Geen nieuw oud ding

Jonge geesten broeden op jerrycan-vulinstallatie

Ooit was het een modern apparaat, de jerrycan-vulinstallatie (JVI) van het Defensie Bedrijfsstoffen Bedrijf (DBB) in Lettele. De machine leegt, spoelt en vult zo’n 1000 jerrycans per dag met brandstoffen voor in het veld. Geen zwaar handwerk meer, en dat was in 1993 een primeur. Vandaag de dag gebruiken studenten van de TU-Delft de woorden ‘niet efficiënt’ en ‘achterhaald’. Aan hen de opdracht om met innovatieve ideeën te komen voor de vervanging van de JVI.

“Mogen we de installatie verplaatsten naar de waterkant om waterkracht te gebruiken?” “Zouden plastic jerrycans efficiënter zijn dan stalen?” en “Kunnen bondgenoten in het buitenland Nederlandse jerrycans vullen?’ Het is een greep uit de vragen die de eerstejaars studenten tijdens een bezoek aan het Overijsselse Lettele afvuren op luitenant-kolonel Arjen Wassink, commandant afdeling Brand- en Bedrijfsstoffen van het DBB. Uitgebreid gaat hij met de 8 jongens en een meisje van de opleiding Technische Bestuurskunde in discussie. “Wat is het voordeel van plastic?” en “Hoe zit het met de veiligheid als je de installatie gaat verplaatsen?”, kaatst hij de vragen terug.

Verfrissend

Out of the box-denken, dat was precies waar Wassink op hoopte toen hij ‘ja’ zei tegen het idee van Defensity College (zie kader) om studenten te laten nadenken over het vervangen van de JVI. “Jonge geesten komen met verfrissende ideeën”, zegt Wassink. “Wij zijn soms geneigd steeds in dezelfde richting te denken; een nieuw oud ding maken. Maar misschien is er wel iets totaal anders mogelijk.” 

Onbenullig of groot?

Zoals bijvoorbeeld een opzetstuk ontwerpen waarmee de verschillende jerrycans van NAVO-landen toch op de vul-installaties van bondgenoten passen. “Dan kan brandstof efficiënter worden uitgewisseld”, zegt de 18-jarige techstudent Mees Dekkers. “Duitsland kan zo bijvoorbeeld Nederlandse jerrycans vullen en vice versa.”

Dop

Effectief voor grote oefeningen of tijdens missies, stelt de student die met zijn neus bovenop een Duitse en Nederlandse jerrycan zit. “Serieus?”, vraagt hij zich verbaasd af. “Is het enige verschil dit bobbeltje op de dop? En alleen daarom passen Duitse jerrycans niet op de Nederlandse JVI?” Een retorische vraag. En dat doet hem zichtbaar goed. Zijn plan gaat de goede kant op. “Soms kan iets heel onbenulligs een groot verschil maken”, zegt Wassink. “Neem nou die dop. Daar had ik nog nooit aan gedacht. Daarvoor heb je dus een paar jonge studenten op bezoek nodig.”

Technisch talent

In totaal zijn 100 eerstejaars studenten van de TU-Delft voor het vak modellering bezig met deze JVI-casus. Nog eens 100 studenten werken aan een andere casus voor het DienstenCentrum Personeelslogistiek. Behalve innovatieve verfrissende ideeën voor de JVI, hoopt Wassink met dit project Defensie bij de techniekstudenten in beeld te brengen. “DMO is een interessante werkgever voor hoogtechnologische uitdagingen. We innoveren en experimenteren, maar bij jongeren zijn we niet heel bekend.” DMO vergrijst, erkent Wassink. “Deze studenten zijn potentiele nieuwe werknemers. Maar ook mogelijk toekomstige ondernemers die later misschien iets voor Defensie kunnen betekenen.” Als het aan DMO ligt, blijft het daarom niet bij alleen het JVI-project. Er staan nog veel meer van dit soort contactmomenten met studenten op de planning. Gericht op het delen van kennis en expertise rondom innovatie.

Voor Dekkers geldt al dat hij zichzelf ‘best wel’ bij Defensie ziet werken. De student wijst op de bijna 25 jaar oude JVI achter zich. “Er is in elk geval genoeg te innoveren.”