oorlogvoering is met name gericht tegen de staten van de voormalige Sovjet-Unie. Hybride tactieken richten zich bovendien ook op staten en internationale organisaties die verder van Rusland afliggen. In het geval van de Russische Federatie is het oogmerk van hybride oorlogvoering om invloed, in wat het ziet als een essentiële bufferzone, in stand te houden of uit te breiden. Rusland doet dit op een manier, zodat de inmenging van derden in een eventueel conflict wordt vermeden en de kosten van het conflict zo laag mogelijk worden gehouden. Door hybride oorlogvoering en tactieken wordt getracht onzekerheid te creëren bij derden (het Westen, NAVO en EU), de eensgezindheid te ondergraven, besluitvormingsprocessen aan te tasten en de publieke opinie negatief te beïnvloeden.
Beïnvloedings- en informatieoperaties ondersteunen de strategische doelstellingen. Moskou presenteert het eigen optreden als humanitair, redelijk en de-escalerend. Het westerse optreden (zoals de NAVO reassurance measures ten behoeve van de Baltische staten) wordt daarentegen afgeschilderd als hysterisch, schijnheilig, anti-Russisch en escalerend.
Ontwikkeling militair vermogen
Er is duidelijk sprake van een toenemend Russisch conventioneel en nucleair militair vermogen aan de NAVO-oostflank, waaronder de Baltische Zee regio. De Russische Federatie gebruikt dit militair vermogen in toenemende mate als instrument voor buitenlands beleid, voor strategic messaging (het uiten van extreme onvrede aangaande veiligheidsontwikkelingen door het opzichtig optreden met conventionele en nucleaire militaire middelen) en voor militair machtsvertoon. Het Russische politiek en militair optreden uit zich in een aanhoudende en zelfs toenemende regionale instabiliteit aan zowel de oostflank van het NAVO-verdragsgebied als in het Midden Oosten. Hierbij is regelmatig sprake van provocatief optreden, waarbij Russische eenheden zich ophouden in de directe omgeving van het grondgebied, het luchtruim of de territoriale wateren van NAVO-lidstaten. Er bestaat een zeker risico op (ongewilde) escalatie of incidenten. Over deze risico’s is het afgelopen jaar gesproken in de NAVO-Rusland Raad. De MIVD rapporteert over genoemde militaire activiteiten en de mogelijke betekenis hiervan voor de NAVO en het Nederlandse veiligheidsbeleid.
Digitale dreiging Russische Federatie
Russische inlichtingendiensten ontwikkelen al jarenlang zeer aanzienlijke capaciteiten in het digitale domein. Naast een uitgebreid programma om digitale communicatie te onderscheppen, zijn er ook Russische hackers actief voor de Russische staat. Het defensie- , binnenland- en buitenlandbeleid van de Russische Federatie speelt een doorslaggevende rol bij de keuze van de doelwitten van de hackers.
Rusland heeft ook toegang tot capaciteiten die geschikt zijn om conventionele militaire inzet te ondersteunen in het digitale domein, bijvoorbeeld door middel van digitale aanvallen op kritieke infrastructuur in andere landen. Een ander voorbeeld is een spionerende app op de mobiele telefoons van artillerieofficieren van het Oekraïense leger, waardoor onder meer troepenbewegingen konden worden gevolgd.
Door de Amerikaanse inlichtingendiensten zijn digitale aanvallen tegen de Democratische partij onder meer aan de Russische militaire inlichtingendienst Glavnoje Razvedyvatelnoje Oepravlenije (GROe) toegeschreven. Diezelfde dienst voerde ook digitale aanvallen uit op civiele instellingen zoals het World Anti-Doping Agency (WADA), waarna medische dossiers van westerse atleten in aangepaste vorm publiek zijn gemaakt of verzonden aan verschillende media. In het digitale domein is de scheiding tussen civiel en militair minder helder dan in de werkelijke wereld.
China
Als onderdeel van zijn strategische inlichtingentaak volgde de MIVD de ontwikkelingen in het Chinese buitenland-, veiligheid- en defensiebeleid. China streeft naar een krijgsmacht die past bij zijn rol als mondiale grootmacht en ontwikkelt de militaire capaciteiten hiervoor. De Chinese krijgsmacht (PLA) geldt als een belangrijk instrument van het Chinese buitenlandbeleid. De Chinese krijgsmacht is eind 2015 gestart met een grote reorganisatie die tot doel heeft de PLA om te vormen tot een moderne en meer efficiënte krijgsmacht. De reorganisatie moet omstreeks 2020 gerealiseerd zijn. Naast structurele en organisatorische veranderingen zal de PLA in omvang worden gereduceerd van 2,3 naar 2 miljoen militairen. De MIVD verwacht echter niet dat de reorganisatie merkbare gevolgen buiten China zal hebben.
