Over pakweg 10 jaar is een deel van de marinevloot aan vervanging toe. Het is nog maar afwachten hoe de mogelijke opvolgers van de M-fregatten, onderzeeboten en mijnenjagers eruit komen te zien. DMO zit in de aanloop naar de verwerving van nieuwe schepen niet stil. Met het programma Manning & Automation werpt manager kapitein-luitenant ter zee Ton van Heusdende blik vast vooruit. “Innovaties zijn nodig in de ondersteuning van de scheepsbemanning.”
Momenteel lopen er verschillende technische innovatieprojecten, waaronder dus Manning & Automation waarover onlangs een symposium was. Zo’n 125 afgevaardigden van de Koninklijke Marine, Defensie Materieel Organisatie (DMO), gerelateerde opleidingsinstituten, Defensie-industrie (waaronder RH Marine, Thales) en kennisinstituut TNO ontmoetten elkaar in Den Helder. Ze bekeken demo’s en testten zelf de nieuwste technieken. Het programma moet leiden naar de optimale inzetbaarheid en veiligheid van de schepen. De roadmap Manning & Automation startte in 2014 en loopt naar verwachting tot 2030.
DMO-manager ‘Manning & Automation’, kapitein-luitenant ter zee technische dienst Ton van Heusden.
Autonoom
Kapitein-luitenant ter zee van de technische dienst Ton van Heusden is sinds een jaar binnen DMO de manager van het programma Manning & Automation. “Het gaat ons om het automatiseren van de managementsystemen aan boord. Waar gewenst willen we tijdrovende, gestandaardiseerde acties autonoom kunnen uitvoeren. Door het nog efficiënter inrichten van de systemen is het mogelijk beter en sneller overzicht te creëren op een schip. Dat leidt tot betere beslissingen voor de steeds complexere dreigingen, die ook op zee gelden.”
Op het digitale plotbord, het zogenoemde Electronic Incident Board, worden (uitgevallen) capaciteiten automatisch gemarkeerd. Handmatig intekenen op een geplastificeerde scheepsplattegrond behoort daarmee tot het verleden. Het systeem is al in gebruik op het Joint Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman.
Verbinding
Momenteel worden de 3 belangrijkste managementsystemen aan boord doorontwikkeld: combat-, platform- en bridgemanagement. De huidige systemen staan weliswaar in verbinding met elkaar, maar zijn nog niet voldoende geïntegreerd. Van Heusden: “Door verregaande integratie wordt de benodigde informatie uitgewisseld tussen deze systemen en optimaliseer je de bedrijfsvoering aan boord. Hierdoor is de marine in staat om betaalbaar met technisch hoogwaardige schepen te blijven varen.”
DMI onderzoek momenteel de mogelijkheden van drones in een maritieme context. De mini-drone op de foto is een testmodel.
Kapotte systemen
Dat is hoog nodig vindt Van Heusden, die spreekt uit ervaring als hoofd Wapen Technische Dienst aan boord van Zr.Ms. De Ruyter. “Nu sta je na een calamiteit op een geplastificeerde plattegrond van het schip in te tekenen welke technische, operationele en personele capaciteiten nog beschikbaar zijn.” Een ouderwetse manier van overzicht creëren op zulke hypermoderne oorlogsschepen, vindt hij. “Iedereen moet het hele schip door om te onderzoeken wat de status van systemen is. Bij schade dien je vervolgens veel handmatige acties uit te voeren om systemen opnieuw te configureren, zodat ze beschikbaar blijven voor de commandant. Dit is niet alleen een tijdrovende klus, maar ook foutgevoelig. Ondertussen is de commandant bezig met de ‘externe’ oorlogvoering: hoe ziet de omgeving eruit, waar is de vijand, wat doet die, welke sensoren of wapens ga ik inzetten en welke koers gaan we varen? Als technisch adviseur ben je dan vaak laat met informatie en raadgeving. En dat moet straks beter.”
Het nieuwe navigatiebrugsysteem van RH Marine met op het grote scherm de digitale zeekaart. Dit product is niet speciaal ontwikkeld voor de Koninklijke Marine, maar ook commercieel verkrijgbaar.
Geautomatiseerd advies
Met het nieuwe geïntegreerde managementsysteem heeft het schip veel sneller het plaatje compleet. Ook werkt DMO aan een ‘slim’ integrated mission managementsysteem. De commandant voert zijn missie in en het systeem adviseert vervolgens bijvoorbeeld over sensoreninzet, welke wapens te gebruiken, navigatie, signatuur- of energiemanagement. Naar wens kan het geautomatiseerd systeemtaken overnemen. De bemanning heeft dan meer tijd om een plan te bedenken en uit te voeren. Van Heusden: “De in- en output is in ‘gewone mensentaal’. Dat is een ontwerpvereiste, anders moet iedereen nog een hele studie technisch communiceren gaan volgen. En het is al lastig om aan hoogwaardig technisch personeel te komen.”
Betrokken
Behalve technische knappe koppen bij DMO, industrie (Thales en RH Marine) en TNO zijn ook (oud-)bemanningsleden en experts betrokken bij het innovatieprogramma. “Om kennis en ervaring van marinepersoneel te vertalen naar nieuwe technische systemen zijn verschillende spelers nodig”, realiseert Van Heusden zich.
Namens DMO is dat onder meer de afdeling Systemen, Applicaties, Trainers en Simulatoren (SATS) van het Joint Informatievoorzieningen Commando (JIVC), namens de Koninklijke Marine bijvoorbeeld de Directie Materiele Instandhouding. De sectie Operationele Expertise van JIVC/SATS borgt de operationele en technische kennis van de vloot en werkt mee aan diverse deelprojecten. “De reacties op alles wat er te zien was tijdens het symposium waren erg positief ”, weet Van Heusden.
Met behulp van deze bril wordt allerlei informatie over de werkelijkheid geprojecteerd. Bijvoorbeeld de naam, soort, koers en vaart van een voorbijvarend schip. Deze ‘augmented reality’-bril kan een goede aanvulling zijn voor personeel op de navigatiebrug. Dit product is het eindresultaat van een afstudeerproject aan de universiteit i.s.m. met DMO en TNO.