Tekst LTZ 2OC Joost Margés
Foto sergeant-majoor Maartje Roos

Onze man in Washington, Tim Sneek

De hechte relatie met de VS als strategische partner instandhouden en versterken, daar draait het volgens Tim Sneek om. De Defensie Materieel Attaché werkt sinds 3 jaar op de ambassade in Washington, waar hij leiding geeft aan een materieelsectie van niet minder dan 7 mensen. Zijn motto: ‘Internationale samenwerking is geen keuze, maar noodzaak’. “Het feit dat wij missies draaien in bijvoorbeeld Afghanistan, het Midden-Oosten en Mali zorgt ervoor dat wij er goed op staan bij de grote bondgenoot.”

Sinds 1996 werkt Sneek voor het Ministerie van Defensie en deed daarna ruime ervaring op binnen de Bestuursstaf. Sneek spreekt van de ‘Balkanperiode’, met de Kosovocrisis, interventies en ‘brandjes blussen’. Later verlegde hij de aandacht richting terrorismebestrijding en was hij onder meer plaatsvervangend hoofd Internationale Juridische Beleidszaken, bij de Directie Juridische Zaken.

Vanwege een brede ervaring en oriëntatie werd hij in 2013 Defensie Materieel Attaché. In deze functie geeft hij leiding aan de Defensie Materieel Sectie van 7 mensen. Dat is bijna de helft van de Defensieafdeling van de ambassade, wat aangeeft hoeveel belang Defensie hecht aan materieel-gebonden contacten en projecten in de VS. Sneek bevindt zich in Washington overigens op bekend terrein, aangezien zijn vader, in de rang van kolonel hier van 1988 tot 1991 luchtmachattaché was.

‘Wij zijn onderdeel van de keten die Defensie voorziet van spullen, maar ook bijbehorende opleidingen en trainingen’

Totaalpakket

De functie vervullen van Defensie Materieel Attaché (DMA) op de grootste buitenlandse diplomatieke vestiging van Nederland, hoe werkt dat? “Wij zijn een onderdeel van de keten die Defensie voorziet van de spullen, maar ook de bijbehorende opleidingen en trainingen”, vat hij samen. “Het gaat altijd om het totaalpakket.” Dit dient volgens Sneek maar 1 doel: missies laten draaien en operationele gereedheid op orde houden. “Voor de mensen in het veld”, benadrukt hij. “Voor wat zij nodig hebben op materieelgebied.”

De projecten waarmee de DMA en zijn mensen het zoal druk hebben, zijn divers. Meest opvallende is natuurlijk de aanschaf van 37 F-35 ‘Joint Strike Fighters’ van producent Lockheed Martin. Ook het kopen van 14 nieuwe Chinook-transporthelikopters en de update van 6 andere, bij Boeing, geldt als een groot project. Ter illustratie van het voornoemde totaalpakket: “Een belangrijke pijler binnen de operationele gereedheid is dat we de Chinooks bijvoorbeeld geïntegreerd laten trainen met onze Apache-gevechtshelikopters en militairen van de Luchtmobiele Brigade op Fort Hood, in Texas.”

‘We kijken niet alleen naar de klassieke defensie-industrie, maar ook naar ‘Silicon Valley’-achtige bedrijven, zoals Apple en Google’

Mekka van deskundigheid

Een DMO-project voor land- en luchtmacht van een andere orde is de Patriot-‘recap’: groot onderhoud in de VS aan alle luchtdoelsystemen van dit type. Bij de marine springt het onderhoud aan de Mk-48 torpedo's en de aanschaf van ‘Evolved NATO Sea Sparrow’-luchtdoelraketten in het oog. Ook voor de landmacht maken Sneek en consorten zich sterk, zoals rond de aanschaf van het nieuw Excaliber-systeem. “Hierbij gaat het om GPS-geleide artillerie, belangrijk voor het ‘Joint Fires Concept’ van de krijgsmacht”, zo stelt hij.

Volgens de attaché past dit laatste bij de hang naar innovatie van de Nederlandse Defensieonderdelen, waarvoor ze in de VS aan het juiste adres zijn. “Op het gebied van 3D-printing, robotica en ICT is hier veel te halen. We kijken ook niet alleen naar de klassieke defensie- en veiligheidsindustrie, maar ook naar ‘Silicon Valley’-achtige bedrijven, zoals Apple en Google. Washington is het Mekka van deskundigheid; het barst hier van de denktanks met specialisten van de Amerikaanse overheid en industrie.”

In Nederland is weliswaar ook steeds meer samenwerking van Defensie, bedrijfsleven en kennisinstituten, maar we kunnen nog leren van de VS, vindt Sneek. “Ook andersom trouwens”, haast hij zich, “want binnen het JSF-programma, bijvoorbeeld, komen wij juist met innovatieve ideeën. Nederland heeft een goede naam binnen dit programma, door de kwaliteit van de onderdelen die wij leveren, zoals de landingshaak voor de JSF-C, kleppen voor het landingsgestel en bekabeling van Fokker, onderdelen van de hulpmotor van Aeronamics en simulatiecapaciteit van Dutch Aerospace.”

‘In de goede relatie moet je iedere dag investeren, want die is belangrijk voor het voortzettingsvermogen van onze krijgsmacht’

Tim Sneek werkt op de grootste buitenlandse diplomatieke vestiging van Nederland.

Investeren in relatie

Waar de Amerikanen de handen echt voor op elkaar krijgen, is de bijdrage die ook Nederland kan leveren aan hun ‘Theatre Ballistic Missile Defense’-project. “Wij beschikken net als Duitsland en Denemarken over andere capaciteiten dan de VS, op het gebied van identificatie van inkomende luchtdoelen. Daar is veel belangstelling voor vanuit de VS. Uiteindelijk gaat het om het gezamenlijk benutten van capaciteiten, als bondgenoten.”

De bottom-line volgens Sneek: ‘Internationale samenwerking is geen keuze, maar noodzaak'. Vanuit die gedachte kijk je naar wie je strategische partners zijn. De VS zijn in dat opzicht cruciaal. Het feit dat wij missies draaien, zoals in het Midden-Oosten, Mali en Afghanistan zorgt ervoor dat wij er goed op staan bij de VS. Dan wordt je ook serieus genomen, als je zaken wilt doen. In die goede relatie moet je echter wel iedere dag investeren, want die is belangrijk voor het voortzettingsvermogen van onze krijgsmacht. Zeker als je wil blijven behoren tot de ‘state of art’ krijgsmachten. Daar doen we als team, als Defensieafdeling, met z'n allen ons best voor.”