Ondanks een verdere toename van het aantal activiteiten van vooral de Chinese luchtmacht en marine, is de situatie in China’s maritieme periferie in 2016 relatief rustig gebleven. Wel heeft China zijn regelmatige presentie in wateren rond de door China en Japan betwiste Senkaku/Diaoyu-eilanden voortgezet. Onder begeleiding en coördinatie van de Chinese kustwacht waren in augustus zelfs tijdelijk meer dan 300 Chinese vissersschepen rond de eilanden actief. Met de toename van zijn militaire capaciteiten en ambities als mondiale grootmacht nemen ook het aantal Chinese militaire vlieg- en vaarbewegingen in het westelijk deel van de Stille Oceaan toe.
De terughoudende opstelling van de Filipijnse regering na de voor China negatieve uitspraak van het Permanent Hof van Arbitrage (PHvA) ten aanzien van China’s maritieme claims in de Zuid-Chinese Zee, heeft er waarschijnlijk toe bijgedragen dat de situatie in dit deel van Azië eveneens relatief rustig is gebleven. De zware diplomatieke en politieke druk die China zowel tijdens als na de arbitragezaak op partijen heeft uitgeoefend om zich niet met de zaak in te laten, past binnen de benadering die China hanteert als het van mening is dat zijn belangen in het geding zijn.
Ook in 2016 is China onverminderd door gegaan met het inrichten van de kunstmatige eilanden die het in de Zuid-Chinese Zee heeft gebouwd. Het laten landen en opstijgen van enkele passagiersvliegtuigen op twee van deze ‘eilanden’ in januari, kunnen niet verhullen dat deze ‘eilanden’ primair een militair doel dienen, en hierdoor een bron van zorg in de regio zijn. In reactie op de Chinese militaire activiteiten zijn inmiddels ook andere landen rond de Zuid-Chinese Zee begonnen met het uitbreiden van militaire capaciteiten op de door hen bezette eilanden, rotsen en riffen.
Buiten Azië kenmerkt de Chinese militaire aanwezigheid zich vooral door de Chinese antipiraterijmissie in de Golf van Aden en de Chinese deelname aan de verschillende VN-missies in vooral Afrika. Om deze activiteiten te kunnen ondersteunen, is China begonnen met de bouw van zijn eerste buitenlandse militaire basis in Djibouti. Deze basis, die mogelijk al in 2017 gereed is, wordt door de Chinese regering steevast aangeduid als een 'logistiek steunpunt'. Deze aanduiding is waarschijnlijk het gevolg van het jarenlang door de Chinese regering gepropageerde standpunt dat China geen buitenlandse militaire bases nastreeft. Gelet op de rol die China met zijn krijgsmacht voorstaat bij het beschermen van zijn overzeese belangen, zal de Chinese militaire basis in Djibouti waarschijnlijk een bruggenhoofdfunctie vervullen voor verdere Chinese militaire activiteiten rond de Indische Oceaan, in Afrika en het Midden-Oosten.
De opkomst van China als grote mogendheid op het wereldtoneel veroorzaakt een verandering in de mondiale machtsbalans. Hoewel China de bestaande internationale rechtsorde in het algemeen accepteert, pleegt het deze in toenemende mate te interpreteren op een wijze die overeenkomt met zijn eigen belangen. Dit kan ertoe leiden dat China’s woorden en daden van elkaar kunnen verschillen.
Digitale spionage
China’s digitale spionagecapaciteiten zijn uitgebreid. In verschillende openbare publicaties is China bekritiseerd voor het op grote schaal orkestreren van digitale spionage tegen doelwitten in het buitenland. China zet zijn capaciteiten in voor het verkrijgen van politieke, economische en militaire inlichtingen. Het land streeft een positie na als geopolitiek zwaargewicht. Snelle economische en militaire doorontwikkeling zijn daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. De defensie-industrie blijft dan ook wereldwijd een belangrijk aandachtsgebied voor de Chinese staat.
