Tekst Evert Brouwer
Foto sergeant Cristian Schrik
DMO draagt project over aan landmacht
Het is niet niks: op een regenachtige middag in Stroe in 1 keer 200 pantserwielvoertuigen overhandigen. Het is een tikje gechargeerd, want directeur Projecten van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) commandeur Dick Kreiter droeg in Stroe symbolisch bij een Boxer CP het project over aan brigadegeneraal Gerhard Schonewille, de directeur Materieel & Diensten van het Commando Landstrijdkrachten.
“Blij kijken, jij bent er nu van”, klonk het in de richting van luitenant-kolonel Albert van Heek. Hij neemt bij de landmacht het stokje over van Joost Vernooij, sinds 2017 projectleider namens de DMO. Voor hem komt er nu dus deels een einde aan een project, dat voor Nederland zijn begin kende halverwege de jaren 90. Toen ging de Tweede Kamer akkoord met de vervanging van de aloude pantserwagens YPR en M577. Defensie sloot zich daarvoor aan bij OCCAR - een Europees samenwerkingsverband met Duitsland en toen nog het Verenigd Koninkrijk - om gezamenlijk onder meer een pantserwielvoertuig te ontwikkelen. Na de terugtrekking van het VK (2004) voltooiden Duitsland en Nederland deze ontwikkelingsfase. In 2014 maakte het voertuig zijn debuut tijdens Duitse operationele inzet in Afghanistan. Inmiddels is het VK teruggekeerd in het project en hebben Australië en Litouwen de Boxer gekocht.
Nadenken
Is het robuuste pantserwielvoertuig daarmee af? “Nee, bepaald niet”, zegt Vernooij stellig. “In 2029 staat het eerste grote onderhoud op het programma, met upgrades. Daar moeten we samen met de gebruiker, de landmacht, nú al over gaan nadenken. We streven ernaar om ook de Nederlandse industrie zoveel mogelijk bij de uitvoering van het onderhoud te betrekken.”
Met deze mijlpaal in de levenscyclus van de Boxer vond Vernooij het een goed idee om stil te staan bij de toekomst. “Duitsland, Groot-Brittannië en Australië zorgen op dit moment voor nieuwe versies met de stand van de techniek van vandaag en morgen.” Nederland plant de uitvoering van een midlife update (MLU) in 2029 te worden uitgevoerd. “Wat willen we daarmee bereiken? Daar moeten we nu al over nadenken”, vindt Vernooij, “anders ben je te laat.
Om te kijken wat de Boxer allemaal nog meer kan, was er na de ceremonie een videoconferentie met andere gebruikers. In Duitsland wordt al nagedacht over de integratie van onbemande grond- en luchtvoertuigen. Australië experimenteert weer wat meer met transport en mogelijkheden om de Boxer vanaf landingsvaartuigen in te zetten.
Nachtzicht
In de afgelopen maanden is al een vernieuwing toegepast op de Nederlandse Boxer in de vorm van nachtzichtapparatuur. Die is door Rheinmetall in Ede geïnstalleerd. De eerste operationele test met die apparatuur heeft plaats in Litouwen. Een eenheid van 17 Pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene heeft de primeur tijdens zijn uitzending voor de Enhanced Forward Presence. “Dat kan goed in een omgeving waar de dreiging niet hoog is”, legt Vernooij uit.