Tekst kapitein Arjen de Boer
Foto sergeant Hille Hillinga (Nederland) en majoor Henri Kuijpers (Jordanië)

Laatste Cheetah verlaat Nederland

DMO levert eind juni de laatste Cheetah-luchtafweersystemen aan Jordanië. Een mooie klus voor de Projectorganisatie Afstoting Grondgebonden Systemen.

“De motor klinkt nog als een zonnetje”, zegt Gerrie Meijerink kijkend naar het stuk luchtdoelgeschut. Ook na jaren stilstaan, ronkt de machine en draait de geschutskoepel soepeltjes om zijn as. De  Cheetah, alias Pantser Rups Tegen Luchtdoelen (PRTL), alias ‘pruttel’, heeft de lopen richting de hemel geheven. Als een atleet op het erepodium. Maar deze en 24 soortgenoten stappen eind juni over naar een ander team, de luchtmacht van Jordanië. Van de polder naar de woestijn.

De PRTL is bedoeld als luchtverdediging tegen laagvliegende vliegtuigen en helikopters.

Cheetah slechts één van de projecten

Niet takelen, maar rijden

In de DMO-opslagloods op het Bedrijvenpark Twente hangt de typische geur van smeerolie en uitlaatgassen. De vuurmonden van 25 Cheetahs zijn afgedekt met plastic kokers. “Klaar voor transport”, zegt Meijerink, die de dagelijkse leiding heeft op de DMO-afstotingslocaties in Vriezenveen en Oudemolen.

“In de Eemshaven worden ze 24 juni op een schip gereden. Niet getakeld, de kans op beschadigingen is te groot”, zegt Rob Zijderveld, Projectleider Afstoting Grondgebonden Systemen (zie kadertekst). Behalve de PRTL’s zijn er nog 50 containers met reserveonderdelen, plus een bergingstank. Ook gaan 250 wielvoertuigen op een roll on roll off-schip. “Dat vraagt veel coördinatie”, weet Zijderveld. Denk aan de papieren, exportvergunningen, vrachtlijsten. De Jordaniërs moeten weten welk moertje in welke doos zit, én in welke container.

In de loods waar de Cheetahs staan opgeslagen worden de temperatuur en luchtvochtigheid goed in de gaten gehouden. Te hoge luchtvochtigheid is slecht voor het staal, te laag is slecht voor de rubberen onderdelen.

‘Een tevreden klant komt later terug’

Uit de running

De 60 Cheetahs zijn in 3 batches geleverd, 15 in 2014, 20 in 2015 en de laatste 25 dus eind deze maand. In de werkplaatsen van Vriezenveen hebben monteurs de machines goed verzorgd.  Aan het Leopard I-onderstel hebben 3 mannen gewerkt. De geschutskoepel is een vak apart vanwege de technologie en de digitale update van de wapensystemen. Hieraan werkten 4 experts. De teams zaten dicht bij elkaar, zodat zij effectief konden communiceren over vorderingen en uitdagingen. “Ook de monteur moet denken aan de klant, niet alleen aan de machine”, zegt Meijerink. “Je wilt niet dat een deal nat gaat vanwege jouw werk.”

Opleiden en trainen

Vorig jaar en afgelopen april waren er live firing exercises (LFX) van de Cheetah in Jordanië. Maar voor het zover was, was intensief overleg nodig tot op hoog niveau in Jordanië, aldus Zijderveld.

“In 2013 hadden we 4 Jordaanse schietinstructeurs opgeleid volgens het concept train-de-trainer en van 2013 tot en met 2015 diverse monteurs”, schetst majoor Henri Kuijpers , verantwoordelijk voor opleidingen en trainingen. “Maar in 2014 waren er geen luchtdoelen om op te schieten. Pas dit jaar waren er drones geregeld waar Jordaanse leerlingen op konden oefenen.”

Schieten op drones was voor de Cheetah een uitdaging op zich, aldus Kuijpers. “De Cheetah is gemaakt om stabiel vliegende doelwitten zoals vliegtuigen uit te schakelen. Drones hebben meer last van wisselende winden. Maar uiteindelijk was iedereen tevreden na alle trainingen en schietoefeningen.”

Rob Zijderveld (l) en Gerrie Meijerink zijn tevreden over de behaalde resultaten. “We doen dit al 11 jaar en het is altijd gelukt om spullen operationeel af te leveren.”

Van de polder naar de woestijn

Pijn

Afscheid nemen doet pijn en voor de krijgsmacht is het vertrek van de Cheetahs een aderlating, beseft Meijerink. “We kunnen er een positieve draai aan geven door zoveel mogelijk te verdienen voor Defensie. Bovendien gaan de Cheetahs niet door de versnipperaar. Ze krijgen een tweede kans.”

Bijzonder binnen DMO-familie

De Projectorganisatie Afstoting Grondgebonden Systemen is een bijzondere ‘familie’ binnen DMO waar zo’n 70 mensen werken. Er is een team in Den Haag en één in Vriezenveen en Oudemolen, met trainingscapaciteit in Amersfoort en Soesterberg. Deze onderdelen werken als één organisatie om grondgebonden materieel te verkopen en onderhouden, en nieuwe gebruikers te trainen. Indien nodig, wordt binnen en buiten Defensie gezocht naar specialistische kennis en reserveonderdelen. “We moeten de kosten laag houden. Onderhoud en training mogen niet meer dan 10 procent van de verkoopopbrengst zijn”, aldus Zijderveld, die benadrukt dat teamwork binnen de afdeling garant staat voor succes.

Naast het Cheetah-project werkt de afdeling aan onderhoud en levering van Leopard A2’s aan Finland, de volgende 20 gaan volgend voorjaar op transport. Ook zijn de mannen druk met CV-90 gevechtsvoertuigen voor Estland.

Er zijn ook kleinere projecten. Zo zijn vrachtwagens geleverd aan Rwanda en Botswana en wordt binnenkort begonnen aan tankwagens voor Chili en ambulances voor Libanon. “Ook hier wordt veel aandacht aan besteed”, zegt Zijderveld. “Government to government-contracten vragen zorgvuldigheid. Een tevreden klant komt later terug. We doen dit 11 jaar en het is altijd gelukt om spullen volgens contract en op tijd af te leveren.”

Schieten op de drones was een uitdaging. De juiste meteorologische informatie was cruciaal voor succes. Vooral de windsnelheid was belangrijk.