Iran
Iran heeft veel invloed in de regio. In 2016 is er daarom frequent gerapporteerd over het militair-strategische optreden van dit land. Dit gold op de eerste plaats voor de toegenomen directe betrokkenheid van Iran bij de strijd van het Syrische regime tegen de diverse oppositiegroepen. Daarnaast was de Iraanse steun aan zowel de Iraakse regering als Sjiitische milities en Koerden in Irak reden voor de rapportages. Voor Iran staat het bijdragen aan het vernietigen van ISIS en geestverwante groepen onveranderd voorop. Deze strijd blijft deel uitmaken van het Iraanse nationale veiligheidsbeleid.
Iran heeft zijn potentieel van de strategisch afschrikking en daarmee de mogelijkheid tot vergelding vergroot. De ballistische rakettenmacht is uitgebreid. Mede tegen deze achtergrond, en zo ook met het oog op de rol van Iran ten aanzien van Syrië, Irak, Libanon en Afghanistan, is de rivaliteit met Saudi-Arabië verder toegenomen. Deze ontwikkeling van toenemende polarisatie baart zorgen.
Verder besteedde de MIVD aandacht aan de Iraanse veiligheidsperceptie wat betreft de Perzische Golf en de Straat van Hormuz. Een strategisch militair middel voor Iran is het ontplooien van zijn marine in deze economisch vitale zeeroute. Ook het onderzoek naar de militaire capaciteiten in het ambitieuze en geavanceerde Iraanse cyberprogramma heeft de MIVD voortgezet.
Afrika Indicator & Warning
Naast de geprioriteerde missiegebieden volgt de MIVD ook de ontwikkelingen in landen in Afrika, waar sprake is van conflicten en crises die van invloed kunnen zijn op Nederlandse belangen. In dat kader rapporteerde de MIVD in 2016 over militaire en veiligheidsrelevante ontwikkelingen (I&W) op het Afrikaanse continent in brede zin.
In 2016 heeft de terroristische dreiging in Mali zich ook in een aantal andere landen in de regio gemanifesteerd. Dit kwam onder meer tot uiting bij aanslagen in Burkina Faso en Ivoorkust. Ook zijn in het grensgebied van Mali met zowel Burkina Faso als Niger veiligheidstroepen van de betreffende landen doelwit geweest van aanvallen van de al-Sahraoui strijdgroep die zich loyaal heeft verklaard aan ISIS. Verschillende landen, waaronder Niger, Mauritanië en Senegal, blijven kwetsbaar voor deze dreiging. Terroristische netwerken in Mali zijn tevens verantwoordelijk voor de ontvoering van westerlingen in de regio. Zowel in Mali als in Burkina Faso en Niger zijn dit jaar wederom westerlingen ontvoerd.
In Nigeria heeft de in 2015 verkozen president Buhari de strijd tegen Boko Haram nieuw leven ingeblazen. Militaire operaties in het noorden en een nauwere internationale samenwerking binnen de Multinational Joint Task Force hebben er voor gezorgd dat Boko Haram veel van zijn territoriale controle is kwijtgeraakt. Hoewel grootschalige aanvallen door Boko Haram minder vaak voorkomen, is de regio nog steeds zeer kwetsbaar voor aanslagen.
In Ethiopië vonden in 2016 demonstraties plaats in de regio’s Oromia en Amhara. De protesten zijn onder meer ingegeven door ontevredenheid over het door de Tigray-elite gedomineerde politieke stelsel, de landonteigening voor economische projecten en de uitbreiding van Addis Abeba. Door onder meer een harde aanpak van de autoriteiten, is de regering er voorlopig in geslaagd een relatieve rust te bewerkstelligen. Daarnaast is een wijziging in het kabinet doorgevoerd en zijn enkele politieke maatregelen aangekondigd. Veel oorzaken van de onrust blijven echter onopgelost.
In Burundi heeft de controversiële derde ambtstermijn van zittend president Nkurunziza geleid tot grootschalige protesten vanuit de bevolking en de politieke oppositie. Het gewelddadig onderdrukken van deze protesten heeft geresulteerd in mensenrechtenschendingen op grote schaal. Intussen heeft het land de samenwerking met het Internationaal Strafhof en het Hoge Commissariaat voor de Mensenrechten opgezegd.
