Tekst kapitein Klaas Daane Bolier
Foto sergeant Hille Hillinga
Participatiewet in de praktijk
De Participatiewet verplicht overheden en bedrijven een bepaald percentage medewerkers met een handicap aan te nemen. Idee achter de wet is mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt een kans te geven op een vaste baan. Raymond Verkuilen heeft een autistische stoornis en werkt sinds een paar maanden bij het KPU-bedrijf. “Hij is slim genoeg, alleen door zijn stoornis sociaal wat onhandig.”
Met een grote schaal cake loopt Raymond door de grote hal in Soesterberg. Op weg naar zijn collega’s die hard werken om alle PGU op tijd bij de klant te krijgen. Hij gaat trakteren ter ere van zijn 21ste verjaardag. “Raymond, heb je even tijd om een paar vragen te beantwoorden?” vraagt Epy Bouwmeester, Hoofd Fysieke Distributie van het KPU-bedrijf. Raymond blijft staan en aarzelt. “Nou eh, ik was eigenlijk aan het trakteren,” begint hij enigszins stamelend aan een antwoord. Hij krabt zich op zijn achterhoofd en weet duidelijk even niet hoe te reageren. “Anders ga je eerst even deze hal rond met de cake en kom je dan naar mijn kantoor,” stelt Bouwmeester voor. Raymond denkt even na en zegt dan opgelucht; “Ja dat is goed.”
Schakelen
“Je moet hem daar af en toe bij helpen,” zegt Bouwmeester terwijl Raymond zijn weg vervolgt met de schaal cake. “Hij is dan ergens mee bezig en dan moet hij ineens een beslissing nemen. Schakelen is voor hem erg moeilijk.”
Sinds mei heeft Raymond een vaste aanstelling bij het KPU-bedrijf. Hij is aangenomen op basis van de participatiewet. Ieder bedrijf of instelling moet een percentage medewerkers in dienst hebben met een handicap. Voor het KPU-bedrijf, met een sterkte van 170 man, zijn dat er 3. Nu heeft het KPU-bedrijf veel meer mensen rondlopen die om wat voor reden dan ook (even) niet mee kunnen doen in het reguliere arbeidsproces. Het gaat dan om werkervaringsprojecten, stages etcetera. Het grote verschil met de Participatiewet is dat dat allemaal tijdelijk is.
Schaduw
“Raymond is nu bij ons in vaste dienst en maakt volwaardig deel uit van het team. Dat vraagt aanpassingen van hem en ook van ons. Maar we hebben wel veel ervaring met het werken met mensen met een achterstand. Deze collega's vragen wat meer begeleiding,” aldus Bouwmeester.
De directe manager van Raymond, Boyd Brons, beaamt dat. “Raymond heeft structuur en duidelijkheid nodig. Dat is het verschil met ‘reguliere’ werknemers. Die zijn veel zelfstandiger. Raymond noem ik weleens mijn schaduw. Als ik in de buurt ben, staat hij naast me. Hij vat dingen ook heel letterlijk op. Hij moest van mij een keer meelopen met een collega zodat hij kon leren wat het werk inhoudt. Dan blijf hij dus de hele tijd 2 centimeter achter hem aan lopen. Iedere keer als de collega zich omdraaide, hadden ze een botsing. Dan leg je hem uit dat hij best wat meer afstand mag houden.”
‘Ik kan bij de managers altijd terecht’
Streng
Het feit dat Raymond via de participatiewet is binnengekomen, betekent niet dat hij vrijblijvend aan het werk is. Boyd: “Het is geen hou-ze-bezig werk. Hij heeft zijn taken en die moet hij ook gewoon uitvoeren. Het blijft zoeken naar de balans. Wat kan ik van hem verwachten en wat ligt buiten zijn mogelijkheden? Maar daar komen we wel uit. Hij heeft ook een begeleider vanuit de gemeente, daar kan ik dan ook mee sparren. Ik ben natuurlijk geen maatschappelijk werker maar gewoon een logistiekeling.”
Beroerd
Raymond zelf heeft het prima naar zijn zin bij het KPU-bedrijf. “De sorteerband vind ik het leukst. Soms moet je flink heen en weer rennen om alles bij te houden, daar hou ik wel van. Achter de inpaktafel is het wat statischer, dat vind ik minder prettig. Maar het leukst is het contact met de collega’s. We zijn nooit te beroerd om elkaar te helpen als het moet. Daarnaast is de begeleiding ook fijn. Ik weet dat ik meer structuur en duidelijkheid nodig heb. Ik kan bij de managers altijd terecht.”
Bouwmeester is blij met zijn nieuwe kracht en de ontwikkeling die hij doormaakt. “Raymond is nu in vaste dienst met een proeftijd van 2 jaar. We gaan uit van zijn mogelijkheden en proberen die verder uit te bouwen. Het ultieme doel is dat hij uiteindelijk ergens wordt aangenomen op een reguliere baan.”