Latijns-Amerika en de Caribische regio
In een gezamenlijk team (TCG) vergaren AIVD en MIVD inlichtingen en achtergrondinformatie over de regio Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. De eilanden Sint Eustatius, Saba en Bonaire zijn bijzondere Nederlandse gemeenten. Daarmee reiken de grenzen van Nederland, en dus de inlichtingen- en veiligheidstaken van de AIVD en de MIVD, tot in Latijns-Amerika. Bovendien zijn het buitenlandbeleid en de verdediging van de territoriale integriteit Koninkrijks aangelegenheden. De Nederlandse krijgsmacht is daarom permanent aanwezig in de Caribische delen van het Koninkrijk. Ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op deze presentie worden vanzelfsprekend door de diensten gevolgd.
Venezuela is in toenemende mate ten prooi gevallen aan een combinatie van politieke, economische en sociale spanningen. Het land ondergaat een diepe economische crisis. De val van de wereldolieprijzen heeft de situatie verslechterd. Als gevolg van de economische problemen heeft de Venezolaanse bevolking te kampen met tekorten aan eerste levensbehoeften en een sterk verslechterde veiligheids- en gezondheidssituatie.
Op politiek gebied blijft sprake van toegenomen polarisatie tussen de Venezolaanse regeringspartij en de verenigde oppositie. Daarbij wordt het gebrek aan respect voor politieke en humanitaire rechten steeds evidenter.
De verwachting is dat de negatieve trends voor Venezuela ook in 2017 zullen aanhouden. De instabiele situatie in Venezuela heeft een negatief effect op de regionale veiligheidssituatie. Vanwege de potentiële uitstralingseffecten blijven de AIVD en MIVD de ontwikkelingen nauwlettend volgen om zo de Koninkrijksregering van handelingsperspectief te voorzien.
Mali
Mission Multidimensionelle Intégrée des Nations Unies pour la Stabilisation au Mali (MINUSMA) brengt veiligheid en stabiliteit voor de bevolking van Mali. Nederlandse militairen verzamelen, verwerken en analyseren inlichtingen voor de Verenigde Naties, die hierdoor effectiever kunnen optreden. De MIVD ondersteunt de missie met inlichtingenproducten, zowel voor de besluitvorming in Den Haag als voor de taakuitvoering in Mali.
De situatie in Mali werd beïnvloed door spanningen tussen separatistische groeperingen (verenigd in la Coordination des Mouvements de l’Azawad, CMA), regeringsgezinde milities (verenigd in la Plateforme) en de Malinese overheid. De implementatie van het medio 2015 ondertekende vredesakkoord van Algiers nam gedurende het afgelopen jaar steeds concretere vormen aan. Dit zorgde in de uitvoeringsfase voor veel onderhandelingen tussen de groeperingen over de verdeling van macht en middelen. Zo was de zetelverdeling in de interim-besturen in de noordelijke regio’s - zoals vastgelegd in het vredesakkoord - niet alleen onderwerp van onderhandeling, maar ook een belangrijk twistpunt. Betrokken partijen zijn er niet in geslaagd het hierover eens te worden. Daarnaast leverden de beoogde gezamenlijke patrouilles en de gewenste legering van strijders discussie op. Met name de cohesie binnen de separatistische CMA stond onder druk. Diverse splintergroeperingen splitsten zich af in de hoop op die wijze een groter aandeel in het (lucratieve) vredesproces te kunnen bemachtigen.
Vooral in de Noord-Malinese regio Kidal werden de conflicten tussen de gewapende groeperingen steeds meer tribaal en etnisch van aard. De strijd om de macht in deze CMA-gedomineerde regio speelde zich af tussen de Ifoghas Toeareg (behorend tot de CMA) en Imghad Toeareg (behorend tot la Plateforme) en leidde verschillende keren tot gewapende confrontaties. Daarnaast leidt het veiligstellen van handelsroutes voor drugssmokkel dikwijls tot confrontaties tussen deze groepen.
Syrië en Irak
Operatie Inherent Resolve (OIR) is gericht tegen Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS). Nederlandse F-16’s waren tot 1 juli 2016 bij deze strijd betrokken. Verder worden Iraakse en Koerdische militairen door onder meer Nederlandse militairen getraind. Militairen van de missie United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO) observeren het grensgebied tussen Israël, Syrië en Libanon. Ook in het afgelopen jaar zijn Nederlandse militairen hierbij ingezet. De MIVD ondersteunt deze missies met inlichtingenproducten, zowel voor de besluitvorming als de taakuitvoering.
Naast de strijd tegen ISIS woedde de burgeroorlog in Syrië onverminderd voort. In de loop van het jaar wist het Syrische bewind het initiatief naar zich toe te trekken, niet in de laatste plaats door de militaire (lucht)steun van de Russische Federatie. De strijd tussen het bewind en de Syrische gewapende oppositie speelt zich vooral af in West-Syrië, met de hoogste intensiteit in het noordwesten en bij Aleppo. ISIS heeft zich militair gezien in Syrië weten te handhaven, al moest zij terrein prijsgeven. Door het verlies van het Turks-Syrische grensgebied is het voor ISIS moeilijk geworden om buitenlandse strijders naar het ‘kalifaat’ te brengen.
In Oost-Syrië slaagden Syrische Koerden er in om terrein op ISIS te heroveren. Toch bleef ISIS in dit deel van Syrië bewegingsvrijheid houden. Het optreden van de Syrische Koerden tegen ISIS is onderwerp van discussie met Turkije, omdat dat land de dominante Syrisch-Koerdische partij als een verlengstuk van de Turks-Koerdische PKK beschouwt.
In Irak heeft ISIS veel terrein verloren, in zowel de Tigris- als de Eufraat-vallei. ISIS heeft nog beperkte delen onder controle, met de stad Mosul als belangrijkste strategische bolwerk. Naast het verdedigen van dit territorium, richtte de groepering zich in toenemende mate op offensieve acties, zoals aanslagen, op veiligheidstroepen aan de fronten, maar ook tegen de bevolking elders in Irak. In oktober is het offensief van de coalitie gestart voor de herovering van Mosul.
Libanon
Ook Libanon is een aandachtsgebied voor de MIVD. Het voortdurende conflict in Syrië heeft ernstige politieke- en veiligheidsimplicaties voor Libanon tot gevolg. Het grote aantal vluchtelingen, ca. één op de vijf mensen in Libanon is Syrisch vluchteling, zet de van oudsher gespannen sociale verhoudingen in het land verder onder druk. Daar komt bij dat de verschillende minderheden in het land uiteenlopende meningen hebben over de situatie in Syrië. De regering realiseert zich de ernst van de situatie en heeft veiligheid tot haar prioriteit gemaakt. Mede daardoor is de veiligheidssituatie in het land relatief stabiel.
Aanslagen kunnen echter niet worden uitgesloten. Hezbollah strijdt aan de zijde van de Syrische regeringstroepen, hoofdzakelijk op plaatsen langs de Libanees-Syrische grens die voor de partij van strategisch belang zijn. Voor de troepen van Assad vormen de strijders van Hezbollah in die gebieden een essentiële versterking. In de ogen van salafi-jihadistische groeperingen maakt dit de aanhangers van de partij tot een legitiem doelwit van aanslagen.
Afghanistan
De missie Resolute Support (RS) in Afghanistan ondersteunt de verdere opbouw van een professioneel veiligheidsapparaat, waaronder leger en politie. Nederlandse militairen adviseren samen met bondgenoten het hogere kader van leger en politie. De MIVD voorziet het Nederlandse contingent van inlichtingenanalyses over de veiligheidssituatie en politieke ontwikkelingen. Dat gebeurt op zowel het nationale toneel als in het noorden van Afghanistan, omdat hier het zwaartepunt van de Nederlandse militaire bijdrage ligt.
De politieke inlichtingenanalyses van de MIVD richtten zich voornamelijk op de toenemende verdeeldheid binnen de regering van nationale eenheid National Unity Government (NUG) en de onderliggende strijd om invloed tussen diverse op etniciteit gebaseerde politieke facties. De MIVD constateert dat de effectiviteit en het gezag van de centrale overheid het afgelopen jaar zijn afgenomen en dat de NUG nog steeds sterk afhankelijk is van buitenlandse financiële en militaire steun. Deze politieke ontwikkeling heeft in negatieve zin bijgedragen aan de verslechterende veiligheidssituatie in Afghanistan.
Vanwege de veiligheidssituatie richtte de MIVD zich in 2016 wederom op de intenties, capaciteiten en activiteiten van de Taliban en het functioneren van de Afghaanse veiligheidstroepen (ANDSF). De MIVD constateert dat de ANDSF in 2016 vanwege interne verdeeldheid, personele problemen, corruptie en een sterker wordende Taliban nog meer onder druk zijn komen te staan. Zo wisten de Taliban enkele provinciale hoofdsteden ernstig te bedreigen en/of binnen te dringen, waaronder opnieuw Kunduz-stad en de hoofdstad van Uruzgan, Tarin Kowt. Hoewel de Afghaanse luchtmacht en special forces tijdelijk en plaatselijk successen boekten, bleef westerse steun essentieel voor de Afghaanse veiligheidstroepen in (Noord-)Afghanistan.
Libië
Zr. Ms. Rotterdam werd ingezet als trainingsplatform voor Libisch kustwachtpersoneel in het kader van EU operatie Sophia. Deze training werd op 27 november 2016 afgerond. De MIVD heeft voor het besluitvormingsproces en de ingezette Nederlandse militairen inlichtingenproducten geleverd.
Libië geldt als belangrijke schakel in de migratiestroom richting de Europa. Ongeveer 170.000 migranten arriveerden in 2016 via deze centrale Mediterrane route in Italië. Meer dan 4.000 migranten vonden de dood tijdens de oversteek. De migratiestromen en de aanwezigheid van terroristische netwerken in Libië vormden belangrijke aandachtspunten voor de MIVD. Na de groei van Libische takken van ISIS in het voorgaande jaar, stond 2016 in het teken van grote tegenslagen voor dit terroristische netwerk. Mede dankzij een Amerikaanse luchtaanval in februari werd de opbouw van een ISIS-L afdeling in de noordwestelijke plaats Sabratha verstoord. In mei richtten milities, voornamelijk afkomstig uit de stad Misrata, een anti-ISIS-L collectief op om het netwerk uit het centrale kustgebied rondom Sirte te verdrijven. Ondanks grote verliezen, tenminste 600 doden, slaagden de milities er eind 2016 in om Sirte, op enkele verzetshaarden na, te veroveren. De Amerikaanse luchtsteun die de milities sinds augustus ontvingen, was een doorslaggevende factor voor dit succes. Hoewel ISIS-L eind 2016 geen territorium meer bezette, bleven diverse cellen in verschillende delen van het land actief.
Op het strijdtoneel in Benghazi werkte ISIS-L samen met een radicaalislamitisch militiecollectief tegen het zogeheten Libische nationale leger (LNA). Deze coalitie werd afgelopen jaar teruggedrongen naar enkele stadswijken. Na twee en een half jaar van zware strijd heeft het LNA Benghazi grotendeels onder controle gekregen. Mensenrechtenorganisaties hebben grote kritiek geuit op de wijze waarop de strijdende partijen hebben opgetreden in Benghazi.
Generaal Khalifa Haftar, de commandant van het LNA, werd in september door het Libische parlement in Tobruk, het Huis van Afgevaardigden (HoR), bevorderd tot veldmaarschalk. In dezelfde periode werden civiele bestuurders in diverse steden in Oost-Libië vervangen door LNA-officieren. Ook nam het LNA nagenoeg geweldloos de controle over de Oost-Libische oliehavens over van een lokale beveiligingseenheid die was gelieerd aan de regering van nationaal akkoord (GNA) in Tripoli.
De GNA vestigde zich weliswaar eind maart in Tripoli, maar werd door veel Libiërs niet gezien als de legitieme regering van Libië. Voor de internationale gemeenschap werd de GNA de belangrijkste gesprekspartner, bijvoorbeeld in aanloop naar de kustwachttraining. Op 22 augustus stemde een meerderheid van de aanwezige parlementsleden tegen het kabinetsvoorstel van de GNA. Het leiderschap van de HoR bleef, net als het LNA, het gehele jaar negatief tegenover de GNA en het daaraan gekoppelde vredesproces staan. Het vredesakkoord uit december 2015 werd niet door het parlement geratificeerd. De tegenregering in het Oost-Libische al-Beida werd gehandhaafd door de HoR en het LNA. Hierdoor bleef het land grofweg verdeeld in twee politieke kampen met hun eigen diffuse militaire verbanden.
De militaire steun voor de GNA bleef beperkt tot de medewerking van enkele militiecollectieven in Tripoli en Misrata. Het onvermogen van de GNA om de veiligheidssituatie in Tripoli en de leefomstandigheden van haar inwoners te verbeteren, vergrootte eind 2016 de ontevredenheid over de matige prestaties van de GNA. Het jaar werd dan ook afgesloten met een reeks noodmaatregelen van de GNA om haar populariteit onder de bevolking te vergroten. Tevens werd geprobeerd om het vredesproces, dat door de Verenigde Naties (VN) wordt begeleid, nieuw leven in te blazen.
Somalië
Het doel van EU Operatie Atalanta in Somalië is het beschermen van de koopvaardij en het bestrijden van de piraterij. Nederland neemt deel met een schip van de Koninklijke Marine. Als onderdeel van de EU Trainingsmissie (EUTM) in Somalië leiden Nederlandse militairen in internationaal verband Somalische militairen op. De MIVD ondersteunt beide missies met inlichtingenproducten over de politieke ontwikkelingen en ook de veiligheidssituatie in Somalië.
De activiteiten van de Somalische piratennetwerken zijn sinds 2012 sterk afgenomen. Toch is de situatie op het Somalische vasteland geen aanleiding om aan te nemen dat piraterij tot het verleden behoort. De afname is voornamelijk een gevolg van tegenmaatregelen op zee.
Ook in 2016 werd de Somalische veiligheidssituatie geteisterd door activiteiten van de terroristische beweging al-Shabaab. In haar streven naar een Oost-Afrikaans islamitisch emiraat voert zij vrijwel dagelijks aanslagen uit gericht tegen de federale Somalische overheid en haar (internationale) bondgenoten. In 2016 wisten het Somalische leger en de militaire missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM) geen duurzaam militair overwicht te creëren tegen de aanwezigheid van al-Shabaab in Zuid- en Centraal-Somalië. Al-Shabaab blijft over voldoende capaciteiten en bewegingsvrijheid beschikken om aanslagen in heel Somalië en het noordoosten van Kenia uit te voeren.
Op politiek vlak stond 2016 in het teken van de federale parlements- en presidentsverkiezingen. Hoewel de oorspronkelijk geplande ‘one-man-one-vote’ verkiezingen niet zijn doorgegaan, onder meer vanwege de instabiele veiligheidssituatie, kwamen de Somalische bestuurders wel tot een alternatief verkiezingsproces met een prominente rol voor de Somalische clans en de federale deelstaten.
Zuid-Sudan
United Nations Mission in South Sudan (UNMISS) ziet toe op de veiligheidssituatie in Zuid Soedan. De militairen van UNMISS, waaronder Nederlandse militairen, beschermen de bevolking en onderzoeken mensenrechtenschendingen. De MIVD ondersteunt de Nederlandse militairen met inlichtingenproducten.
De MIVD heeft onder andere analyses geschreven over de voortgang van de implementatie van het in augustus 2015 getekende vredesakkoord en over de aanhoudende gevechten tussen regeringstroepen en rebellen. In april 2016 keerde oppositieleider Riek Machar terug naar de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba en werd een eenheidsregering gevormd.
Na enkele weken van oplopende spanningen tussen beide groeperingen raakten op 8 juli 2016 regeringstroepen en oppositiestrijders slaags nabij het presidentieel paleis. Daar waren op dat moment president Kiir en 1e vice-president Machar aanwezig. De dagen erna verhevigde het geweld aanzienlijk, waarbij regeringstroepen grootschalige operaties uitvoerden tegen oppositiestrijders. Door de nabijheid van het kampement van de oppositie bij een VN-basis en VN-vluchtelingenkampen, raakte UNMISS betrokken bij het conflict. Duizenden burgers vluchtten naar de VN-basis en aan UNMISS-zijde waren slachtoffers te betreuren. Het opgelaaide geweld was voor de Nederlandse ambassade in Juba aanleiding om over te gaan tot evacuatie van Nederlandse staatsburgers. Na een afgekondigd staakt-het-vuren op de avond van 11 juli namen de gewelddadigheden snel af en sindsdien is het relatief rustig gebleven in de stad. Machar is het land ontvlucht en zijn functie als 1e vice-president is overgenomen door Taban Deng Gai. Het vredesakkoord is na de geweldsuitbarsting in Juba en de vlucht van Machar op sterven na dood.
Niet alleen in Juba waren gewelddadigheden. Ook in andere delen van het land was er in 2016 sprake van een voorzetting van de gevechten. In tot voor kort relatief rustige gebieden, zoals de zuidelijke equatoriale staten, verslechterde na juli 2016 de veiligheidssituatie. Andere onrustige gebieden waren Western Bahr el-Ghazal, Unity en Upper Nile.